Onderwijsroute groep 3 - 13 november 2023

Onderwijsroute groep 3
Maandag 13 november 2023
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

Onderwijsroute groep 3
Maandag 13 november 2023

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Ochtend:
Toets schrijven
Middag:
2.5 Ik heb gewerkt - wij hebben gewoond
2.6 Het nieuws
Werken in je boek of online

Slide 2 - Tekstslide

Toets Schrijven
Opdracht:

Je maakt een toets schrijven. Maak alle opdrachten op papier. Je hebt 90 minuten.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

2.5 Ik heb gewerkt - wij hebben gewoond
  • Ik ken de voltooide tijd van de regelmatige werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

De tegenwoordige tijd
In 1.11 heb je de tegenwoordige tijd geleerd. De tegenwoordige tijd gebruik je als je over nu vertelt. 

Bijvoorbeeld:
Ik wandel met mijn kinderen naar de markt.
Hij reist met zijn vrouw naar het buitenland.
Zij betalen de nieuwe bank op de website. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je al?
Opdracht:

Kies de goede vorm van het werkwoord. 

Slide 7 - Tekstslide

1. Hij ... (hebben) vandaag een mooie trui aan.
A
hebt
B
hebben
C
heeft
D
heb

Slide 8 - Quizvraag

2. De kinderen ... (spelen) op straat.
A
speelt
B
speel
C
spelen

Slide 9 - Quizvraag

3. De vrienden ... (praten) met elkaar.
A
praten
B
C
praat

Slide 10 - Quizvraag

4. Ik ... (vertrekken) vandaag naar het buitenland.
A
vertrek
B
vertrekt
C
vertrekken

Slide 11 - Quizvraag

5. Zij ... (zijn) met de hond aan het wandelen.
A
ben
B
bent
C
is

Slide 12 - Quizvraag

6. ... (wachten) je op de bus of de trein?
A
wachten
B
wacht

Slide 13 - Quizvraag

7. ... (begrijpen) hij mij?
A
begrijpen
B
begrijpt
C
begrijp

Slide 14 - Quizvraag

8. Hij ... (vragen) het goede antwoord aan de docent.
A
vragen
B
vraag
C
vraagt

Slide 15 - Quizvraag

9. De kast ... (staan) tegen de muur van de slaapkamer.
A
sta
B
staat
C
staan

Slide 16 - Quizvraag

10. De cursist ... (schrijven) het antwoord op.
A
schrijf
B
schrijft
C
schrijven

Slide 17 - Quizvraag

Praat samen
Opdracht:

Loop rond in de klas en stel de vragen aan andere cursisten.
Geeft de cursist antwoord met ja? Schrijf dan zijn of haar naam op. Schrijf bij elke vraag twee namen. 
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

De voltooide tijd
Vandaag leer je over de voltooide tijd. De voltooide tijd gebruik je als je over vroeger wilt vertellen. 

Bijvoorbeeld:
Ik ben met mijn kinderen naar de markt gewandeld
Hij is met zijn vrouw naar het buitenland gereisd.
Zij hebben de nieuwe bank op de website betaald

Slide 19 - Tekstslide

De voltooide tijd
De voltooide tijd heeft twee werkwoorden.
Het eerste werkwoord is meestal een vorm van hebben.
Het tweede werkwoord heet het voltooid deelwoord.
Het voltooid deelwoord staat aan het eind van de zin.
Het begint met ge- en heeft een t of een d aan het eind. 

Bijvoorbeeld:
Zij heeft 10 jaar in Amsterdam gewoond

Slide 20 - Tekstslide

Hoe maak je het voltooid deelwoord?
1. Kijk naar het hele werkwoord. Haal  -en weg. Maak de ik-vorm.

2. Kijk naar de laatste letter. Zit de laatste letter in softketchupx?
Ja -> schrijf een t 
Nee -> schrijf een d

3. Schrijf ge- voor de ik-vorm en een t of d aan het eind.


werken -> ik werk
wonen -> ik woon

werk
woon
 


werk -> gewerkt
woon -> gewoond

Slide 21 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
Is de laatste letter van de ik-vorm al een t of een d? Dan krijgt het voltooid deelwoord geen extra t of d

Bijvoorbeeld:
Wachten -> Ik wacht -> Ik heb op de bus gewacht
Beantwoorden -> Ik beantwoord -> Ik heb de vraag beantwoord.


Slide 22 - Tekstslide

Zoek bij elkaar
Opdracht:

Zet met ronde 1 het werkwoord in de goede kolom. Klaar? Maak ronde 2.
Bijvoorbeeld:

voltooid deelwoord met t
voltooid deelwoord met d
wachten
draaien
timer
12:00

Slide 23 - Tekstslide

2.6 Het nieuws
  • Ik kan bij korte berichten de belangrijkste dingen van het nieuws begrijpen.

Slide 24 - Tekstslide

Praat samen
Opdracht:

1. Kijk jij naar het nieuws op het internet of op de televisie?
2. Is dat nieuws in het Nederlands? Waarom kijk je (niet) naar het nieuws in het Nederlands?
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Het jeugdjournaal
Opdracht:

We kijken naar het jeugdjournaal. Beantwoord de vragen:
1. Waarom is er te weinig drinkwater?
2. Hoe gaat het nu tussen Oekraïne en Rusland?
3. Wat is het Sinterklaasjournaal?

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Tekst 2.6
Opdracht:

We luisteren naar tekst 2.6. 

Slide 27 - Tekstslide

Door
In tekst 2.6 hoor je het woord door. Met door kun je vertellen hoe iets is gebeurd.

Opdracht:

Maak de zinnen af. Gebruik het woord door. 

Slide 28 - Tekstslide

1. Het gaat weer beter met Pieter door ...
timer
0:30

Slide 29 - Open vraag

2. Lars kan vandaag niet sporten door ...
timer
0:30

Slide 30 - Open vraag

3. Mijn bril is nat door ...
timer
0:30

Slide 31 - Open vraag

4. Hij kan niet meer lopen door ...
timer
0:30

Slide 32 - Open vraag

5. Zij ligt vaak op bed door ...
timer
0:30

Slide 33 - Open vraag

6. Hakim komt te laat door ...
timer
0:30

Slide 34 - Open vraag

Zelfstandig werken


Tot 15.30 uur werken in je boek of online of de tekst met vragen (Afrikaanse olifant) van vanochtend afmaken.

Slide 35 - Tekstslide