Literatuur / grammatica les 7

Lesdoelen
- Je leest in Zonder titel
- Je weet wat een (nevenschikkend en onderschikkend) voegwoord is
- Je weet wat een enkelvoudige en samengestelde zin is
- Je leert wat een hoofd- en een bijzin is

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
- Je leest in Zonder titel
- Je weet wat een (nevenschikkend en onderschikkend) voegwoord is
- Je weet wat een enkelvoudige en samengestelde zin is
- Je leert wat een hoofd- en een bijzin is

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Lezen Zonder titel (20 min)
- Terugblik (huiswerk zinsontleding) bespreken (5 min)
- Uitleg: samengestelde zinnen en voegwoord (10 min)
- Zelfstandig werken (20 min)



Slide 2 - Tekstslide

Lezen H46 - H50
Personages:
- uiterlijke kenmerken
- karaktereigenschappen
Perspectief
Tijd
Ruimte 
Spanning

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik 
Huiswerk zinsontleding

Slide 4 - Tekstslide

Voegwoorden
1. Nevenschikkend voegwoord: verbinden twee woorden, woordgroepen of hoofdzinnen. 
dus, en, maar, of en want
2. Onderschikkend voegwoord: verbind een hoofdzin en een bijzin.
zoals: aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra. 

Slide 5 - Tekstslide

Zoek de twee voegwoorden
Toen de stroom uitviel, staken we kaarsen aan, omdat het aardedonker was. 

Slide 6 - Tekstslide


Enkelvoudige zin = één persoonsvorm

Samengestelde zin = twee of meer persoonsvormen

Slide 7 - Tekstslide

Samengestelde zin
– De gemeenteraad heeft besloten dat de kleine dorpsschool wordt opgeheven als het leerlingenaantal nog verder zal teruglopen.

– De gemeenteraad had besloten dat de kleine dorpsschool werd opgeheven als het leerlingenaantal nog verder zou teruglopen.

Slide 8 - Tekstslide

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen? 
A ‘We stonden te juichen met z’n allen.
B Het liefst waren we op de stoelen geklommen, maar daar was het uitreikingsgala iets
te deftig voor.’
C Nathalie van Koot van het Wereld Natuur Fonds (WNF) wordt opnieuw blij als ze erover vertelt.
D Het WNF kreeg samen met de Zuid-Afrikaanse Peace Parks Foundation een dikke veertien miljoen euro van de Nationale Postcode Loterij.
E Van Koot: ‘Nu kunnen we neushoorns gaan inspuiten met gif.’
F ‘Pardon’, zei ze, ‘gif’?

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdzin (HZ) en Bijzin (BZ)
Hoofdzin
Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar; er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen.
De persoonsvorm staat voor in de zin: als eerste of tweede zinsdeel.
Bijzin
Tussen onderwerp en persoonsvorm kúnnen wel andere zinsdelen staan (bijvoorbeeld het woordje 'niet').
De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.


Slide 10 - Tekstslide

Een samengestelde zin kan bestaan uit:
- twee of meer samengevoegde hoofdzinnen (hoofdzin + hoofdzin);

- een hoofdzin met een of meer bijzinnen erin (bijzin + hoofdzin);

- een of meer hoofdzinnen met een of meer bijzinnen erin (hoofdzin + hoofdzin + bijzin). (hoofdzin+bijzin+bijzin)

Slide 11 - Tekstslide

Is het onderstreepte gedeelte van de volgende zin een hoofdzin of een bijzin?
Zwitserland ligt in het hart van Europa, maar het wijkt in veel opzichten af van andere Europese landen.


Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
- Maak de opdrachten van de Planning Hoofd- en bijzinnen

Slide 13 - Tekstslide