Een voorwerp beschrijven (vorm/kleur/materiaal/afmeting)
Je mening + argumenten geven
een reden geven (waarom?)
een verzoek doen (zou je.../kunnen we....wil je...?)
een wens doen (ik hoop dat/ ik zou graag willen dat...)
een instructie geven (leg uit in kleine stappen, gebruik volgordewoorden : eerst/dan/daarna/vervolgens/tenslotte)