Beweging

Beweging
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beweging

Slide 1 - Tekstslide

Beweging in een kunstwerk betekent dat er een actie plaatsvindt. Dat de beweging die wilt laten zien als kunstenaar ook echt zichtbaar is voor de mensen die er naar kijken. Dat kan op heel veel verschillende manieren. Bij dit thema leer je er van alles over en ga je zelf ook een "bewegend" kunstwerk maken.
Beweging
Harold Edgerton - Back dive - 1954
Door het fototoestel in te stellen op een lange sluitertijd (de camera staat lange tijd open) krijg je dit effect waarbij je alles fases ziet van een "Back dive".
Kunstenaars proberen al heel lang ook zonder fototoestel beweging te laten zien.

Slide 2 - Tekstslide

In dit schilderij is een horizontale beweging te zien, van links naar rechts. Het schilderij laat werkelijk beweging zien, maar het beeld als geheel is nogal statisch, het oorlogsschip ligt op de achtergrond juist helemaal stil.
Ludolf Bakhuysen - Woelige zee met Nederlands jacht onder zeil - 1694

Slide 3 - Tekstslide

Katsushika Hokusai -
Onder de golf van Kanagawa - 1831
Deze golf heeft zijn hoogtepunt bereikt en begint te krullen in een neerwaartse beweging. Het dreigende neerstorten van de golf zorgt voor een spanning in het beeld.

Slide 4 - Tekstslide

Vincent van gogh - Sterrennacht - 1889
De enorme afgesneden cipres linksvoor lijkt in beweging, net als de turbulente sterrenhemel, waarin de maan en de sterren haast lijken te exploderen en rond te tollen. Het beeld wordt versterkt door het golvende en draaiende patroon van koortsachtig ritmisch geplaatste penseelstreken.

Slide 5 - Tekstslide

Eadweard Muybridge
Op oude schilderijen
staan paarden in galop altijd verkeerd afgebeeld. Dat komt omdat niemand wist hóe een paard galoppeert. Onze ogen registreren geen details van een onderwerp in beweging. De fotograaf Eadweard Muybridge lostte dit probleem op door de sluitertijd van zijn camera aanzienlijk te verkleinen. Daarmee werd hij ook de grondlegger van de film.

Slide 6 - Tekstslide

Giacomo Balla - Dynamiek van een hond aan de lijn - 1912
De beweging van een vrouw, een hondje en de lijn die de beide verbindt is getoond door ze af te beelden op meerdere momenten kort na elkaar. Hierdoor zijn de voeten van de vrouw (minstens) zes keer weergegeven. Het is een techniek die door de futuristen vaker werd gebruikt om een beweging te tonen.

Slide 7 - Tekstslide

Marcel Duchamp - Naakt aflopend van een trap - 1912
Marcel Duchamp heeft hier een persoon geschilderd die de trap afloopt. De persoon is meerdere keren geschilderd. De kijker kan elke stap zien die wordt gezet.

Slide 8 - Tekstslide

Roy Lichtenstein - Whaam! - 1963
Een In Whaam! , van Roy Lichtenstein is er eigenlijk geen beweging in de afbeelding. Maar omdat je als kijker strips kent én betekenis geeft aan de letters die erbij staan, ontstaat er niet zomaar een beetje beweging, maar een complete ontploffing.

Slide 9 - Tekstslide

Victor Vasarely - Papillon - 1981
Op art is de afkorting van optical art, of optische kunst. Deze kunstvorm speelt in op de werking van de ogen en de hersenen. Door op een bepaalde manier  kleuren, lijnen en structuren te gebruiken wordt een effect bereikt waarbij vormen voor het oog lijken te bewegen of te trillen.

Slide 10 - Tekstslide

Keith Haring - De Dans -1981
Graffiti kunstenaar die simpele figuren tekent. Hij laat ze "bewegen" door streepjes te tekenen rondom ledenmaten. Daardoor lijken de armen en benen te bewegen.

Slide 11 - Tekstslide

Theo Jansen - Papillon - 1981
Theo Jansen is wereldwijd beroemd geworden door zijn strandbeesten. Kunstwerken gemaakt van pvc-buizen, ingenieuze creaties die in beweging komen door zeewind.

