H3VP - 31/3/2021 blokuur

Bonjour tout le monde!
Le cours de 31 mars 2021
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!
Le cours de 31 mars 2021

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
  • Herhaling imparfait

  • Bron C -> au travail

  • Verbuga 

Slide 2 - Tekstslide

Het is weer even geleden..
Wat weet je nog over de imparfait?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Hoe vind je de stam van de imparfait?
A
passé composé - é
B
heel ww min -er + uitgang
C
je vorm

Slide 5 - Quizvraag

Sleep de uitgangen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord. 
je / tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
-ais
-ait
-ions
-iez
-aient

Slide 6 - Sleepvraag

Wat zijn de juiste uitgangen van de imparfait?
A
ais, ais, ait, ions, iez, aient
B
iez, aient, ons, t, s , ens

Slide 7 - Quizvraag

En nu even zelf... Hoe maak je de imparfait ook alweer? Noteer de 2 stappen.

Slide 8 - Open vraag

Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Nous chantons
C
Il y avait
D
Je voulais

Slide 9 - Quizvraag

Imparfait:
il + rester
A
resterait
B
restait
C
restais
D
est resté

Slide 10 - Quizvraag

Nous (imparfait) ___
A
avons
B
avions
C
aivons
D
avoins

Slide 11 - Quizvraag

Elles (parler, imparfait)
A
parlent
B
parlait
C
parle
D
parlaient

Slide 12 - Quizvraag

De imparfait is de toekomende tijd.
A
Vrai
B
Faux

Slide 13 - Quizvraag

Je (trouver, imparfait)
A
trouvait
B
trouve
C
trouvais
D
trouvai

Slide 14 - Quizvraag

Elles (donner, imparfait)
A
donnaient
B
donniez
C
donnions
D
donnait

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste vorm

(parler / imparfait) je ...
A
je parle
B
je parlais
C
j'ai parlé
D
je parles

Slide 16 - Quizvraag

vetaal: ik praatte (imparfait)
A
je parlait
B
je parlais
C
je parle
D
j'ai parlé

Slide 17 - Quizvraag

Zet in de imparfait
on (avoir)
A
on avais
B
on avoirait
C
on avait
D
on avions

Slide 18 - Quizvraag

Elles (aller, imparfait) toujours ensemble.
A
vont
B
allont
C
allaient
D
allez

Slide 19 - Quizvraag

Nous (regarder) un film
A
regardaient
B
regardions
C
regardons
D
regardiez

Slide 20 - Quizvraag

Je suis --> imparfait
A
J'avais
B
J'étais
C
Je étais

Slide 21 - Quizvraag

Nous dansons --> imparfait
A
dansions
B
danses
C
dansons
D
dansiez

Slide 22 - Quizvraag

Elle regarde --> imparfait
A
regardeait
B
regardait
C
regarda
D
regarderait

Slide 23 - Quizvraag

Vous changez --> imparfait
A
changerez
B
changez
C
changer
D
changiez

Slide 24 - Quizvraag

Ik ken de uitgangen en regel van de imparfait en ik kan hem zelfstandig toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Au travail
Fais les exercices 13, 14 (et 15*)

Apprends l'imparfait au Slim Stampen.

Slide 26 - Tekstslide

Verbuga
  1. Ga naar www.verbuga.eu
  2. Klik bij tijden de imparfait aan.
  3. Klik bij de werkwoorden être / aimer / arriver / aller / faire/ parler / donner aan.
  4. Oefen net zolang tot je het onder de knie hebt. 

Slide 27 - Tekstslide

Quizlet

Répètes A + B sur Quizlet.

Op de volgende pagina is nog een paaspuzzel te maken (en français!)

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

La fin du cours
Als het goed is begrijp je nu de imparfait, heb je ex. 13 + 14 af en op Verbuga geoefend. À la semaine prochaine! 

Slide 30 - Tekstslide