8.5 Oppervlaktematen omrekenen

8.5 Oppervlaktematen omrekenen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

8.5 Oppervlaktematen omrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je leert oppervlaktematen omrekenen; 
  • Je leert de oppervlakte van een figuur te berekenen door rechthoeken op te tellen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte
 
1 m2 = 1 m x 1 m 


Je berekent de oppervlakte van een vierkant of rechthoek  met:
lengete x breedte = oppervlakte

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlaktematen omrekenen
Voorbeeld:
6 km² = .... m
Stap 1:
Ga ik naar links of rechts op het schema?
Stap 2:
Hoeveel stappen moet ik zetten?
Stap 3:
Bereken het antwoord.
Naar rechts, dus x
We zetten drie stappen naar rechts, dus x 100 x 100 x 100
6 x 100 x 100 x 100 = 6 000 000
Dus 6 km² = 6 000 000 m²

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Figuren verdelen
Om de oppervlakte van dit figuur te kunnen berekenen zou je de figuur in rechthoeken kunnen verdelen.
Oppervlakte A:
1,5 x 1,5 = 2,25
Oppervlakte B:
1,5 x 1 = 1,5
Oppervlakte C:
2 x 1,5 = 3
2,25 + 1,5 + 3 = 6,75
Dus de oppervlakte is 6,75 m²

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken jij je het rijtje oppervlaktematen al uit je hoofd? 






Sleep de oppervlaktematen naar de juiste plek.  
km²
hm²
dam²
dm²
cm²
mm²

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de antwoorden naar de juiste plek
3 hm² = .. dm²
0,2 km² = .. m²
5 km² = .. m²
3000 cm² = .. m²
20 m² = .. dm²
2000
200000
5000000
0,3
3000000
300
200

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

500 000 m2 = ____ km2
A
500
B
5
C
0,5

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik.
Hoe bereken je de oppervlakte van een rechthoek?
A
alle lengte bij elkaar optellen
B
alle lengtes keer elkaar
C
lengte x breedte
D
lengte + breedte

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 11 - Open vraag

A = 10 x 15 = 150
B = 25 x 20 = 500
C = 150 + 500 = 650
Aan de slag!
Basis: Maak de gemengde opdrachten
Kader: Maak 8.5

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies