Poëzie

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je tot nu toe over poëzie?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gedicht van de les:
Tjitske Jansen - 'De idioot op het dak' 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe grappig vind je dit gedicht?
0100

Slide 5 - Poll

Waarom is het wel of niet grappig?
Wat valt je op aan de vorm van het gedicht?
(Ik zoek geen 'juist' antwoord, ben gewoon benieuwd naar wat je opvalt.)

Slide 6 - Open vraag

Mogelijke zaken om te bespreken:
- geen rijm
- meer een verhaaltje dan een gedicht?
- veel herhalingen
- veel enjambementen maar in de voordracht leest ze daaroverheen
- veel zinnen die beginnen met 'ik' 
Kenmerken van gedichten
Uiterlijke vorm:
- Regels zijn kort
- Veel wit om de regels heen
Vaak:



Soms:
- Sommige woorden hebben meerdere betekenissen
- Sommige woorden worden herhaald
- Opbouw in strofen

- De woorden aan het eind van de regels rijmen
- Klank is belangrijk

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Versregels
De regels in een gedicht noem je versregels
Dit kunnen hele zinnen zijn, maar vaker komt het voor dat zinnen binnen een gedicht over meerdere versregels doorlopen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strofe
Versregels staan in groepjes bij elkaar. Een groepje bij elkaar horende versregels is een strofe. (soort alinea's) 
De regels worden zelden volgeschreven.
De verschillende strofen worden van elkaar gescheiden door witregels.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strofevormen
Meestal bestaat een strofe uit meerdere versregels. 
Benaming van de strofen is afhankelijk van het aantal versregels dat een strofe telt.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strofevormen
2 vs. - distichon
3 vs. - terzine
4 vs. - kwatrijn
5 vs. - kwintet
6 vs. - sextet
7 vs. - septet
8 vs. - octaaf
9 vs    - novet

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

voor Ari door: Jules Deelder 
(uit: Renaissance gedichten 1944-1994)
Lieve Ari                                                                            Hoe langer je leeft
wees niet bang                                                              hoe korter het duurt

de wereld is rond                                                          je komt uit het water
en dat istie al lang                                                        en gaat door het vuur

de mensen zijn goed                                                  Daarom lieve Ari
de mensen zijn slecht                                                wees niet bang

maar ze gaan allen                                                       De wereld draait rond
dezelfde weg                                                                  en dat doettie nog lang

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel strofes bestaat het gedicht 'Voor Ari' van Jules Deelder?
A
1
B
2
C
8
D
9

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we deze strofevorm?
A
distichon
B
terzine
C
kwatrijn
D
kwintet

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een dichtvorm -> vrij vers
Gedichten zonder een bepaalde vaste gedichtvorm. 
Dit houdt in dat het aantal strofe en de strofevormen wisselend zijn. Er is vaak ook geen vast rijmschema op te stellen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het sonnet is juist een dichtvorm dat heel strak aan regels is gebonden: 
een gedicht dat bestaat uit 
14 versregels, bestaand uit: 
twee kwatrijnen (2x4= octaaf) en twee terzines      (=2x3= sextet)

Tussen octaaf en sextet is er een volta, een wending in de inhoud .

rijmschema kan ook zijn: 
(kan ook abab/cdcd/ efef/gg)
Een sonnet heeft meestal een vast rijmschema:
a             a                   2x kwatrijn
b             b                 = octaaf 
a             a                  (omarmend)
b             b 

c             d                   2x terzet
d             c                  = sextet
c             d                    (gekruist)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mont Ventoux  van Jan Kal

dichten is fietsen op de Mont Ventoux, 
waar Tommy Simpson nog is overleden.
onder zo tragiese omstandigheden
werd hier de wereldkampioen doodmoe.

op deze col zijn velen losgereden,
eerste categorie, sindsdien tabu.
het ruikt naar dennegeur, Sunsilk Shampoo,
die je wel nodig hebt, eenmaal beneden.



alles is onuitsprekelijk vermoeiend,
de Mont Ventoux opfietsen wel heel erg,
waarvoor ook geldt: bezint eer gij begint.


toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,
de top van deze winderige berg:
ijdelheid en het najagen van wind.

vragen:
1. leg uit waarom dit een sonnet is.
2. Wat is het rijmschema?
3. Waar zit de wending en leg deze uit.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijmschema
Een dichter hanteert vaak een volgorde voor zijn rijmwoorden binnen een strofe, dit wordt een rijmschema genoemd.


aabb cc
Elke rijmklank heeft een letter als symbool.
De klank in de eerste regel krijgt de letter a
als symbool, de volgende rijmklank krijgt b
als symbool. Et cetera.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke rijmschema heeft dit gedicht?
A
AABB
B
ABAB
C
ABBA
D
ABCB

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Valentijn is fijn
maar elke dag
bij het zien van je glimlach
is gelukkig zijn
Valentijn is fijn
ik wil elke dag
gelukkig zijn
bij het zien van je glimlach

Valentijn is fijn
is gelukkig zijn
bij het zien van je glimlach
elke dag
abba
aabb
abab
gekruist rijm
omarmend rijm
gepaard rijm

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet een gedicht altijd rijmen?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT 1

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT 2

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak een limerick
Maak een limerick

1. Een limerick bestaat uit 5 versregels
2. Het rijmschema is aabba
3. Een limerick is grappig bedoeld








Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er was eens een vrouw in Leiden
die leek het wel leuk om te wijden
Een les aan gedichten
maar eigenlijk wilde zij berichten
Fijne vakantie aan alle jongens en meiden



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne zomervakantie!!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies