Les 7 (superbetoog)

SUPERBETOOG SCHRIJVEN
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

SUPERBETOOG SCHRIJVEN

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van de les heb je met je groepje een gezamenlijk bouwplan gemaakt met de beste elementen uit jullie individuele betogen. Jullie hebben een start gemaakt met het schrijven van het superbetoog.

Slide 2 - Tekstslide

Structuur van een betoog:

inleiding
  • aandachttrekker
  • introductie onderwerp 
  • standpunt
middenstuk/ kern
  • 2 argumenten voor + onderbouwing
  • 1 argument tegen + weerlegging
slot
  • samenvatting
  • conclusie = herhalen standpunt
  • uitsmijter

Slide 3 - Tekstslide

Maak je argumenten SEXI!


  • State
  • Exlplain
  • Illustrate

  • Waarom is je argument waar en belangrijk?

  • Geef voorbeelden!


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
  • Ga met de leden van je groepje bij elkaar zitten.
  • Lees elkaars betoog. Je leest dus drie tot vier betogen.
  • Markeer met je eigen kleur.
  • Maak met je groepsleden een nieuw bouwplan voor jullie superbetoog.
  • Kies het beste standpunt met de beste argumenten.
  • Kies de beste aandachttrekker en de beste uitsmijter.
  • Maak een nieuw drive-document met als titel Superbetoog Voornaam1- Voornaam2-Voornaam3-Voornaam4-(Voornaam5) en deel het met elkaar en met vkr. Schrijf een nieuwe, coherente, overtuigende tekst!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat doe je als je een citaat opneemt in je tekst?

Slide 7 - Open vraag

Waarom is het goed om een citaat op te nemen je tekst, denk je?

Slide 8 - Open vraag

Wat moet je allemaal bij en van het citaat vermelden? Waarom?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een citaat en plagiaat?

Slide 10 - Open vraag

Citeren
Citaat = letterlijke weergave van tekst van iemand anders, bijvoorbeeld een uitspraak.
Het citaat staat altijd tussen aanhalingstekens.
Verder vermeld je:
- auteur (alleen achternaam) --> WIE?
- bron (naam krant, tijdschrift, website) --> WAAR?
- datum (datum of jaartal van publicatie of datum van raadpleging) --> WANNEER?
                                                              DE 3 W'S

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Ten eerste moeten mobieltjes in de klas verboden worden omdat het slecht is voor de concentratie van leerlingen. "Meer dan de helft van de scholen zegt dat leerlingen zich door de smartphone minder goed kunnen concentreren en dat ze niet opletten omdat ze met hun smartphone bezig zijn", aldus Verkuil (NOS, 2011).


Zie je de 3 W's?

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Ten eerste moeten mobieltjes in de klas verboden worden omdat het slecht is voor de concentratie van leerlingen. Researchredacteur Verkuil van de NOS constateerde in 2011 het volgende: "Meer dan de helft van de scholen zegt dat leerlingen zich door de smartphone minder goed kunnen concentreren en dat ze niet opletten omdat ze met hun smartphone bezig zijn."


Zie je de 3 W's?

Slide 13 - Tekstslide

GPW betoog schrijven
  • ma. 28 juni - 2 shifts:
  • 10.30 - 12.30 (lok.124-126) óf 
  • 13.00 - 15.00 (lok.124-126-stud)
  • 1e shift in quarantaine tot 13.00 uur, óók als je bv. om 11 uur klaar bent.
  • in quarantaine (lok.123-125) = geen telefoon en geen computer
  • Zorg voor leer-/ leeswerk!
  • Als je je betoog geprint hebt en voorzien van het aantal woorden en je handtekening, ben je klaar, eerder niet.

Slide 14 - Tekstslide

En verder
  • De computers staan in toetsstand:
  • Je logt in op het toetsaccount, een handleiding ligt klaar.
  • De spellingcontrole staat aan.
  • Je kunt niet op internet.
  • Je kunt niet bij je eigen documenten. 
  • Sla je werk regelmatig op, want je werkt niet in Drive, maar in Word.

Slide 15 - Tekstslide

Lay-out
  • lettertype Arial, Times New Roman of Calibri
  • lettergroote 11 of 12
  • regelafstand 1.15
  • regel wit tussen de alinea's

Slide 16 - Tekstslide