Design door de eeuwen heen

DESIGN
Door de eeuwen heen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

DESIGN
Door de eeuwen heen

Slide 1 - Tekstslide

Wat kun je vertellen over het ontstaan van Design in de 2e helft van de 19e eeuw? Geen idee, gebruik Lambo (2 dia's verder)

Slide 2 - Open vraag

De 19e eeuw
In de 19e eeuw denkt men niet na over de vormgeving, als het maar functioneel is. Producten zijn vaak een bont mengsel van verschillende stijlen en materialen. Kunstenaars ergeren zich, de arbeider moet net als vroeger het hele product maken niet alleen een onderdeel. Mooiere en betere producten leiden tot een betere en mooiere wereld. Hieruit ontstaat de arts-and-crafts beweging > richt op handmatig produceren binnen het wonen. Hiruit vloeit de art nouveau / jugendstil voort. de natuur in gestileerde sierlijke vormen speelt er een hoofdrol in. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Noem 3 kenmerken van de Arts and Crafts beweging betrek zowel de inhoud als de vormgeving.

Slide 5 - Open vraag

Art Nouveau
Aan het einde van de 19e eeuw ontstaat de Art Nouveau. Een decoratieve stijl met zijn basis in de Arts and Crafts beweging. Beide hebben een voorkeur voor sierlijke vormen, vloeiende lijnen en motieven uit de natuur. Er is ook Japanse invloed terug te zien in de verfijnde vormgeving, materiaalkeuze en decoratie. Vanuit Japan worden bijzondere handwerkstukken en dure materialen zoals glas in lood/ingelegd hout geïmporteerd. 

Slide 6 - Tekstslide

Het einde van de 19e eeuw heeft twee namen die het tweeslachtige van deze periode weergeven. Leg uit.

Slide 7 - Open vraag

Arts and Crafts
Art Nouveau
Socialisme
Bourgeoisie
vooral decoratief
functionaliteit voorop

Slide 8 - Sleepvraag

Leg uit waarom dit kunstwerk van René Lalique past binnen de stroming van Art Nouveau.

Slide 9 - Open vraag

Michael Thonet brengt de Arts en Crafts beweging samen met de industrialisatie. Leg uit.

Slide 10 - Open vraag

BAUHAUS

Slide 11 - Tekstslide

kenmerken bauhaus

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

Walter Gropius stichte in het Duitse Weimar een school voor architecten, kunstenaars en industrieel ontwerpers: 
Het Bauhaus
Er werd met nieuwe productieprocessen geëxperimenteerd, studenten kregen de ruimte om een nieuwe, eigentijdse vormtaal te ontwikkelen, een soort labaratorium.

Bauhaus werkte vanuit het ideaal om mooi en praktisch design voor iedereen bereikbaar te maken.

Slide 14 - Tekstslide

Bauhaus design 
Dat de Bauhaus kunstenaars hun ontwerpen industrieel wilden vervaardigen, had gevolgen voor de ontwerpen:
  • geen decoratie, het gehele ontwerp moest functioneel zijn, oftewel form follows function
  • geometrische ontwerpen


Slide 15 - Tekstslide

Bauhaus
  • Design beschikbaar voor iedereen: industriële productie.
  • Hierdoor goedkoop, maar toch bijzonder.
  • Industriële material: glas, staal, beton.
  • Geen overbodige versieringen.

Slide 16 - Tekstslide

Noem 3 kenmerken van het Bauhaus die zichtbaar zijn in de ontwerpen (volgende slide)

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Less is more

Slide 19 - Tekstslide

Vorm volgt functie 
(form follows function)

Slide 20 - Tekstslide

De Stijl
Nederlandse kunstenaarsbeweging
1917-1931

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Aan het begin van de twintigste eeuw ontwierp Gerrit Rietveld meubels die machinaal te produceren waren. Dit paste bij een algemene tendens in deze periode. Veel kunstenaars vonden dat kunst een bijdrage moest leveren aan een betere samenleving. Industrie en het gebruik van machines konden dit ondersteunen. 

