4H thema 5 basisstof 6

Spieren en bewegen
Havo 4
Thema 5
BS 6
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spieren en bewegen
Havo 4
Thema 5
BS 6

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven
  • Je kunt de effecten van training en dopinggebruik uitleggen

Programma:
  1. Even voorstellen
  2. Uitleg: spieren en bewegen
  3. Zelf werken

Slide 2 - Tekstslide

Regels bij (online) lessen
In de klas:
  • Eén persoon praat tegelijkertijd
  • Vraag? --> steek je hand op
  • Boeken altijd mee
  • Opruimen als ik aangeef dat de les afgelopen is
  • Telefoon in de (telefoon)tas

Slide 3 - Tekstslide

Even voorstellen
  • Wie ben jij?
  • Hoe kom je door de lockdown heen?
  • Waarom heb je biologie gekozen? Wat vind je er interessant aan?
  • Heb je al een idee wat je zou willen worden?

Slide 4 - Tekstslide

Spieren
Impulsen komen via de bewegingszenuwcellen aan bij de spieren.

Hierdoor kan de spier samentrekken en kun je bewegen en een stabiele houding aannemen en überhaupt leven (hartspier en ademhaling, etc.)

Slide 5 - Tekstslide

Glad spierweefsel
  • Langwerpige spiercellen, elk met eigen celkern
  • Aangestuurd door autonoom zenuwstelsel (onbewust)
  • Komt voor in buisvormige organen, bloedvaten en vertakkingen in longen
  • Traag samentrekkend
  • Niet snel vermoeid

Slide 6 - Tekstslide

Dwarsgestreept spierweefsel
  • Bestaat uit spiervezels = versmolten spiercellen, hierdoor ook veel celkernen per spiervezel.
  • Dwarse strepen te zien 
  • Zitten meestal vast aan botten (soms aan huid) 
  • Aangestuurd door animaal zenuwstelsel
  • Samentrekking verloopt snel
  • Snel vermoeid

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Bouw spier
Van groot naar klein:
Spier (+pees) - spierbundel - spiervezel (= spiercel) - spierfibril - actine en myosine (eiwitten)

Bindweefsel als bescherming


Slide 9 - Tekstslide

Bouw spier
In spiercellen liggen spierfibrillen.
Deze bestaan uit twee soorten eiwitdraden (actine en myosine), die over elkaar heen schuiven waardoor een spier samentrekt. Dit kost ATP.

Dit zorgt voor de dwarse strepen op spieren.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hoe komt een spiercel aan zijn ATP?

Slide 12 - Open vraag

Aansturing spieren
Het axon van een bewegingszenuwcel eindigt in een motorisch eindplaatje. Dit plaatje brengt impulsen over naar een spiervezel.

Eén bewegingszenuwcel vormt een motorische eenheid met alle spiervezels waar die mee in verbinding staat: trekken allemaal samen bij een impuls van deze bewegingszenuw.
--> Alles of niets (te weinig impulsen = geen contractie)


Slide 13 - Tekstslide

Precisie en kracht
Weinig spiervezels in één motorische eenheid --> meer precieze aansturing mogelijk

Samentrekking is altijd maximaal --> intensiteit van de samentrekking (contractie) wordt bepaald door het aantal motorische eenheden.
Spierspanning - een aantal motorische eenheden zijn altijd actief, hierdoor blijf je in evenwicht/ gaat je gezicht niet hangen


Slide 14 - Tekstslide

Antagonisten
= Spieren die een tegengestelde beweging veroorzaken.

Nodig voor houding en het 'terug' kunnen bewegen

Slide 15 - Tekstslide

Spieren leveren een belangrijke bijdragen aan het op peil houden van de temperatuur van warmbloedige dieren. Leg dit uit.

Slide 16 - Open vraag

Zelf werken/mogelijkheid tot vragen
Lezen
BS 6 (blz. 43 t/m 48)

Maken
BS 6 opdr. 43 t/m 50

Leerdoelen
Kun je:
  • de bouw en werking van spieren beschrijven?
  • de effecten van training en dopinggebruik uitleggen?

Slide 17 - Tekstslide

Heb je nog vragen?

Slide 18 - Open vraag