1bkt1 Taal Cursus 4, par. 4 + 5 (bouwstenen, alfabet, karakter)

Welkom

Taal
Bouwstenen
Nederlands

Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop, lesboek+schrift
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Taal
Bouwstenen
Nederlands

Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop, lesboek+schrift

Slide 1 - Tekstslide

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 4:Bouwstenen

Slide 2 - Tekstslide

Programma vandaag
  • Lezen en #boekpraat                                   12 min
  • Uitleg over bouwstenen cursus 4 Taal   4 min
  • LessonUp samenwerken                            12 min
  • Zelfstandig werken                                       25 min
  • Afsluiting                                                              3 min

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

#Boekpraat
Genre?
Welk genre is je boek? 
Wat vind je van de schrijfstijl?
Nederlands

Wie is de hoofdpersoon?

Slide 5 - Tekstslide

  • Je hebt de belangrijkste begrippen van de cursus Taal tot nu toe herhaald.
  • Je weet wat de bouwstenen van de Nederlandse taal zijn.
Lesdoelen

Slide 6 - Tekstslide

  • Moedertaal, tweede taal, vreemde taal.
  • Streektaal (dialect) en rijkstaal.
  • Taalverandering.
Terugblik
Vandaag
  • Beginnen aan paragraaf 4: Bouwstenen en fonetisch alfabet.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

  • Onze taal bestaat uit bouwstenen.
  • Onze taal 'verengelst'
  • In het Nederlands gebruiken we een alfabet. De losse bouwsteentjes zijn dus onze
    26 letters. Van die bouwsteentjes kun je een bouwwerk (woord) maken
  • Niet elke taal gebruikt een alfabet, in sommige talen hebben ze namelijk geen letters, maar karakters.
Bouwstenen

Slide 9 - Tekstslide

Mercedes
De 'e' in Mercedes spreek je drie keer op een verschillende manier uit? Gek he?

Slide 10 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een taalles
op de basisschool?

Slide 11 - Woordweb

Tekst lezen opdracht 2 (samen)

*Je maakt opdracht 2.
*TH: Je maakt opdracht 3/3 samen met je buurman/buurvrouw.
*HA: Je werkt zelfstandig aan $4 Bouwstenen (opdracht 4 op papier).

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Je werkt in cursus 4 taal $ 4 Bouwstenen:
BK + KGT: $4 / blz. 92

Je maakt opdracht 2 t/m 4.
BK: opdracht 3 + 4 op papier.
KGT: opdracht 3+ 4 op papier.
                        



timer
25:00

Slide 13 - Tekstslide

  • Je hebt de belangrijkste begrippen van de cursus Taal tot nu toe herhaald.
  • Je weet wat de bouwstenen van de Nederlandse taal zijn.
Lesdoelen

Slide 14 - Tekstslide

  • Moedertaal, tweede taal, vreemde taal.
  • Streektaal (dialect) en rijkstaal.
  • Taalverandering.
  • Bouwstenen
Terugblik
Vandaag
  • Beginnen aan paragraaf 5: 
  • Rijm
  • Informele en formele taal
Wanneer gebruik je hoi? en wanneer geachte heer? mevrouw?

Slide 15 - Tekstslide

  • Je leert over formele en informele taal.
  • Je leert over rijm.
Lesdoelen $5

Slide 16 - Tekstslide

Theorie: TH

Slide 17 - Tekstslide

Tekst 1 .... Geachte of hoi?
Je kunt taal op verschillende manieren gebruiken. Netjes en wat losser. Welke taal gebruik je wanneer?

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Je werkt in cursus 4 taal, digitaal of in je lesboek.

BK: $ 5 Formeel en informeel, opdracht 1 t/m 4 (blz. 94)
KGT:$ 5 Formeel en informeel, opdracht 1 t/m 4 (blz. 94)
TH: $ 5 Formeel en informeel, opdracht 1 t/m 4 (blz. 98)




                        



timer
25:00

Slide 19 - Tekstslide