3pB - 11/04/24

Jeudi 11 avril 2024

Programme:
  • Plenda
  • Finir Chap. 3 Leçon D
Devoirs 12/04:
Finir Chap. 3 Leçon D, apprendre D 
la grammaire p. 127
Herhalen ABC

Chap 3 SO 1 - 19/04!!!!! ABCD
Chap. 3 PW - 24/05
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Jeudi 11 avril 2024

Programme:
  • Plenda
  • Finir Chap. 3 Leçon D
Devoirs 12/04:
Finir Chap. 3 Leçon D, apprendre D 
la grammaire p. 127
Herhalen ABC

Chap 3 SO 1 - 19/04!!!!! ABCD
Chap. 3 PW - 24/05

Slide 1 - Tekstslide

De passé composé 
donner  (geven)
vendre  (verkopen)
finir  (eindigen)
j'
ai donné
ai vendu
ai fini
tu
as donné
as vendu
as fini
il/elle/on
a donné
a vendu
a fini
nous
avons donné
avons vendu
avons fini
vous
avez donné
avez vendu
avez fini
ils/elles
ont donné
ont vendu
ont fini

Slide 2 - Tekstslide

Passé-composé
Passé composé van être & avoir

Slide 3 - Tekstslide

Faire et prendre
-Wij hebben onze huiswerk gedaan.
-ik heb mijn jas meegenomen.

Slide 4 - Tekstslide

Réponses
Nous avons fait nos devoirs.
J'ai pris ma veste.

Slide 5 - Tekstslide

Le passé composé, traduis?
  1. Ik heb met de trein gereisd? 
  2. Ik heb een rustige plek gekozen
  3. Ik heb een uur gewacht
  4. Ik heb een fiets gehad
  5. Ik ben in Parijs geweest
  6. Ik heb getennist
  7. Ik heb een ticket genomen

Slide 6 - Tekstslide

Passé composé avec être
Is het onderwerp van je zin...
  • ...vrouwelijk enkelvoud: zet een extra 'e' achter het voltooid deelwoord. Bijv.: Elle est allée / Stéphanie est allée.
  • ...mannelijk meervoud: zet een extra -s achter het voltooid deelwoord. Bijv.: Ils sont entrés / Mathieu et Jean sont venus
  • ...vrouwelijk meervoud: zet een extra -es achter het voltooid deelwoord. Bijv.: Elles sont montées / Caroline et sa soeur sont arrivées

Slide 7 - Tekstslide

vous (aller = gaan, passé composé)

passé composé
A
êtes allée
B
êtes allé
C
êtes allés
D
êtes allées

Slide 8 - Quizvraag

Elles...
(passé composé)
A
sont restées
B
sont resté
C
sont restée
D
sont restés

Slide 9 - Quizvraag

Passé Composé: Ik ben geweest
timer
0:10
A
Je suis être
B
Je suis êté
C
J'ai été
D
J'ai être

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.

Slide 12 - Quizvraag

Il est trois heures moins 20.
A
Het is 20 over drie.
B
Het is tien voor half 4.
C
Het is 10 over half 3.
D
Het is tien over half 4.

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
trois heures dix

Slide 14 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
sept heures et demie

Slide 15 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
kwart over vijf

Slide 16 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
minuit moins le quart

Slide 17 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
kwart over 12 's middags

Slide 18 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
10 voor 7 ('s morgens)

Slide 19 - Open vraag

Welke tijd is het vroegst?
A
sept heures dix
B
sept heures moins cinq
C
sept heures vingt
D
sept heures

Slide 20 - Quizvraag

Welke tijd is correct gespeld?
A
Il est trois heure et demie.
B
Il est trois heures et demi.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heurs et demie.

Slide 21 - Quizvraag

Hoe laat begint de kleine pauze?
Geef antwoord in het Frans.

Slide 22 - Open vraag

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
deux heures moins dix
deux heures vingt
deux heures moins le quart
deux heures et demie
deux heures cinq

Slide 23 - Sleepvraag

Noteer 6 Franse woorden
die met de klok
te maken hebben

Slide 24 - Woordweb

Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.

Slide 25 - Quizvraag

Il est huit heures et quart.
A
Het is 8 uur.
B
Het is 10 over 8.
C
Het is kwart over 8.
D
Het is kwart voor 8.

Slide 26 - Quizvraag

Apprendre/leren:
vocabulaire 
Réviser/Herhalen 
vocabulaire 

-DEVOIRS-

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk, pour vendredi :
  • Apprendre 1 page 32
  • Online methode: civilisation
    (inhoudsopgave & quiz) 

Slide 28 - Tekstslide