Les van Gids Nederlands
In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
In veel zinnen komt een voltooid deelwoord voor:
- Het vliegtuig is op Schiphol geland.
- Robin heeft geen straf gekregen.
- Ik heb mijn kamer opgeruimd.
- Sonja heeft haar zonnebril gepoetst.
- Mijn ouders zijn gisteren vertrokken.
In een zin staat altijd een persoonsvorm. Dit is een werkwoord. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in een zin staan, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord (vd).
Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de persoonsvorm meestal een vorm van zijn, hebben of worden.
Wil je extra uitleg door middel van een filmpje?
Doe je oortjes in en bekijk het volgende filmpje.
- Een voltooid deelwoord begint vaak met
- Een voltooid deelwoord eindigt op: -d, -t of -en.
Lees de tekst.
Noteer in de volgende dia's de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes. Niet alle werkwoorden zijn persoonsvormen.