Tekstverbanden 3bb

Stap 1:
Signaalwoorden herkennen
4 vragen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stap 1:
Signaalwoorden herkennen
4 vragen

Slide 1 - Tekstslide

Doordat ik mij verslapen heb, ben ik te laat.

Wat is het signaalwoord in deze zin?
A
ben
B
verslapen
C
ik
D
doordat

Slide 2 - Quizvraag

Ik ben in veel verre landen geweest, bijvoorbeeld in Colombia en China.

Wat is het signaalwoord in deze zin?
A
verre
B
bijvoorbeeld
C
veel
D
landen

Slide 3 - Quizvraag

Zijn moeder houdt niet van vlees, maar zijn vader is er dol op.


Wat is het signaalwoord in deze zin?
A
moeder
B
niet
C
maar
D
vlees

Slide 4 - Quizvraag

Jan kookt rijst en daarnaast wat groenten.


Wat is het signaalwoord in deze zin?
A
daarnaast
B
kookt
C
rijst
D
groenten

Slide 5 - Quizvraag

Stap 2:
Wat voor verband hoort er bij de signaalwoorden?
4 vragen. 

Slide 6 - Tekstslide

Doordat ik mij verslapen heb, ben ik te laat.

Doordat = signaalwoord
Bij welk verband hoort het signaalwoord?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
voorbeeld
D
opsomming

Slide 7 - Quizvraag

Ik ben in veel verre landen geweest, bijvoorbeeld in Colombia en China.

bijvoorbeeld = signaalwoord
Bij welk verband hoort het signaalwoord?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
voorbeeld
D
opsomming

Slide 8 - Quizvraag

Zijn moeder houdt niet van vlees, maar zijn vader is er dol op.

maar = signaalwoord
Bij welk verband hoort het signaalwoord?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
voorbeeld
D
opsomming

Slide 9 - Quizvraag

Jan kookt rijst en daarnaast wat groenten.


daarnaast = signaalwoord
Bij welk verband hoort het signaalwoord?
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
voorbeeld
D
opsomming

Slide 10 - Quizvraag