3pA - 19/06/25
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat wil je drinken?
Slide 4 - Open vraag
Wat is de dagschotel?
Slide 5 - Open vraag
Ik heb geen mes.
Slide 6 - Open vraag
Heeft u nog wat brood?
Slide 7 - Open vraag
Je déteste ___ jus d'orange.
A
du
B
de
C
le
Slide 8 - Quizvraag
Veel cola.
A
beaucoup du coca
B
beaucoup de coca
C
beaucoup le coca
Slide 9 - Quizvraag
Mon frère mange toujours ___ viande.
A
de la
B
de
C
la
Slide 10 - Quizvraag
Er is geen vis.
Slide 11 - Open vraag
ik ben gegaan
A
j'ai venu
B
je suis venu
C
je suis veni
D
je suis venue
Slide 12 - Quizvraag
elle vient
Slide 13 - Open vraag
Vandaag zijn Emma en Louise gekomen.
Slide 14 - Open vraag
vous venez
Slide 15 - Open vraag
zij zijn gekomen (m)
Slide 16 - Open vraag
daarna
het geluid
bewegen
vooral
bouger
après
le son
surtout
Slide 17 - Sleepvraag
Vertaal:
ik kom
ik kom
Slide 18 - Open vraag
Vertaal:
wij komen -> gebruik NOUS
wij komen -> gebruik NOUS
Slide 19 - Open vraag
Vertaal:
hij is gekomen
hij is gekomen
Slide 20 - Open vraag
Vertaal:
zij is gekomen
zij is gekomen
