2TH chapitre 1, cours 5 PC

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Chapitre 1, bron D

les buts du cours

• Ik laat zien dat mijn woordkennis op peil is
• Ik weet wat de passé composé (PC) is en kan deze zelf toepassen/gebruiken
• Ik kan een kort reisverslag schrijven en de geleerde vocabulaire en grammatica actief toepassen

Wat betekent: aux Pays-Bas

Wat betekent: il fait froid

Wat betekent: le bateau

Wat betekent: terrible

Wat betekent: difficile

Au travail!

Chapitre 1, bron D > page 32

1. fais ex. 16 a 
2. kijken instructiefilmje op het bord + uitleg docent
3. faire ex. 16 bcde
4. kijken instructiefilmpje op het bord + uitleg docent
5. faire ex. 17 + uitleg PO "journal de vacances"

de passé composé

de passé composé met avoir 

Le passé composé (avoir)

ai

as

a

a

avons

avez

ont

ont

j'

tu

il

elle

nous

vous

ils

elles

PARLÉ

DANSÉ

DONNÉ

ik heb gepraat

Jij hebt gedanst

Hij heeft gegeven

les exeptions - de uitzonderingen

faire > fait               J'ai fait du foot la semaine dernière

doen/maken > gedaan/gemaakt

avoir > eu               J'ai eu une bonne note pour mon exposé

hebben > gehad

être > été               J'ai été en France en septembre

zijn > geweest

Journal de vacances

1. Maak een reisverslag (via Canva of op papier) en beantwoord de vragen uit het voorbeeld van je boek:

- Tu as été où?

- Avec qui?

- Il a fait beau?

- Comment tu as voyagé?

- Tu as fait combien de kilomètres?

- La météo

- La chanson des vacances 

- les villes/villages visités

à la prochaine fois!