Nieuws maken

Nieuws maken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingISK

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nieuws maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt op?

Slide 4 - Tekstslide

- Plaatje / diagram / schema
- Nieuwsartikel (informatief)
- Mening / Betoog
- Interview
- Recensie
- Fotorapportage
- Videorapportage
Hoe trek je de aandacht?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • nieuwsartikel
  • interview
  • cartoon
  • Opinie (= mening)
  •  review

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cartoonist
Een cartoonist is iemand die commentaar geeft op het nieuws met een tekening. Zulke tekeningen noem je  spotprenten. 

Het zijn vaak grapjes over politici of andere bekende personen. Een spotprent komt in de krant als het nieuws al bekend is. Meestal één of meerdere dagen daarna. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je een krantenartikel?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1 - Voorbereiden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden
  1. Bepaal het onderwerp van je artikel. Welk nieuws wil je brengen? 
  2. Bepaal de doelgroep van je krantenartikel. Voor wie is het krantenartikel bedoeld? 
  3. Bepaal hoe je aan de feiten wilt komen. Welke bronnen gebruik je? Wie ga je interviewen, waar ga je kijken? Kortom, waar haal je je informatie vandaan?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2 - Informatie verzamelen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijkste vragen

In het artikel moet staan:
- Wat er is gebeurd
- Waar het is gebeurd
- Wanneer het is gebeurd
- Wie erbij waren
- Waarom het is gebeurd
- Hoe het is gebeurd

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3 - Schrijven

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van een krantenartikel
  • Het bericht begint met de kop. 
  • De eerste alinea noemen we een ‘lead’. 
  • Daaronder staat de plaats waar de verslaggever zich bevindt.
  • In de alinea’s na de lead werk je het nieuwsverhaal verder uit. Hierin geef je meer details over het nieuwsfeit.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begin met de kop.
- De kern van het nieuws 
- Minstens twee  W-vragen beantwoorden

- Weinig voorzetsels en lidwoorden
- Duidelijk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lead (= inleiding)
 Geef antwoord op minstens drie van de vijf W’s: Wie? Wat? Waar? Wanneer? en Waarom?

De wijkagent heeft het moeilijk (wie). Hij zou de ogen en oren in zijn buurt zijn (wat), maar zijn tijd wordt steeds meer opgeslokt door andere taken (waarom). 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • Je gaat samen nieuws maken
  • Spreek met elkaar af wat je gaat maken, bijv. een krantenartikel, interview, cartoon, opiniestuk (=mening over iets) óf een video 
  • Zoek naar nieuws in de school of nieuws uit Oss
  • Bedenk wat je nodig hebt om het nieuws te kunnen maken

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je allemaal in een krant?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies