In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
8.3 Suriname
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Welke invloed had het koloniale verleden op Suriname?
2. Je kunt de geschiedenis van Suriname kort beschrijven.
3. Je kunt het proces naar onafhankelijkheid van Suriname beschrijven.
4. Je weet welke interne problemen Suriname te maken heeft.
Slide 2 - Tekstslide
Welke landen horen er bij de Koninkrijk der Nederlanden?
Slide 3 - Woordweb
Hoe was Suriname voor WOII?
- Vanaf 1667 was Suriname een kolonie van Nederland. Afrikaanse slaven werden tewerkgesteld op de (suiker)plantages.
- Na de afschaffing van de slavernij in 1863 werden eerst Chinezen, daarna Hindoestanen en tot slot Javaanse contractarbeiders naar Suriname gehaald.
- De gemengde bevolking zorgt tot
op de dag van vandaag voor een
verdeeldheid.
Slide 4 - Tekstslide
De route naar onafhankelijkheid
- Nederland was na WOII nog niet klaar om de volledige soevereiniteit (onafhankelijkheid) over te dragen.
- 1948 Waren er onderhandelingen met Suriname en de Nederlandse Antillen
In 1954 was het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden voltooid
- Uitgangspunt was de gelijkwaardigheid van Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen. De overzeese gebieden kregen meer autonomie en hun eigen lokale bestuur, maar bleven onderdeel van het koninkrijk.
- In 1974 was er de wens om volledig onafhankelijk te worden. De Nederlandse regering reageert zeer positief op het onafhankelijkheidsvoorstel.
Slide 5 - Tekstslide
Na de afschaffing van de slavernij werden als eerst Hindoestanen naar Suriname gehaald als contractarbeiders.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer werd Suriname dan daadwerkelijk onafhankelijk?
Slide 7 - Open vraag
Verdeeldheid voor en na de onafhankelijkheid
- Er was Etnische en politieke verdeeldheid in Suriname. De Creolen waren voor de onafhankelijkheid, Hindoestanen waren tegen.
- Een grote migratiestroom van Surinamers naar Nederland kwam op gang.
Slide 8 - Tekstslide
Instabiele regering
-Eerste regering te maken met verdeeldheid, ambtenarij en corruptie.
-In 1980 was er een staatsgreep van het leger. Tijdens deze ‘’‘Sergeantencoup’’ greep Desi Bouterse de macht en duldde geen tegenspraak. Dit leidde tot de Decembermoorden.
-Na het militaire bewind kwam er een nieuwe grondwet en een nieuwe democratische regering (1988).
-Sinds 2010 is Bouterse president van Suriname.
Suriname een bananenrepubliek (politiek instabiel)?
Slide 9 - Tekstslide
Zet de gebeurtenissen op volgorde van links naar rechts.
Staatsgreep van het leger.
Er kwam een nieuwe grondwet en een nieuwe democratische regering.
Bouterse president van Suriname.
Slide 10 - Sleepvraag
Caribisch Nederland
- In 1986 kreeg Aruba een ‘status aparte’
(meer zelfstandigheid binnen het koninkrijk)
-2008: Curaçao en St.Maarten krijgen ook status aparte.
-2010: Bonaire, Saba en St.Eustatius worden overzeese
gemeenten van Nederland.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Dit weet je nu:
1. Welke invloed had het koloniale verleden op Suriname?
2. Je kunt de geschiedenis van Suriname kort beschrijven.
3. Je kunt het proces naar onafhankelijkheid van Suriname beschrijven.
4. Je weet welke interne problemen Suriname te maken heeft.
Slide 13 - Tekstslide
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 14 - Woordweb
Einde les!
Slide 15 - Tekstslide
Waarom dit onderwerp?
Ik heb dit onderwerp gekozen, omdat het een deel is van onze geschiedenis. Nederland had hierin een rol en ik vond het interessant om hierover meer te weten te komen. Dit onderwerp sluit natuurlijk bij hoofdstuk 8 module 3 aan.
(Ik heb voor LessonUp gekozen, omdat ik dacht dat minder mensen dit zouden kiezen.)