Slide 12 - Tekstslide

Kies een materiaal waarvan je het leuk vindt om mee te werken of waar je meer over wil leren.
Kies voor deze opdracht uit:
- Plakkaatverf
- Hout
- Was
Materiaal keuze

Slide 13 - Tekstslide

Heb je nog niet eerder met het gekozen materiaal gewerkt? Maak dan eerst de opdrachten van de materialen en technieken LessonUp die past bij jouw gekozen materiaal.
De Opdracht
Stappenplan proces
  • Kies een beweging die je wil laten zien. Bijvoorbeeld:
    - Rennen
    - Dansen
    - Optische illusie
    - Een rijdend voorwerp
  • Zoek minimaal 5 afbeeldingen op internet die deze beweging laten zien en maak daarvan een collage.
  • Maak een schets van hoe je jouw beweging wil laten zien. Bedenk goed op welke manier dat kan en kijk daarbij naar de kunstenaars en inspiratie foto's in deze LessonUp. Gebruik hiervoor het malletje.
    - Verschillende bewegingen
    - Verschillende fases in een beweging
    - Herhaling, ritme en kleur

Kennis materialen en technieken
Maak een werk waarin je beweging laat zien.

Slide 14 - Tekstslide

  • Verschillende bewegingen
  • Verschillende fases
  • Herhaling en ritme
  • Kleur
  • Lijnen

Inspiratie

Slide 15 - Tekstslide

  • Op-Art
  • Optische Illusie
  • Zwart-wit
  • Lijnen
  • Vormen
  • Rondingen

Slide 16 - Tekstslide

Was

Slide 17 - Tekstslide

Nog
meer
ideeën

Slide 18 - Tekstslide

Schetsen af en goedgekeurd? Maak een opzet op:
  • Papier (A2 met potlood)
  • Hout (teken eerst alle te zagen onderdelen op papier)
  • Ijzerdraad (Maak een geraamte en buig deze in de juiste houding).
Stappenplan product
Hout
Nodig:
  • Hout
  • Carbonpapier en potlood
  • Figuurzaag(je) en sleutel
  • Tafelklem

Stappenplan
  • Zagen
  • Schuren
  • Schilderen
  • Lijmen
  • Evt lakken



Slide 19 - Tekstslide

Bekijk het filmpje om je geraamte te maken. (tot 4:46 minuten)
Nodig:
  • Ijzerdraad van 1 meter
  • Tangetje
  • Tape
Beeldje van was
Stappenplan
  • Buig je draadfiguur in de juiste houding.
  • Maak er eventueel asseccoires bij.
  • Geef je figuur volume.
  •  Bekleed met was.

Slide 20 - Tekstslide

4. lagen voorgrond
Nodig:
  • A2 papier 160 gram
  • Potlood, gum
  • Plakkaatverf, palletje
  • Kwast, potje water, tissue
Schilderen
Stappenplan
1. tekenen
2. Achtergrond
3. volgende laag
5. bovenste laag
6. details
Schilderen doe je in lagen.
  • Je begint met de achtergrond en bouwt je schilderij al schilderend op naar voren.
  • Laat de lagen tussedoor goed drogen.
  • Breng als laatste details aan.
  • Kies voor elke laag de juiste dikte van de kwast.

Slide 21 - Tekstslide

Maak een presentatie voor je docent zodat zij duidelijk kan zien hoe jij tot jouw eindresultaat bent gekomen. Geef antwoord op de volgende vragen:
  • Hoe ben je op het idee gekomen?
  • Hoe heb je jouw idee uitgewerkt?
  • Welke stappen heb je daarbij gezet?
  • Welke problemen kwam je tegen?
  • Hoe heb je deze problemen opgelost?
  • Is je eindresultaat af? Hoe komt dit?
  • Ben je blij met het eindresultaat? En waarom?


Stappenplan Presentatie
Presentatievorm
Kies een vorm van presenteren die bij je past. Je kan denken aan:
  • Powerpoint
  • Poster
  • Fotoverslag
Filmpje over, hoe maak je een presentatie in Powerpoint. Tip!! Bekijk het youtube kanaal van Peter Vermeij voor nog veel meer Powerpount filmpjes.

Slide 22 - Tekstslide