les 1 Cursus 3.1 Kleurrijk Nederland geheel

Hoofdstuk 3
Cursus 3.1: Kleurrijk Nederland
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Cursus 3.1: Kleurrijk Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multiculturele samenleving
In ons land wonen mensen uit meerdere landen met een eigen cultuur. 

Cultuur zegt wat over een groep: wat eten ze, wat van kleren dragen ze, waar geloven ze in, wat vinden ze normaal etc. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Kleren: kimono, de hoofddoek, keppeltje
Eten: couscous, kebab, roti, falafel, pizza, Chinees, hamburger etc. 
Geloof: Synagoge, kerk, moskee 

Maar ook: muziek, dans, kunst. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herkomst 
Multiculturele samenleving?
  • een land waar veel culturen met elkaar samen leven

Herkomst: waar jij of je ouders vandaan komen
Allochtonen en Autochtonen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allochtoon




Wanneer jij, of één van je ouders in het buitenland geboren is.
Autochtoon




Wanneer jij én allebei je ouders in Nederland zijn geboren.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allochtonen en autochtonen
  • Allochtoon: mensen die in het buitenland zijn geboren en hun kinderen. 
  • Autochtoon: mensen van wie beide ouders in het land zelf zijn geboren. 

Het woord allochtoon wordt steeds minder gebruikt, het woord is vervangen door: 'inwoner met een migratieachtergrond.'

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
Lijken erg op elkaar, maar er is een klein verschil:
Afkomst: waar je voorouders vandaan komen. 
Herkomst: waar jij of je ouders vandaan komen. 

Slide 10 - Tekstslide

Noem een voorbeeld. 
Westerse en niet-westerse allochtonen
 Er zijn twee groepen allochtonen:
  •  Westerse allochtonen
  •  Niet-westerse allochtonen

Er wordt hierbij gekeken naar de 
herkomstgebieden. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Westerse allochtonen 
Niet Westerse Allochtonen 
Westerse cultuur lijkt op Nederlandse cultuur 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet Westerse allochtonen
Mensen die naar Nederland zijn gekomen vanuit de werelddelen Azië, Latijns-Amerika en Afrika zijn 

'Niet Westerse Allochtonen'

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Westerse allochtonen in Nederland

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Westerse Allochtone

  • Europees land
  • Verenigde Staten
  • Australie
niet Westerse Allochtone

  • Afrika
  • Azië
  • Turkije
  • Afghanistan
  • Marokko

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ben je een Nederlander?
  • Als je een Nederlands paspoort of een identiteitskaart hebt ben je een Nederlander. 

  • Mensen die geen Nederlands paspoort of identiteitskaart hebben, zijn geen Nederlanders.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het land waar je vertrekt, noemt jou een: 
Het land waar je naartoe gaat, krijgt een inwoner bij. Zij noemen je een:

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland 
Wanneer ben je een Nederlander?
Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de gastarbeiders uit:
Spanje
Portugal
Marokko
Turkije
Italië

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gastarbeiders
Waarom gastarbeiders?

  • ze werden gevraag om hier te werken. ( tijdelijk meestal definitief)
  • ze bleven hier wonen
  • zijn ze nu autochtoon of allochtoon?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migranten
Een migrant is iemand die verhuist binnen land of naar een ander land. Er zijn twee soorten: 
  1. Emigrant: iemand die uit een land verhuist naar een ander land. 
  2. Immigrant: iemand die in een ander land gaat wonen. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Push en Pull
Er zijn veel redenen waarom mensen willen emigreren (vertrekken uit je eigen land). Al deze redenen vallen onder twee soorten: 
  1. Pushfactoren: redenen om te vertrekken uit je land. Bijvoorbeeld: oorlog, werkeloosheid, natuurramp, werk, onveilig wonen, politieke vluchteling. 
  2. Pullfactoren: redenen om naar een bepaald land te verhuizen. Bijvoorbeeld: werk, geen natuurrampen, familie, acceptatie. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vulkaanuitbarsting
Pullfactoren
Pushfactoren
Geen werk
Familie
Vrede
Hoog inkomen
Armoede

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tweede generatie allochtonen die hier geboren zijn leven vaak tussen 2 culturen in.



Kenmerken
  • zijn geboren in Nederland
  • ouders zijn elders geboren
Eerste generatie allochtonen.





Kenmerken
  • zijn geboren buiten Nederland
  • emigreert naar Nederland
  • gaan werken in Nederland

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken van cursus 3.1
opdrachten 7, 9,en 11

timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies