leerjaar 1 trapgevelhuisje deel 4

AT
Blok
Datum 

Welkom
Ga lekker zitten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

AT
Blok
Datum 

Welkom
Ga lekker zitten

Slide 1 - Tekstslide

Startslide (deze staat open op het moment dat de leerlingen binnenkomen)

Deze slide geeft de eerste informatie over de les die ze gaan volgen. 
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

De incheck (rol = gastheer/ pedagoog)
Je verwelkomt de leerlingen
Je controleert of iedereen aanwezig is
Je peilt hoe iedereen erbij zit en afhankelijk van het lesuur kun je hier meer of minder aandacht aan besteden.
De startvraag kan per les verschillen; wat wil je van je leerlingen weten?

Overzicht van de les
Wat staat er allemaal op het programma vandaag?
Het maken van een trapgevelhuisje

Slide 3 - Tekstslide

Lesoverzicht (rol = presentator)
Je vertelt hoe de les er uit gaat zien, wat er aan bod gaat komen en maakt dit visueel met eventueel een tijdspad.
Vertel / laat ook zien wanneer leerlingen moeten luisteren, oefenen en actief gaan toepassen.

Verwachtingen 
Normatief kader

Slide 4 - Tekstslide

Verwachtingen gedrag tijdens de les ( rol = gasteer / pedagoog)
Je laat zien wat je van leerlingen verwacht tijdens de les op het gebied van gedrag, werkhouding, inzet. Je gaat hierbij uit van het normatieve kader
Je laat zien wat de leerlingen van jou mogen verwachten deze les
Je bespreekt/ maakt afspraken over wat de eventuele consequenties zijn als het gewenste gedrag, inzet of werkhouding niet gezien wordt
 


Lesdoel
-Ik klem mijn werkstuk zelfstandig in de bankschroef
-ik kan zelfstandig plaatmateriaal onder een hoek zetten...

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel (rol = didacticus)
Je deelt een concreet, meetbaar doel dat bestaat uit een concept en een vaardig-heid
Het doel wordt geformuleerd vanuit de leerling; ik kan, ik begrijp, ik weet, ik leg uit hoe….

Activeren voorkennis
Terugblik en aandachtspunten
Wat ging er goed?   
Wat kon beter?  
doelen vorige les:-Ik kan een sjabloon overtekenen
-ik kan aluminium plaat knippen met de hoekknipper...

Slide 6 - Tekstslide

Activeren van voorkennis (rol = didacticus)
Stel een vraag over eerder behandelde kennis die voorwaardelijk is voor de nieuwe kennis die je gaat aanbieden
Zorg dat alle leerlingen worden geactiveerd; nadenken, schrijven, een opdracht maken
Laat leerlingen voorkennis uitwisselen met klasgenoten; aanvullen, corrigeren, bevestigen
Geef enkele korte, willekeurige beurten
Benoem expliciet het verband tussen de voorkennis en het lesdoel

Instructie
  • Uitleg van begrippen en vaardigheden die leerlingen in deze les tegen gaan komen ;
- deze gereedschappen/machines gaan we in de les gebruiken
-  concreet: veiligheid staat voorop


         liniaal                               sjabloon                  benodigd: een plaatje aluminium van 21 x 15 cm      
                                                                                          knippen met de hefboomschaar

                                                                                                                                                                                                   bramen   vijlen           

Slide 7 - Tekstslide

Instructie (rol = didacticus)
Je doet voor hoe een opdracht, oefening of een bepaald probleem moet worden aangepakt en ondersteunt met (concreet) materiaal. Neem de leerlingen ook verbaal mee door de stappen die genomen moeten worden. 
Je legt de nadruk op het proces en stimuleert dat leerlingen hun gedachten verwoorden.

Instructie
  • Uitleg van begrippen en vaardigheden die leerlingen in deze les tegen gaan komen ;
- deze gereedschappen/machines gaan we in de les gebruiken
-  concreet: veiligheid staat voorop

overnemen sjabloon                      knippen met de                           tekenen van de trapgevel   klaar om te boren      boorgat gecenterd??
                                                                  uithoekknipper                           en boorgaten

Slide 8 - Tekstslide

Instructie (rol = didacticus)
Je doet voor hoe een opdracht, oefening of een bepaald probleem moet worden aangepakt en ondersteunt met (concreet) materiaal. Neem de leerlingen ook verbaal mee door de stappen die genomen moeten worden. 
Je legt de nadruk op het proces en stimuleert dat leerlingen hun gedachten verwoorden.

