Thema 3 Thuis in je huis B 1 t/m 3

Thuis in je huis
Thema 5



1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 2,4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thuis in je huis
Thema 5



Slide 1 - Tekstslide

(Vul aan)Met de mensen waarmee je samenwoont vorm je een familie, maar dat heet ook een _________

Slide 2 - Open vraag

(vul aan) Alles waarvoor in het huishouden moet worden gezorgd heet ook wel een _________

Slide 3 - Open vraag

Als ouderen hulp nodig hebben kunnen ze in een speciale woning gaan wonen bij een verzorgingshuis.
Zo'n huis heet ook wel een
A
Opsta-woning
B
Aanleun-woning
C
Geschakelde-woning
D
Zorg-woning

Slide 4 - Quizvraag

Mannen en vrouwen precies doen wat hun rol is noemen wij ook wel
A
Rolgedrag
B
Emancipatie
C
Beide antwoorden zijn juist
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 5 - Quizvraag

Vroeger hadden vrouwen even veel rechten als mannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Meisjes mochten vroeger WEL studeren
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Vroeger of nu......
Kant en klaar maaltijden en stofzuigen
A
Vroeger
B
Nu

Slide 8 - Quizvraag

Waar / niet waar.....
Kosten zorgtaken met moderne apparatuur MEER tijd dan vroeger?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Waar / Niet waar
De moeder van Tycho heeft een baan buiten huis. Is dat een vorm van emancipatie?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Waar / Niet waar
Harrie houdt zich aan zijn rol als man.
Is dat een vorm van emancipatie?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

LAT-relatie betekent ook wel
A
Living almost together
B
Letting apart together
C
Living apart together
D
Living at time

Slide 12 - Quizvraag

Omschrijf wat een LAT-relatie is
(hooguit 2 zinnen)

Slide 13 - Open vraag

(Vul aan) Mensen zonder partner zijn___________
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Eenouder gezin
B
Eenzaam
C
Single
D
Alleenstaand

Slide 14 - Quizvraag

Tim woont samen met zijn vader en moeder én zijn vier broertjes en zus.
Dit heet ook wel een_____
A
Lat-relatie
B
Homo huwelijk
C
Eenouder-gezin
D
Groot-familie

Slide 15 - Quizvraag

(Vul aan) Als twee vrouwen met elkaar gaan trouwen heet dat een________

Slide 16 - Open vraag

Noem drie voorbeelden van samenleven

Slide 17 - Open vraag

Mensen die ongehuwd samenwonen kunnen een afspraak maken bij de notaris voor het opstellen van een____
A
Samenlevingscontract
B
Huwelijk

Slide 18 - Quizvraag