Par. 2.5 Het verloop van de Franse Revolutie: Napoleon

1 / 29
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Vandaag
1. Uitleg par. 2.5
2. Opdrachten 18, 19 e n 20 
3. Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag
1. Noem twee belangrijke punten uit Code Napoléon. 
2. Van welke idealen uit de Franse Revolutie moest Napoleon niets hebben?
3. Wat bleef er van de Franse Revolutie over in Europa? Noem vier punten. 

Slide 3 - Tekstslide

Napoleon Bonaparte

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Kaart

Napoleon Bonaparte
  • Geboren op het eiland Corsica op 15 augustus 1769
  • Hij was afkomstig uit de derde stand (zijn vader was advocaat)
  • Het gezin was niet rijk, maar Napoleon kon toch studeren.
  • Hij ging op zijn 15e naar een militaire school.

"Niet je afkomst, maar je kundigheid bepaalt of je carrière". 

Slide 6 - Tekstslide


Staatsgreep van Napoleon
november 1799


  • Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
  • Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 7 - Tekstslide

Na de staatsgreep
  • Propaganda d.m.v. schilderijen. 
  • Een nieuwe grondwet

Slide 8 - Tekstslide

Code Napoléon
Alle wetten en regels vastgelegd in één wetboek. Deze golden ook in de veroverde gebieden:

  • Iedereen gelijk voor de wet. Voor iedereen dezelfde wetten en straffen. 

Maar...
  • Geen algemeen kiesrecht en vrijheid van meningsuiting. 
  • De ongelijkheid bleef bestaan. 
Banen zijn toegankelijk voor iedereen. 
Iedereen krijgt dezelfde straf. 
Mensen mogen niet meer gevangen worden genomen onder dat er een openbaar rechtszaak opvolgde (met een advocaat en getuigen). 
  • Burgerlijk wetboek= achternamen voor iedereen.
  • Centralisatie ingevoerd, onderwijs verbeterd.
  • geen standenmaatschappij. 

Slide 9 - Tekstslide


Napoleon wordt dictator
1799-1804


  • Napoleon heeft niet zoveel met de idealen van de Revolutie.
  • Hij schakelt tegenstanders uit en wordt langzaamaan dictator van Frankrijk.
  • Het volk heeft, door zijn overwinningen, alle vertrouwen in Napoleon.
  • Andere Europese burgers hoopte dat Napoleon hun land zouden veranderen. Hij werd aan het begint door vele enthousiast ontvangen.  

Slide 10 - Tekstslide

Napoleon kroont zichzelf keizer
1804

  • Nu Napoleon de absolute baas is in grote delen van Europa, kroont hij zichzelf tot keizer.
  • Na 15 jaar revolutie lijkt Frankrijk terug bij af: er is weer één man de baas. 
  • Geen inspraak, geen vrijheid van meningsuiting en
censuur.
  • Successen in de oorlog: blije volk en soldaten. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Naast de macht in Frankrijk, verovert Napoleon ook grote delen van Europa. Ook Nederland wordt bezet door Frankrijk van 1794 tot 1815. 

Nederland wordt de Bataafse Republiek, maar de Nederlanders zelf hebben maar weinig te zeggen.

Slide 13 - Tekstslide

Europa onder Napoleon
  • Hij benoemde overal familieleden en vrienden tot koning. 
  • Onderworpen volken moesten veel belasting betalen en troepen leveren voor zijn oorlogvoering.

Europa was blij met Code Napoléon, maar de meeste mensen wilden van hem af. 

 

Slide 14 - Tekstslide


Tocht naar Rusland
juni 1812




  • Napoleon had gehoopt dat Rusland een bondgenoot zou zijn. 
  • Dat valt tegen en Napoleon kan maar één ding doen: Rusland aanvallen.
  • Hij verovert Moskou, maar de stad wordt door de Russen zelf in brand gestoken (tactiek van verschroeide aarde). Napoleon is verbijsterd...

Slide 15 - Tekstslide


Napoleons terugtocht
oktober 1812




  • Rusland wordt zijn ondergang. 
  • De Russische tactiek én gevreesde winter verwoesten het Grande Armée van Napoleon.

Slide 16 - Tekstslide


Napoleon "verslagen"
  • 1813 Grand Armee kwam verzwakt uit Rusland. 
  • Een enorm Russische, Oostenrijkse en Pruisische leger versloeg Napoleon =  slag bij Leipzig. 



Slide 17 - Tekstslide

Elba
Napoleon wordt verbannen naar het eiland Elba voor de kunst van Italië. 

Slide 18 - Tekstslide


Verbannen naar Elba
1814




  • Napoleon wordt in 1814 afgezet en verbannen naar het eiland Elba, maar hij weet te ontsnappen en Parijs te bereiken.
  • De Fransen juichen hem toe als hij langsrijdt: Napoleon wordt opnieuw keizer

Slide 19 - Tekstslide


Slag bij Waterloo
1815




  • Napoleon wordt verslagen door o.a. Engeland, Pruisen en de Nederlanden in de Slag bij Waterloo. 
  • Napoleon wordt opnieuw verbannen. Nu voorgoed.
  • De rest van zijn leven zal hij doorbrengen op St. Helena (Atlantische Oceaan)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Video


Napoleon sterft
1821




Napoleon sterft op 5 mei 1821 op 51-jarige leeftijd aan maagkanker. 
Zijn lichaam werd naar Parijs gebracht, waar zijn praalgraf 
tegenwoordig nog steeds te vinden is.

Slide 23 - Tekstslide

Erfenis van Napoleon

  • Burgerlijke stand: aangifte van geboorte en sterfte (Code Napoléon)

Bijzaken:
  • Invoering van achternamen,  van het metrieke stelsel (meters, kilometers), rechts rijden...
  • Nederland wordt écht één land

Slide 24 - Tekstslide

Congres van Wenen, 1815
Er komt een machtsevenwicht in Europa:
- Oprichtingen of afschaffen van (nieuwe) landen /  herstellen van vorstendommen.
- Grenzen
- Invoeringen van grondwetten

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

De gevolgen van de Franse Revolutie (1)
  • Herstellen van vorstendommen.
  • Hervormingen zoals de Code Napoléon bleven bestaan. 
  • Invoeren van een grondwet, waarbij de macht van de koning werd beperkt en de volkgsvertegenwoordigingen worden gekozen door rijke burgers.

Slide 27 - Tekstslide

De gevolgen van de Franse Revolutie (2)
  • De Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger werd de uitgangspunt voor grondwetten in veel laden, waaronder ook de VS en de EU. 
  • Een scheiding van Kerk en staat = vrijheid van godsdienst. 

Slide 28 - Tekstslide

Afsluiten
3. Wat bleef er van de Franse Revolutie over in Europa? Noem vier punten. 
timer
2:00

Slide 29 - Tekstslide