4H 6.3 Franse Revolutie en 6.4

De Franse Revolutie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

De Franse Revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 6.3


1. een aantal oorzaken noemen van de Amerikaanse, Nederlandse en Franse Revolutie;
2. uitleggen in welk opzicht de Amerikaanse, Nederlandse en Franse Revolutie voorbeelden zijn van een democratische revolutie;
3. uitleggen dat er een verband bestaat tussen de Amerikaanse, Nederlandse en Franse Revolutie;
4. met voorbeelden uitleggen dat de Franse Revolutie grote invloed had op heel Europa.

Slide 2 - Tekstslide

Je gaat een animatie van de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 zien. Daarna een vraag hierover.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Als je de directe oorzaak van de
Franse revolutie
wilt onderzoeken,
is dit dan een bruikbare bron?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Toen de Franse Revolutie uitbrak vonden de slaven van Haïti daar het volgende over: 'De zwarten zijn het er allemaal over eens dat de witte slaven hun meesters hebben vermoord en nu eigenaar zijn van alle goederen op aarde'.
Waarom zullen zij dat gevonden hebben?
A
De slaven zijn tegen vrijheid en gelijkheid
B
De slaven zullen de derde stand als medestanders gezien hebben
C
De slaven zullen de derde stand als tegenstanders gezien hebben
D
De slaven hebben de verlichtingsidealen niet meegekregen

Slide 15 - Quizvraag

KA: Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Vrijheid, ook voor slaven?
  • Slaven nodig voor plantagekoloniën
  • Trans-Atlantische slavenhandel en driehoekshandel
  • 1500-1800: 11 miljoen waarvan 5% door Nederland
Slavernij verdedigd in Europa:
- Afrikanen afstammelingen van Cham
- heidenen/onbeschaafden 
- 'slavernij is geen Europese uitvinding'

Slide 18 - Tekstslide

In de achttiende eeuw vindt een uitbouw van de Europese expansie plaats.
Leg uit welk verband er bestaat tussen de uitbouw van de Europese expansie en de trans-Atlantische slavenhandel. (Examenvraag)

Slide 19 - Open vraag

Kritiek op slavernij
  • Onmenselijke behandeling
Argumenten tegen slavernij:
  • - Bijbel: 'gebrek aan naastenliefde'
  • - Verlichting: 'slavernij in strijd met mensenrechten'
  • - 'machtsmisbruik'
  • - 'economisch niet noodzakelijk' integendeel: vrije slaven productiever en loon --> uitgaven

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Abolitionisme
Lobbywerk bij politici en beïnvloeden publieke opinie door: romans/posters/lezingen 

1807: afschaffing slavenhandel (Engeland)
= in VS spanningen tussen Noorden en Zuiden:
- economisch belang <-> gelijkheidsprincipe
- hulp abolitionisten bij vlucht

Gevolg spanningen: Burgeroorlog (1861 -1865) -->
afschaffing slavernij 

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent het begrip abolitionisme?
A
Een koning die alle macht heeft
B
Een koning die zijn macht moet delen
C
Het willen behouden van de slavernij
D
Het willen afschaffen van de slavernij

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video