6.1 & 6.2 terugblik

6.1 & 6.2- Terugblik
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.1 & 6.2- Terugblik
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

L6 -1 Je weet in welke eenheid kracht gemeten wordt.
L6 -2 Je weet dat kracht een uitwerking van bewegingsenergie is.
L6 -3 Je kunt het trappetje van metriek toepassen op Newton.
L6 -4 Je weet welke drie uitwerkingen een kracht kunnen hebben.
L6 -5 Je weet dat er verschillende krachten zijn en je kunt deze koppelen aan gegeven situaties.
L6 -6 Je kent een aantal duurzame manieren om bewegingsenergie om te zetten in elektrische energie.
L6 -7 Je kunt de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als de massa gegeven is en andersom.
L6 -8 Je weet wat de wetenschappelijke betekenis van gewicht is.
Natuurlijk zijn de leerdoelen ook te vinden in de leerlijst!

Leerdoelen
Klik eens op de play knop!

Slide 2 - Tekstslide

L6 -9 Je weet hoe je een vormvaste figuur kunt maken.
L6 -10 Je kunt een vector tekenen en lezen.
L6 -11 Je kunt bij verschillende bruggen aangeven hoe de krachten verdeeld worden.
Natuurlijk zijn de leerdoelen ook te vinden in de leerlijst!

Leerdoelen
Deze les ga je verder met hst 6. Je neemt de Lessonup van 6.2 door en maakt de opgaven.

Slide 3 - Tekstslide


Werkhouding:
Heb je al je huiswerk serieus gemaakt en nagekeken?
Wat ga je anders doen de komende tijd? 
Heb je daar hulp bij nodig en zo ja wat.
Reflectie
Antwoord eerlijk en uitgebreid.

Slide 4 - Open vraag

Marieke fietst naar huis. Ondertussen werkt er een zwaartekracht van 750 Newton (N) op haar.
Over welke grootheid en eenheid gaat het hierboven?
Sleep vanuit het keuzevak de juiste woorden naar de plek.
keuzevak:
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afk.eenheid
Fz
Fspan
Kracht
fietsen
Newton
N
750
snelheid
Beweging

Slide 5 - Sleepvraag


 Bereken de zwaartekracht op een pen met een massa van 18,3 gram.
timer
1:00
A
18,3 x 9,81 = 180,1 N
B
0,183 x 9,81 = 1,80 N
C
183 x 9,81 = 1800,9 N
D
0,0183 x 9,81 = 0,18 N

Slide 6 - Quizvraag


Een auto heeft een massa van 1120 kg. 
Bereken de zwaartekracht die op deze auto werkt.
Let op: Je zet je berekening erbij
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag


Op een voorwerp werkt een zwaartekracht van 3300 N. Bereken de massa van dit voorwerp.
Let op: Je zet je berekening erbij!

Slide 8 - Open vraag


Wat is in deze afbeelding de vector?
A
Vliegtuig
B
krachtenpijl
C
1cm = 40.000 N
D
Aangrijpingspunt

Slide 9 - Quizvraag


Hoe groot is de getekende kracht.
A
3,3 N
B
5 N
C
8,3 N
D
16,5 N

Slide 10 - Quizvraag


Leg uit welke vector de grootste kracht voorstelt:

Slide 11 - Open vraag

Aangrijpingspunt
Grootte van de kracht
richting

Slide 12 - Sleepvraag


Zoals je hiernaast kunt zien werken er 2 krachten op deze brug. Welke 2 krachten?
A
Veerkracht Spankracht
B
Duwkracht Trekkracht
C
Spankracht Trekkracht
D
Veerkracht Spankracht

Slide 13 - Quizvraag


Welke kracht stellen de gele pijlen voor?
A
Veerkracht
B
Duwkracht
C
Trekkracht
D
Spankracht

Slide 14 - Quizvraag