Instructie
  • Uitleg van begrippen en vaardigheden die leerlingen in deze les tegen gaan komen ;
- deze gereedschappen/machines gaan we in de les gebruiken
-  concreet: veiligheid staat voorop

            boren en verzinken                bramen vijlen                              zetten op de zetbank                         verfsprayen



Slide 9 - Tekstslide

Instructie (rol = didacticus)
Je doet voor hoe een opdracht, oefening of een bepaald probleem moet worden aangepakt en ondersteunt met (concreet) materiaal. Neem de leerlingen ook verbaal mee door de stappen die genomen moeten worden. 
Je legt de nadruk op het proces en stimuleert dat leerlingen hun gedachten verwoorden.

Veilig 
werken
werkschoenen
veiligheidsbril
lang haar vast maken
werkstukklem gebruiken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belang van de les
Op een verantwoorde wijze omgaan met materialen , gereedschappen en machines.
Ik weet wat de opdracht is en hoe ik op de juiste wijze aan het werk kan gaan

Slide 11 - Tekstslide

Belang van de les ( rol = didacticus)
Geef verschillende redenen waarom het lesdoel belangrijk is (persoonlijk, het echte leven, leren op school)
Vraag leerlingen naar aanvullende redenen
Stel controle vragen over het belang van de les

Begeleide inoefening
"Ik doe het voor, we doen het samen, (jullie doen het samen) en dan doe je het zelf"
Heb je extra hulp nodig ! 
Gewoon vragen...

Slide 12 - Tekstslide

Begeleide inoefening (rol = didacticus)
Los samen met de leerlingen een voorbeeld-probleem op en stel hierbij veel vragen om het begrip te controleren
Laat leerlingen samen een probleem oplossen en blijf het begrip controleren.
Stel vragen en laat leerlingen zo veel mogelijk hun denkproces verwoorden.


Kleine lesafsluiting
-Ik klem mijn werkstuk zelfstandig in de bankschroef
-ik kan zelfstandig plaatmateriaal onder een hoek zetten...

Slide 13 - Tekstslide

Lesafsluiting (rol = afsluiter)
Je controleert of het lesdoel is behaald door de klas een vraag te stellen of een opdracht te geven en de antwoorden / oplossingen te controleren
Wanneer <80% leerlingen een correct antwoord/ oplossing geeft, zet je de klassikale instructie voort


Zelfstandige verwerking / verlengde (verrijkte) instructie
- Wat moet ik maken?
- Wanneer is de docent beschikbaar voor hulp?
- Hoe lang mag ik er over doen?
-  Welke hulpmiddelen mag ik gebruiken?
- Mag ik overleggen / samenwerken?
- Welke concrete vervolgopdracht ligt er als ik klaar ben?

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (rol = dicdacticus/ leercoach)
De leerlingen die het doel behaald hebben, kunnen zelfstandig de verwerking gaan doen. Geef hierbij het volgende aan:
Wat moet ik maken?
Wanneer is de leerkracht beschikbaar voor hulp
Hoe lang mag ik er over doen?
Welke hulpmiddelen mag ik gebruiken?
Mag ik overleggen / samenwerken?
Welke concrete vervolgopdracht ligt er als ik klaar ben?
Met de leerlingen die het lesdoel nog niet behaald hebben herhaal/verdiep je de instructie en begeleiding

Grote lesafsluiting
Wat ging goed
Wat kon beter
Wat heb je geleerd
-Ik klem mijn werkstuk zelfstandig in de bankschroef
-ik kan zelfstandig plaatmateriaal onder een hoek zetten...

Slide 15 - Tekstslide

Grote lesafsluiting (rol = afsluiter )
Je bespreekt hoe de les is verlopen ; gedrag, werkhouding, samenwerking, inzet enz. Evalueer vooral ook het proces.
Eventueel tips en tops voor jou als docent
Eventueel vooruitkijken op volgende les
Je sluit de les in Magister af


Periodieke terugblik
als de opdracht klaar is:
- aan welke doelen heb je gewerkt
-welke vaardigheden heb je geleerd
-met welke nieuwe machines /gereedschappen/materialen heb je gewerkt

Slide 16 - Tekstslide

Periodieke terugblik (rol = afsluiter / leercoach)
Bijvoorbeeld na elk leerstofonderdeel of een keer per week.