Quiz leerjaar 2

Quiz Drama
Klas 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Quiz Drama
Klas 2

Slide 1 - Tekstslide

Drama
Welke onderwerpen weet je nog?

Slide 2 - Woordweb

Sleep de teksten naar de juiste onderwerpen
Wie
Wat
Waar
Waarom
Wanneer
Personage
Conflict
Locatie
Motief
Tijd

Slide 3 - Sleepvraag

Een personage is:
A
de uitbeelding van een persoon in een verhaal
B
speelgoed voor kinderen
C
iets wat je kunt eten
D
ruzie tussen twee mensen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe ontstaat een conflict?
A
Door een botsing tussen twee aardplaten
B
Door een botsing tussen twee auto's
C
Door een botsing van tegengestelde belangen
D
Door twee verschillende stoffen met elkaar te mengen

Slide 5 - Quizvraag

Welke soorten
conflicten zijn er?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de 4 b's? (basis emoties)

Slide 8 - Open vraag

Welke van deze basisemoties heb jij het meest ervaren tijdens deze lockdown?

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn de belangrijkste technieken om een personage te spelen?
A
Emoties voelen van binnen
B
Je goed inlezen in wat de geschiedenis is van een personage
C
Het publiek van te voren vertellen wie je gaat spelen
D
Je stem, mimiek en fysiek gebruiken

Slide 10 - Quizvraag

Wie is deze man?

Slide 11 - Open vraag

Slapstick is.... ?
A
een vorm van drama waarbij de held ten onder gaat
B
een vorm van komedie waarbij lichamelijke acties de hoofdrol spelen
C
een vorm van theater waarbij tekst en dans wordt gecombineerd op muziek
D
iets wat je kunt kopen in de winkel

Slide 12 - Quizvraag

Bekijk dit fragment vanaf 9:20 tot 11:50

Slide 13 - Tekstslide

Welke slapstick techniek werd hier het meest duidelijk?
A
Stagefighting
B
Herhaling
C
Stil spel
D
Verwachtingspatroon

Slide 14 - Quizvraag

Vertel toneel

Slide 15 - Woordweb

Wat is geen vertel techniek?
A
Oogcontact met publiek
B
Goed voorbereiden
C
Dansen
D
Gebaren maken

Slide 16 - Quizvraag

Wat moet je vooral niet doen tijdens een vertel stuk/ presentatie?

Slide 17 - Open vraag

Welke omschrijving is juist over de speelstijl Musical?
Musical is...
A
een combinatie van theater met muziek liedjes, dialogen, monologen en dans
B
een combinatie van theater met tragische elementen waarbij de hoofdpersoon dood gaat
C
een vorm van theater waarbij een groot ensemble circusachtige trucs ten tonele brengt
D
voor wijven

Slide 18 - Quizvraag

Welke omschrijving is juist over de speelstijl Opera?
Opera is...
A
Saai en voor oude mensen
B
een vorm van theater waarbij de acteurs/zangers hun tekst zingen op klassieke muziek
C
een klassieke vorm van toneel waarbij mensen mee kunnen lezen in een boekje
D
een vorm van clownerie waarbij fysiek spel centraal staat

Slide 19 - Quizvraag

Wie is wie? Sleep de naam naar de juiste persoon.
timer
1:00
Adolf Hitler
Bertold Brecht 
Stanislav-ski
Charlie Chaplin
Chantal Janzen

Slide 20 - Sleepvraag

Welke film is dit?

Slide 21 - Open vraag

Wat was de verwerkingsopdracht bij deze film?
A
Dialoog schrijven over het thema uit de film
B
Scène naspelen uit de film
C
Groepsgesprek over het onderwerp cyberpesten
D
De film analyseren en uitwerken in een storyboard

Slide 22 - Quizvraag

Improviseren

Slide 23 - Woordweb

Wat moet je vooral niet doen bij improviseren?
A
Iets nieuws bedenken
B
De ander laten 'shinen'
C
Incasseren
D
Blokkeren

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het geslacht van de baby?
A
Jongen
B
Meisje

Slide 25 - Quizvraag

Deze quiz was....?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Wat wil je nog aan mij kwijt?

Slide 27 - Open vraag

Einde 

Slide 28 - Tekstslide