Les 23/03/2022 1B

Grammatica zinsdelen les 1
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen les 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lezen uit je leesboek
Leg je huiswerk (opdr 3, 4, 5 en 7 blz 115) op de hoek van je tafel

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken
- Herhaling theorie 
- Werken aan de opdracht

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk: opdrachten 3, 4, 5 en 7 blz 115-116

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling onderwerp
Twee manieren om het onderwerp te vinden:

  1. Wie/Wat + persoonsvorm?
    Morgen ga ik op vakantie naar Spanje. -> Wie gaat?
    OW = ik 
  2. Verandering van getal. 
    De klas heeft morgen een toets. -> De klassen hebben morgen een toets.
    OW = de klas 

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de persoonsvorm + de andere werkwoorden. 

Als de woordjes te of aan het vóór het werkwoord staan, horen die woordjes bij het werkwoordelijk gezegde.

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling werkwoordelijk gezegde
1. Aan de kassa rekende ik de producten af. 
  • WG: rekende af 

2. We hadden de televisie uit moeten zetten. 
  • WG: hadden uit moeten zetten

3. Durf jij daar te blijven staan?
  • WG: durf te blijven staan

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordelijke uitdrukking
Soms is het werkwoordelijk gezegde een werkwoordelijke uitdrukking 

Hij stelde haar van het nieuws op de hoogte.
  • WG: stelde op de hoogte 

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordelijke uitdrukking
1. De leerlingen hebben de docent Frans geregeld op de kast gejaagd. 
  • WG: hebben op de kast gejaagd

2. Op de toets werden de brugklassers stevig aan de tand gevoeld. 
  • WG: werden stevig aan de tand gevoeld 

3. Na de fraude bleek de directeur met de noorderzon vertrokken te zijn.
  • WG: bleek met de noorderzon vetrokken te zijn

Slide 10 - Tekstslide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak het werkblad (deel ik uit)
Hoe? Zelfstandig en stil 
Wanneer? Het is huiswerk voor 30 maart. 
Vragen? Wacht met stellen totdat ik langs loop 
Klaar? Werk verder aan ander huiswerk of lees uit je leesboek

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Voor volgende week woensdag 30 maart moet je het werkblad af hebben.

Schrijf dit op in je plenda.

Slide 12 - Tekstslide