2.3 Spieren

Spieren
1 / 22
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Spieren

Slide 1 - Woordweb

2.3 Begrippen en leerdoelen 
Begrippen: 
spierbundels, spiervezels, pezen, buigspieren, strekspieren,biceps, triceps, antagonisten, glad spierweefsel, hartspierweefsel, skeletspieren, lengtespieren, kringspieren, onwillekeurige spieren, willekeurige spieren

Leerdoelen:
  • Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven
  • Je kunt aangeven hoe antagonisten samenwerken
  • Je kunt voorbeelden noemen van 3 typen spieren met hun kenmerken
  • Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Bouw van een spier

Spierschede: stevig bindweefsel om een spier

Pezen: bevestigen spieren aan beenderen, 

               ze trekken niet samen

Spierbundels: Bundel spieren omgeven door bindweefsel

Spiervezel: ontstaan door samensmelting van vele spiercellen
                        die 2 typen spiereiwitten bevatten
                        die in elkaar kunnen schuiven
waardoor de spier dikker, stijver en korter wordt.


Slide 4 - Tekstslide

Spieren werken samen met zenuwen en botten maar ook met bloedvaten om aan brandstof en zuurstof te komen en afvalstoffen af te voeren.
  • Een spier zit met pezen vast aan de beenderen.
  • Aanhechtingsplaats: de plaats waar een pees aan een bot zit.
  • Een spier kan samentrekken, een pees niet.
  • Een spier bestaat uit een aantal spierbundels.
  • Een spierbundel bestaat uit een aantal spiervezels.
  • Een spiervezel bestaat uit spiercellen.

Slide 5 - Tekstslide

Antagonisten 
Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontspannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 6 - Tekstslide

antagonisten
Antagonisten    Buig- en strekspier: bi- en triceps       Voel maar bij jezelf 

Slide 7 - Tekstslide

Antagonisten
  1. Wat is de antagonist van je biceps? 
  2. Wat is de antagonist van je kuitspier?

    Tot nu toe hadden we het over je skeletspieren waar jij over beslist: willekeurige spieren

Slide 8 - Tekstslide

gladde spieren in je darmen zijn onwillekeurige spieren
de hartspier is een onwillekeurige spier
Onwillekeurige spieren worden nooit moe en werken vanzelf

Slide 9 - Tekstslide

3 typen spierweefsel
Hartspierweefsel is super sterk verbonden met elkaar met dwarsbruggen
Skeletspierweefsel bestaan uit lange vezels van meerdere cellen
Glad spierweefsel zijn niet dwarsgestreept en bevatten geen vezels


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video


In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierpijn

Slide 12 - Tekstslide

Spierpijn voorkomen
  1. Goede warming up
  2. Langzaam de kracht opbouwen per training. 
  3. Met lange pauzes beginnen en langzaamaan steeds kortere pauzes nemen tijdens de training. 
  4. Goede cooling down
  5. Voldoende rust tussen de trainingen door

Slide 13 - Tekstslide

Spier
Spierschede
Spiervezel
Pees
Spierbundel

Slide 14 - Sleepvraag

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je de tegengestelde spier van een spier die actie onderneemt?
A
Antagonist
B
Anagonist
C
Antigonist
D
Antiwerker

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet spier 1?
Hoe heet spier 2?
A
Nr 1: armbuigspier Nr 2: armstrekspier
B
Nr 1=armstrekspier Nr 2=armbuigspier

Slide 17 - Quizvraag

Uit welk spierweefsel bestaan spieren rondom de darm?
A
Dwars gestreept spierweefsel
B
Hart spierweefsel
C
Glad spierweefsel
D
Geblokt spierweefsel

Slide 18 - Quizvraag

Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'. Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, dit is een hartspier
C
Nee, dit komt alleen bij insecten voor
D
Ja, dit is een skeletspier

Slide 19 - Quizvraag

Welke soorten spieren zijn er?
Dwarsgestreepte spieren

Gladde spieren

Hartspieren

Slide 20 - Sleepvraag

Ik begrijp de bouw en werking van 3 typen spieren (2.3)
A
Ik moet hier nog aan werken
B
Ik begrijp dit bijna
C
Ik begrijp het!
D
Ik kan dit aan een ander uitleggen

Slide 21 - Quizvraag

Zelf aan het werk:
  • Bestudeer 2.3 en maak een samenvatting met de begrippen 
  • Maak 2.3 online (of in het werkboek als dat niet lukt)

  • Volgende week een echt snijpracticum!!

  • Tip: mocht je iets lastig vinden, vraag om extra uitleg bijvoorbeeld via teams chat of Magister mail.

Slide 22 - Tekstslide