woordenschat blok 3

• Lezen
• Basisschool
• Groep 4

blok 3 

reizen

begroeten

halverwege

kompas

landkaart

de bidon

een plastic fles om onderweg uit te drinken.

de vreemdeling

Hij kent niemand en niemand kent hem 

begroeten

Hallo zeggen of iemand een hand geven als je ergens aankomt

 halverwege

Op deze tekening ligt de berg halverwege tussen de twee rode stippen

verdwalen

In dit grote bos kan je makkelijk verdwalen

Je gaat steeds de verkeerde kant op 

Om te weten welke
kant je op moet of
waar je bent

1. de bidon
2. het luchtbed
3. het kompas
4. het zakmes

een soort tas die
je op je rug
kan dragen

1. het luchtbed
2. de rugzak
3. het kompas
4. het fototoestel

De vreemdeling

1. iemand die je niet kent
2. iemand die je al vaker hebt gezien
3. iemand die gek doet
4. mijn familie

Op expeditie gaan

1. op reis gaan
2. op reis gaan om iets te ontdekken
3. iets ontdekken
4. thuis blijven in je kamer

Halverwege

1. je krijgt de helft
2. je weegt de helft af
3. je bent op de helft
4. je bent er bijna

verdwalen

1. een kant op gaan, omdat je het wil
2. een verkeerde kant op gaan, maar je weet het niet
3. van een berg naar beneden lopen
4. je verstoppen

Aan de slag.

Hou bladzijde 42 van je boek met de woorden van blok 3 erbij .

Pak je werkboek bladzijde 17.