HF 1: 1.1 Nederland democratie

HF 1 Democratisering 
KA
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

HF 1 Democratisering 
KA
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het nut van democratie?

Slide 2 - Open vraag

Planning
Doel: Je kan uitleggen hoe de democratie zich uitbreidde

- Filmpje met kijkvragen.
- Revolutie jaar 1848
- NL democratisering
- Zelfstudie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Kijkopdracht
Bekijk: ‘Het levensverhaal van de Grondwet’ van 0.00 tot 5:01.
Geef vervolgens antwoord op de 10 vragen in je aantekeningenschrift. 
Tip: De vragen staan op volgorde van het filmpje.

1.Wat betekend ‘machtsvacuum’?
2.Wat zijn monarchisten?
3.Wat betekend Soeverein vorst?
4.Wat wordt er in een grondwet opgeschreven?
5.Waarom en in welk jaartal worden de grenzen opnieuw getrokken in Europa? (1.38)
6.Waardoor ontstaat België?
7.Wat gebeurt er in vrijwel heel Europa in 1848?
8.Wat zal ministeriële verantwoordelijkheid betekenen?
9.Wat veranderingen (3) vinden er in 1917 in Nederland plaats?
10. Bekijk de bovenstaande vragen, noteer de vraagnummers waarbij er sprake is van democratisering.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Heb je nog vragen over 'Het levensverhaal van de Grondwet’

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

1840-1849: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen

  • Regeert, min of meer, als absolute vorst

  • Moet niets weten van democratie

  • Moeizame relatie met zijn vader

Slide 9 - Tekstslide


Revolutiejaar 
1848



  • Opstand tegen absolute vorsten.
  • In heel Europa -> Daardoor kreeg koning Willem II ook angsten en wilde hij de nieuwe grondwet onderteken. 

Slide 10 - Tekstslide

Parlementaire democratie 1848
- Het parlement wordt de baas in Nederland
- Bij parlementaire democratie kiezen de burgers het parlement.
- Regering:  koning (onschendbaar) en ministers (ministriele verantwoordelijkheid)
kiezen?
In 1848 was Nederland nog geen echte democratie. Alleen mannende die voldoende belasting betaalden mochten stemmen, dit heet dcensuskiesrecht. In 1917 kwam er algemeen mannenkiesrecht en vrouwen kregen passief kiesrecht (mocht op hen gestemd worden). In het jaar 1919 werd Nederland een parlementaire demcoratie met algemeenkiesrecht, want vrouwen kregen ook actief kiesrecht. 

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten
- 1.1 Nederland wordt een democratie
- 1.2 samenleving en politiek 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Willem
-Willem van Oranje
- Stadhouder Willem V
- Koning Willem I
-Koning Willem II
(-Koning Willem III)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Groot-Brittanië
Queen Victoria:
-Districtenstelsel
- Gewonnen partij kiest ministers
-Hoger(erf) en Lager(gekozen) huis

Slide 16 - Tekstslide

Duitsland
Mislukt
-1848 Revolutiejaar -> Gebruikt als eenwording
-1850 invoering budgetrecht.

Bismarck blijft hoofdrol speler:
- Mannenkiesrecht
- Geen gehoor geven aan budgetrecht

Slide 17 - Tekstslide