Herhalingsles thema ecologie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Welkom

Welkom! 

Tassen graag van tafel en jassen aan de kapstok 😊

Telefoons thuis of in de kluis

Neem rustig plaats

In welke buis is het zuurstof-gehalte na een uur het laagst?

In welke buis zal het zuurstof-gehalte stijgen of vrijwel stabiel blijven?

✅ Antwoorden:

❓ In welke buis is het zuurstofgehalte na een uur het laagst?

👉 Buis 2 (slak zonder plant)

De slak verbruikt zuurstof voor de verbranding (ademhaling), maar er is geen plant die zuurstof produceert.

Resultaat: zuurstofgehalte daalt snel. 

❓ In welke buis zal het zuurstofgehalte het minst veranderen?

👉 Buis 3 (alleen waterplant)

De waterplant produceert zuurstof door fotosynthese. Er is geen dier dat het verbruikt.

Resultaat: zuurstofgehalte stijgt of blijft vrijwel stabiel.

🌱 Expertiseopdracht – Ecologie en Duurzaamheid

🎯 Doel: Leerlingen verdiepen zich in een deelonderwerp, worden expert en leggen dit helder uit aan de klas.

👥 Samenwerking: De klas wordt ingedeeld in tweetallen. Elk tweetal krijgt een eigen opdracht.

📄 Opdracht: Bestaat uit een kennisvraag én een toepassingsvraag over ecologie of duurzaamheid.

✍️ Voorbereiding: Tweetallen werken samen, gebruiken hun boek/aantekeningen en noteren hun antwoorden.

🎤 Presentatie: Eén leerling presenteert de opdracht, de ander ondersteunt. De klas luistert actief en stelt vragen.

🔁 Reflectie: We bespreken wat goed ging, wat beter kon, en geven elkaar tips & tops.

Lesdoel

1. Je past de belangrijkste concepten en vaardigheden van thema 6 Ecologie toe in examenopdrachten.

2.Je verdiept je ecologische kennis door samen te werken en examengerichte vragen te analyseren en beantwoorden.

Leerdoelen

6.1.1 Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.

6.1.2 Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.

6.2.1 Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en van biomassa weergeven.

6.2.2 Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen verdwijnt.

6.3.1 en 3.2 Je kunt de koolstofkringloop en de stikstofkringloop beschrijven.

6.4.1 Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.

6.4.2 Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven. 

6.4.3 Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren.

6.5. en 6.6 Je kunt uitleggen hoe dieren  en planten zijn aangepast aan hun leefomgeving.

🔍 Werkwijze – Expertgroepen Thema 6: Ecologie en  

Stap 1	De klas wordt verdeeld in tweetallen.
Stap 2	Elk tweetal krijgt een examenopdracht over een onderdeel van thema 6
Stap 3	Elk tweetal wordt expert op hun onderwerp binnen thema 6 Ecologie.
Stap 4	De opdracht wordt uitgewerkt op papier (verplicht).
Stap 5	Aan het einde van de les presenteert elk tweetal hun opdracht aan de klas.
Stap6	De uitgewerkte opdrachten worden ingeleverd en gecontroleerd.

🌱 Voordelen van een expertisegroep – Samenwerkend leren

👥 Actieve samenwerking: Iedereen is verantwoordelijk voor een deel en leert van elkaar.

🎯 Verhoogde betrokkenheid: Elke leerling wordt expert in een specifiek onderdeel van de lesstof.

📚 Dieper begrip: Door iets uit te leggen aan anderen, snap je het zelf ook beter.

💬 Oefenen met presenteren: Je leert jouw kennis helder en gestructureerd over te brengen.

🤝 Versterking van sociale vaardigheden: Je leert overleggen, luisteren en feedback geven.

📖 Brede kennisdeling: Je krijgt inzicht in meerdere onderwerpen doordat elk groepje iets anders behandelt.

✍️ Effectieve herhaling: Door de presentaties en aantekeningen onthoud je de leerstof beter.

📌Presenteren in tweetallen

• Eén leerling uit het tweetal presenteert de opdracht en de antwoorden aan de klas.
• De andere leerling ondersteunt door eventueel aan te vullen of praktische hulp te bieden.
• De rest van de klas luistert aandachtig naar elke presentatie.
• Tijdens het luisteren maak je aantekeningen van belangrijke informatie.
• Na de presentatie mag je een aanvulling geven of een inhoudelijke vraag stellen.

Als je denkt dat een antwoord niet klopt, geef dan beargumenteerd aan waarom.

📌 Klassikale evaluatie na de presentaties

• We bespreken samen wat goed ging tijdens de presentaties.
• We denken na over wat er de volgende keer beter kan.
• Iedereen mag tips geven aan elkaar (tips = verbeterpunten).
• Iedereen mag tops delen (tops = dingen die juist goed gingen).
• Focus op samenwerken en presenteren: hoe ging dat?