Capítulo 6

FELÍZ AÑO NUEVO
Capítulo 6
  • Huiswerk voor vandaag 
  • Herhaling Grammatica H6
  • Huiswerk
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

FELÍZ AÑO NUEVO
Capítulo 6
  • Huiswerk voor vandaag 
  • Herhaling Grammatica H6
  • Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Repaso: Bron I
  • Ontkenning
  • Ser -Estar- Hay 

Slide 2 - Tekstslide

Ontkenning


No hablamos alemán.

No tengo clase.

No hablamos nunca alemán. 

No tengo nada.

No hay nadie en el colegio.


Slide 3 - Tekstslide

ontkenning

Nunca = nooit

Nadie = niemand

Nada = niets

No = niet 

Als je één van deze ontkenningen gebruikt staat NO vóór de persoonsvorm en het andere woord achter de persoonsvorm

Slide 4 - Tekstslide

Welke zin is de juiste vertaling van: "Marta gaat niet naar het feest"
A
Marta va no a la fiesta
B
Marta va a la fiesta no
C
Marta no va a la fiesta

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van de zin: "Wij hebben niks gegeten"
A
Hemos comido nada
B
No hemos comido nada
C
No hemos comido
D
Hemos no comido

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent "Nadie ha llevado una maleta"
A
Ik heb geen koffer meegenomen.
B
Niemand heeft een koffer meegenomen.
C
Ik heb nooit een koffer meegenomen.
D
Niemand heeft nooit een koffer meegenomen.

Slide 7 - Quizvraag

ser/ estar/ hay

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Kies uit hay/estar/ser

Isabella y yo ............ en la calle.
A
hay
B
estamos
C
estáis
D
sois

Slide 10 - Quizvraag

¿Hay, estar o ser?

La casa ........ muy bonita
A
hay
B
es
C
está
D
eres

Slide 11 - Quizvraag

Kies hay, ser of estar:
"_________ muchas bicicletas en Holanda".

Slide 12 - Open vraag

Kies het juiste werkwoord "ser- estar- hay":
1)Mis amigos ....... en la playa.
2) Juan y yo ....... compañeros de clase.

Slide 13 - Open vraag

¿Hay, estar o ser?

"El instituto ..........a la izquierda de la piscina".
A
hay
B
es
C
está
D
están

Slide 14 - Quizvraag

¿Hay, Ser o Estar?
"En el bosque no ....... casas".
A
están
B
son
C
hay
D
estar

Slide 15 - Quizvraag

Descripción (beschrijving)
Localización (plaatsbepaling)
Existencia
(aanwezigheid)
HAY
ESTAR
SER

Slide 16 - Sleepvraag

Deberes para el miércoles 6 de enero
Leer: texto Bron H "Tormentos en el corazón"
Hacer los ejercicios :  24 a, b, c, d.
Vooruit leren: woorden, zinnen, en grammatica H6.

Slide 17 - Tekstslide

Vragen? Typ ze hieronder.

Slide 18 - Open vraag