Chapitre 6, Bron H (aller + futur proche)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

V2, Chapitre 6, Bron H

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les... 

• ... kan ik een tekst schrijven over mezelf.
• ... kan ik het werkwoord 'aller' en de futur proche gebruiken.

Activités en cours

• Uitleg grammaire bron H
• Exercice 29: écouter / aller
• Exercice 30: futur proche
• Exercice 31: écrire
• Exercice 32: écrire

Aller = Gaan

Welke onregelmatige
werkwoorden ken je?

Onregelmatige ww

Dit type werkwoorden moet je altijd uit je hoofd leren.

Jullie kennen al: avoir (hebben) + être (zijn)

Daar komt nu bij: aller (gaan)

Frans

Je vais

Tu vas

Il, elle va 

On va

Nous allons

Vous allez

Ils, elles vont 

Nederlands

Ik ga

Jij gaat 

Hij,  zij gaat

Men gaat, we gaan

Wij gaan

Jullie gaan, u gaat

Zij (m/v) gaan

ik ga

jij gaat

hij gaat

zij gaat

wij/we gaan

u gaat/jullie gaan

zij gaan

nous allons

tu vas

ils vont

vous allez

on va

elles vont

je vais

il va

elle va

Zet in de goede vorm:
Tu (aller) à Eindhoven.

1. vais
2. vas
3. va
4. allons

Zet in de goede vorm:
Vous (aller) à Lille.

1. vas
2. allons
3. va
4. allez

Zet in de goede vorm:
Mon père (aller) à Paris.

1. vais
2. vas
3. va
4. vont

Vertaal in het Frans:
Zij gaat

1. je vais
2. tu vas
3. il va
4. elle va

Vertaal in het Frans:
Zij gaan

1. elle va
2. il va
3. elles vont
4. ils vont

Vertaal in het Frans:
Tu (gaat) à Lyon.

Vertaal in het Frans:
Monsieur, vous (gaat) à pied.

Vertaal in het Frans:
Mila et Patrick (gaan) en train.

Futur proche

Praten over de nabije toekomst!

Hoe maak je de futur proche?

Heel makkelijk!
Het is een vorm van ALLER (=gaan) + heel werkwoord

Bijvoorbeeld:

 Ik ga werken = Je vais travailler

Jij gaat wonen = Tu vas habiter

Let op de zinsvolgorde: werkwoorden bij elkaar!

Vertaal N-F:
U gaat praten.

Vertaal N-F:
Hij gaat een pizza eten.

Activités en cours

• Exercice 29: écouter / aller
• Exercice 30: futur proche
• Exercice 31: écrire
• Exercice 32: écrire

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les... 

• ... kan ik een tekst schrijven over mezelf.
• ... kan ik het werkwoord 'aller' en de futur proche gebruiken.