par 3 De sociale verhoudingen in Nederland feniks

De industriele samenleving in Nederland





par 3: De sociale verhoudingen in Nederland
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

De industriele samenleving in Nederland





par 3: De sociale verhoudingen in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen 
-hoe de sociale verhoudingen in NL veranderden door de industriële revolutie 
-wat de sociale kwestie inhield en welke oplossingen hiervoor werden bedacht door liberalen, socialisten en communisten
-welke invloed de oorlog had op de Nederlandse economie en de arbeiders
-welke invloed de economische wereldcrisis had op de Nederlandse economie en de arbeiders
-wat de aanpassingspolitiek inhield.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Leerplichtwet
  • Werd wél gecontroleerd
  • Voor alle kinderen verplicht
  • Lonen werden hoger dus kinderen hoefden niet meer bij te dragen aan het gezinsinkomen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Arbeiders gaan samen voor hun rechten opkomen. Samen sta je sterk. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Adam Smith: liberalisme
- Bekendste econoom uit de 18e eeuw
- Grondlegger economisch liberalisme
- Schreef boek "The wealth of nations"
- de overheid moest zich zo min mogelijk met de handel      en nijverheid moet bemoeien. Laissez faire. 
- Wet van vraag en aanbod      

Adam Smith hoort bij de Verlichting: discussies over ideale samenlevingen, gebruik je eigen verstand (i.p.v. tradities en geloof blind te vertouwen)  
- Franse Revolutie: Vrijheid, gelijkheid en broederschap(liberté, égalité, fraternité) 
- In groeiende industriesteden: ieder voor zich en God voor allen ->gevolg van het politieke beleid (vrijheid, gelijkheid en broederschap zie je niet terug)  
Gevolgen voor 19e eeuw: ontstaan van de sociale kwestie. 

Slide 16 - Tekstslide

Liberalen
  • het liberalisme was oorspronkelijk een manier van denken
  • streven naar vrijheid op zoveel mogelijk gebieden, zo min mogelijk regels en wetten (nachtwakersstaat)
  • Vooral de rijkere burgers (ondernemers) waren liberaal

Slide 17 - Tekstslide

Liberalisme

liber-vrij,  liberté-vrijheid


Vragen: Wat verstaan we onder welbegrepen eigenbelang?

Wat merkten arbeiders van verlichte ideeën als vrijheid en gelijkheid? Leg uit.




Slide 18 - Tekstslide

Censuskiesrecht
Alleen zij die een minimumbedrag aan belasting betaalden, kregen het recht om te stemmen, rijke mensen dus.
Zij stemden vooral op de liberalen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Marxisme
  • Karl Marx (1818-1883)
  • 1848 Communistisch manifest
  • Onrechtvaardige klassenstrijd tussen rijke en arme burgers
(bourgeosie-proletariaat)

Slide 22 - Tekstslide

Marx voorspelde vijf fasen van de revolutie:
  1. Concentratie- en cummulatiefase
  2. Verelendung
  3. Revolutie
  4. Dictatuur van het proletariaat, overgangsfase, strakke leiding
  5. Communistische heilstaat

Slide 23 - Tekstslide

  • Karl Marx schreef zijn ideeën op in Het Communistisch Manifest en later in Das Kapital

  • Toen Marx in 1883 stierf was er nog nergens een revolutie van arbeiders geweest en bestond het communisme alleen op papier

  • Op zijn graf in Londen staat: "Arbeiders aller landen verenigt U"

Slide 24 - Tekstslide

Communisten en socialisten / sociaal-democraten krijgen
 een meningsverschil over hoe de heilstaat te bereiken:
Verelendung kwam niet uit: arbeiders kregen het dankzij invoering van sociale wetten iets beter in plaats van slechter.

-Communisten houden vast aan Marx: willen revolutie.
-Socialisten/ sociaal democraten willen algemeen kiesrecht, en dan via het parlement sociale wetten invoeren waardoor arbeiders het beter krijgen.

Slide 25 - Tekstslide

Bij welke stoming hoort de tekenaar? Leg uit!
Welke symbolen worden gebruikt?

Slide 26 - Tekstslide

stemrecht is voor iedereen, boven de 18 jaar en met de Nederlandse nationaliteit... ben jij het daarmee eens? Kijk naar het volgende fragment...

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen 
-hoe de sociale verhoudingen in NL veranderden door de industriële revolutie 
-wat de sociale kwestie inhield en welke oplossingen hiervoor werden bedacht door liberalen, socialisten en communisten 
-welke invloed de oorlog had op de Nederlandse economie en de arbeiders
-welke invloed de economische wereldcrisis had op de Nederlandse economie en de arbeiders
-wat de aanpassingspolitiek inhield.

Slide 36 - Tekstslide