Grammatica zinsdelen: lijdende en bedrijvende vorm

GRAMMATICA ZINSDELEN
opdracht 1:
Welke twee zinnen betekenen hetzelfde?
1. Deze schrijver publiceert dit jaar een nieuwe roman.
2. Deze schrijver heeft dit jaar een nieuwe roman gepubliceerd.
3. Door deze schrijver wordt dit jaar een nieuwe roman gepubliceerd.
4. Door deze schrijver zou dit jaar een nieuwe roman gepubliceerd worden.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

GRAMMATICA ZINSDELEN
opdracht 1:
Welke twee zinnen betekenen hetzelfde?
1. Deze schrijver publiceert dit jaar een nieuwe roman.
2. Deze schrijver heeft dit jaar een nieuwe roman gepubliceerd.
3. Door deze schrijver wordt dit jaar een nieuwe roman gepubliceerd.
4. Door deze schrijver zou dit jaar een nieuwe roman gepubliceerd worden.

Slide 1 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
doelen:

- Ik kan onderscheid maken tussen de lijdende en de bedrijvende vorm.

- Ik kan zinnen van de bedrijvende vorm naar de lijdende vorm zetten en andersom.

Slide 2 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
bedrijvende vorm

De bedrijvende vorm is de 'gewone vorm' van een zin. In de bedrijvende vorm is het onderwerp actief.

Moniek voert de kippen.


Slide 3 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
lijdende vorm

In de lijdende vorm verandert er iets in de zin. Het lijdend voorwerp wordt het onderwerp.

De kippen worden door Moniek gevoerd.


Slide 4 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
lijdende vorm

In de lijdende vorm wordt het onderwerp meestal een door-bepaling.

De kippen worden door Moniek gevoerd.




Slide 5 - Tekstslide

De winkel werd door de agenten bewaakt.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 6 - Quizvraag

De visser zou graag een vis willen vangen.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 7 - Quizvraag

Ik fietste vanmorgen door de tunnel.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 8 - Quizvraag

GRAMMATICA ZINSDELEN
Er zijn eigenlijk vier soorten zinnen:
• Gewone zin (zin A) 



A: De boer voert/voerde elke dag zijn kippen.


Slide 9 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
Er zijn eigenlijk vier soorten zinnen:
• Gewone zin (zin A) 
Zin met “hebben” (zin B)



A: De boer voert/voerde elke dag zijn kippen.
B: De mevrouw heeft/had de boodschappen via internetbankieren betaald.


Slide 10 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
Er zijn eigenlijk vier soorten zinnen:
• Gewone zin (zin A) 
• Zin met “hebben” (zin B)
• Zin met “zullen” (zin C)



A: De boer voert/voerde elke dag zijn kippen.
B: De mevrouw heeft/had de boodschappen via internetbankieren betaald.
C: De dieren zullen/zouden het eten snel opeten.

Slide 11 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
Er zijn eigenlijk vier soorten zinnen:
• Gewone zin (zin A) 
• Zin met “hebben” (zin B)
• Zin met “zullen” (zin C)
Zin met “hebben” en “zullen” (zin D)


A: De boer voert/voerde elke dag zijn kippen.
B: De mevrouw heeft/had de boodschappen via internetbankieren betaald.
C: De dieren zullen/zouden het eten snel opeten.
D: De docent zal/zou onze toets nagekeken hebben.

Slide 12 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
Van bedrijvende naar lijdende vorm

- Lijdend voorwerp wordt onderwerp.
- Onderwerp wordt door-bepaling.
- Het hulpwerkwoord 'worden' of 'zijn' wordt toegevoegd. 

Let op: de tijd (tt of vt), het getal (ev of mv) en 'zullen'.

Slide 13 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
A. De gitarist stemt zijn gitaar. = De gitaar wordt gestemd door de gitarist. 

 B. De gitarist stemde zijn gitaren. = De gitaren werden gestemd door de gitarist. 

C. De gitarist heeft zijn gitaren gestemd. = De gitaren zijn gestemd door de gitarist. 

D. De gitarist had de gitaar gestemd. = De gitaar was gestemd door de gitarist. 


Slide 14 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
E. De gitarist zal de gitaar stemmen. = De gitaar zal worden gestemd door de gitarist. 

F. De gitarist zou de gitaren stemmen. = De gitaren zouden worden gestemd door de gitarist. 

G. De gitarist zal de gitaren gestemd hebben. = De gitaren zullen door de gitarist gestemd zijn

H. De gitarist zou de gitaar gestemd hebben. = De gitaar zou door de gitarist gestemd zijn.



Slide 15 - Tekstslide

Mark had in de klas een etui gevonden.

Slide 16 - Open vraag

Mark had in de klas een etui gevonden.

Een etui was door Mark in de klas gevonden.
GRAMMATICA ZINSDELEN

Slide 17 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN

Welke vragen heb je over de lesstof?



Slide 18 - Tekstslide