Slide 23 - Tekstslide

De Stijl 
Ook in Nederland werken kunstenaars aan een nieuwe ideale samenleving, zoals bijvoorbeeld de kunstenaars van De Stijl. Architect Rietveld breekt met alle ideeën over woningbouw. Hij wil zoveel mogelijk daglicht, ruimtes waar binnen en buiten in elkaar overlopen. Hij ontwerpt grote open ruimtes. 

Slide 24 - Tekstslide

De Stijl
Streven naar universele kunst
Streven naar harmonie

Door middel van:
Volledig abstracte voorstelling
Geometrische vlakken
Meest elementaire aspecten
Horizontale, verticale, primaire
kleuren en zwart grijs en wit
“Onpersoonlijk”

Slide 25 - Tekstslide

Kenmerken De Stijl
Vormgeving architectuur en toegepaste kunst:
goedkope materialen en eenvoudige ontwerpen
mogelijkheid tot massafabricage

geometrische vlakken
horizontale- en verticale lijnen
primaire kleuren toegepast +zwart, wit, grijs
binnen- en buitenruimtes vormen één geheel


Slide 26 - Tekstslide

1. Geef aan hoe, in deze opvatting, kunst een bijdrage kon leveren aan een betere samenleving. Betrek in je antwoord ook de rol van industrie en/of machines.

Slide 27 - Open vraag

Afbeelding 1
De eerste machinaal geproduceerde meubels ontstonden in de negentiende eeuw. Hoewel men destijds nieuwe materialen en technieken gebruikte, hield men vaak vast aan een traditionele vormgeving. Aan het begin van de twintigste eeuw gingen moderne vormgevers juist op zoek naar een nieuwe esthetiek. Rietvelds stoel is daarvan een voorbeeld. 

Slide 28 - Tekstslide

2. Beschrijf, aan de hand van drie aspecten van Rietvelds stoel, wat de modernistische esthetiek inhoudt.

Slide 29 - Open vraag

Afbeelding 2
In 1919 werd Rietveld lid van De Stijl. In 1923 schilderde hij zijn leunstoel in de kenmerkende 'Stijl-kleuren', waaraan de leunstoel de naam roodblauwe stoel te danken heeft. De schilders van De Stijl reduceerden hun kleurenpalet tot de primaire kleuren en de niet-kleuren grijs, zwart en wit.


Slide 30 - Tekstslide

3. Beschrijf de ideologie van De Stijl en geef aan waarom dit kleurenpalet daarop aansluit.

Slide 31 - Open vraag

Art Deco
De luxe stijl passend bij de Amerikaanse welvaart vindt men op een Parijse tentoonstelling. De Exposition Internationale Des Arts Décoratifs et Industriels Modernes (1925). Daar presen- teert men een nieuwe stijl in de kunstnijverheid en architectuur. Het is een decoratieve, veel- kleurige, maar ook functionele en vernieuwende stijl die onder andere beïnvloed wordt door niet-westerse kunstvormen uit ondermeer Afrika en Japan. Daarnaast zijn er invloeden van het Bauhaus, het kubisme, het futurisme en de eerdere decoratieve stijl van de jugendstil. Kenmerkend zijn de strakke en eenvoudige vormgeving, geometrische patronen, strenge verticale lijnen, abstractie en fel helder kleurgebruik. Rood, zwart en zilver en goud zijn populaire kleuren.
Ontwerpers hebben een voorkeur voor chroom, bakeliet, gepolijste steen en glas. Veel voorkomende motieven zijn hoekig
gestileerde bloemboeket- ten, dieren en figuren van jonge meisjes, vaak in combinatie met geometrische motieven als zigzagpatronen en bliksemflitsen die naar elektriciteit verwijzen.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

In de 20e eeuw ontstaat de Haute Couture als mode voor de elite. Het kan echter ook voor de massa zijn. Leg uit hoe modeontwerpers zich profileren voor zowel de elite als de massa.

Slide 34 - Open vraag

Leg uit hoe mode bij kan dragen aan de emancipatie van de vrouw

Slide 35 - Open vraag

Benoem de belangrijkste verschillen tussen modern design en postmodern design.

Slide 36 - Open vraag