6.1 & 6.2 terugblik

6.1 & 6.2 - Terugblik
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- LessonUp
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.1 & 6.2 - Terugblik
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

L6 -1 Je weet in welke eenheid kracht gemeten wordt.
L6 -2 Je weet dat kracht een uitwerking van bewegingsenergie is.
L6 -3 Je kunt het trappetje van metriek toepassen op Newton.
L6 -4 Je weet welke drie uitwerkingen een kracht kunnen hebben.
L6 -5 Je weet dat er verschillende krachten zijn en je kunt deze koppelen aan gegeven situaties.
L6 -6 Je kent een aantal duurzame manieren om bewegingsenergie om te zetten in elektrische energie.
L6 -7 Je kunt de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als de massa gegeven is en andersom.
L6 -8 Je weet wat de wetenschappelijke betekenis van gewicht is.
Natuurlijk zijn de leerdoelen ook te vinden in de leerlijst!

Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

L6 -9 Je weet hoe je een vormvaste figuur kunt maken.
L6 -10 Je kunt een vector tekenen en lezen.
L6 -11 Je kunt bij verschillende bruggen aangeven hoe de krachten verdeeld worden.
Natuurlijk zijn de leerdoelen ook te vinden in de leerlijst!

Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Marieke fietst naar huis. Ondertussen werkt er een zwaartekracht van 750 Newton (N) op haar.
Over welke grootheid en eenheid gaat het hierboven?
Sleep vanuit het keuzevak de juiste woorden naar de plek.
keuzevak:
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afk.eenheid
Fz
Fspan
Kracht
fietsen
Newton
N
750
snelheid
Beweging

Slide 4 - Sleepvraag


 Bereken de zwaartekracht op een pen met een massa van 18,3 gram.
timer
1:00
A
18,3 x 9,81 = 180,1 N
B
0,183 x 9,81 = 1,80 N
C
183 x 9,81 = 1800,9 N
D
0,0183 x 9,81 = 0,18 N

Slide 5 - Quizvraag


Een auto heeft een massa van 1120 kg. 
Bereken de zwaartekracht die op deze auto werkt.
Let op: Je zet je berekening erbij
timer
3:00

Slide 6 - Open vraag


Op een voorwerp werkt een zwaartekracht van 3300 N. Bereken de massa van dit voorwerp.
Let op: Je zet je berekening erbij!

Slide 7 - Open vraag


Wat is in deze afbeelding de vector?
A
Vliegtuig
B
krachtenpijl
C
1cm = 40.000 N
D
Aangrijpingspunt

Slide 8 - Quizvraag


Hoe groot is de getekende kracht.
A
3,3 N
B
5 N
C
8,3 N
D
16,5 N

Slide 9 - Quizvraag


Leg uit welke vector de grootste kracht voorstelt:

Slide 10 - Open vraag

Aangrijpingspunt
Grootte van de kracht
richting

Slide 11 - Sleepvraag


Teken op een blokje van 3000 N de zwaartekracht. Gebruik als schaal = 1 cm ≙ 1 000 N
Let op: Je zet je berekening erbij!

Slide 12 - Open vraag


Teken een rondje. Dit rondje is 1820 kg. 
Bereken eerst de zwaartekracht.
Teken de zwaartekracht. 
Gebruik als schaal = 1 cm ≙ 100 N
Let op: Je zet je berekening erbij!

Slide 13 - Open vraag


Zoals je hiernaast kunt zien werken er 2 krachten op deze brug. Welke 2 krachten?
A
Veerkracht Spankracht
B
Duwkracht Trekkracht
C
Spankracht Trekkracht
D
Veerkracht Spankracht

Slide 14 - Quizvraag


Welke kracht stellen de gele pijlen voor?
A
Veerkracht
B
Duwkracht
C
Trekkracht
D
Spankracht

Slide 15 - Quizvraag


Hoe gingen de terugblik vragen?
 Hoeveel had je er goed?
A
Prima , (bijna) alles goed
B
Ging wel, wel wat foutjes.
C
Slecht, snap er niets van.
D
Slecht, deed niet serieus mee.

Slide 16 - Quizvraag


Werkhouding:
Heb je al je huiswerk serieus gemaakt en nagekeken?
Wat ga je anders doen de komende tijd? 
Heb je daar hulp bij nodig en zo ja wat.
Reflectie
Antwoord eerlijk en uitgebreid.
timer
5:00

Slide 17 - Open vraag


Huiswerk
Maken en nakijken:
§6.2 opdr. 17 t/m 24 
Had je nog niet af? Dan hier je 2e kans.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide