Commercieel beleid 5

Commercieel beleid 1
Periode 1
Week 5
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Commercieel beleidMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Commercieel beleid 1
Periode 1
Week 5

Slide 1 - Tekstslide

Marktonderzoek doe je om vervolgens een prognose te kunnen stellen. Wat is een prognose?
A
Een inschatting van ontwikkelingen in de toekomst op basis van huidige onderzoeksgegevens.
B
Een betrouwbare voorspelling op basis van recente onderzoeksgegevens.

Slide 2 - Quizvraag

Hoe noem je alle mensen die bij een groep horen waarnaar je onderzoek doet?
A
Doelgroep
B
Populatie
C
Representatief
D
Steekproef

Slide 3 - Quizvraag

Wat is ook alweer de onderzoeksopzet?

Slide 4 - Open vraag

2. Onderzoeksopzet
Als je hebt bepaald wat je onderzoeksvraag is, maak je een onderzoeksopzet. Dit is een soort stappenplan waarbij je stap voor stap vast legt hoe je het onderzoek gaat uitvoeren. 
Je noteert je onderzoeksvraag en hoe je hierop een antwoord denkt te vinden.
Een stappenplan

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn bronnen die je kan raadplegen bij deskresearch?

Slide 6 - Open vraag

Verschillende bronnen
Bij deskresearch kan je veel verschillende bronnen gebruiken. Veelgebruikte vormen van secundair onderzoek zijn:

Slide 7 - Tekstslide

Commercieel beleid
Commercieel beleid is het beleid dat je gebruikt om de producten zo goed mogelijk te verkopen.

Commercieel beleid horen alle plannen die je maakt om het inkoopbeleid en verkoopbeleid in te vullen. 

Slide 8 - Tekstslide

Planning aankomend jaar
Aankomend jaar stappen wij in de wereld van het commercieel beleid. We gaan er elke periode dit jaar mee bezig. 

In de eerste twee periodes gaan we bezig met commercieel beleid 1 en in de laatste twee periodes gaan we bezig met commercieel beleid 2.

Slide 9 - Tekstslide

Bedrijfsplan
De theorie die je tijdens deze lessen leert pas je toe op je eigen stagebedrijf en verwerk je in je bedrijfsplan

Bedrijfsplan starten we in periode 3&4 en wordt de eindscriptie van je opleiding.

Slide 10 - Tekstslide

Agenda
Week 1: Consumentengedrag
Week 2: Consumentengedrag
Week 3: De markt onderzoeken
Week 4: De markt onderzoeken
Week 5: De Markt onderzoeken
Week 6: Onderzoeksdata verwerken
Week 7: Onderzoeksdata verwerken
Week 8: Onderzoeksdata verwerken
Week 9: Inleveren eindverslag

Slide 11 - Tekstslide

Nut van deze les
Aan het einde van de les..

.. leer je methoden voor het verzamelen van primaire data.
.. leer je het verschil tussen gesloten en open vragen.

Slide 12 - Tekstslide

Taken van retailer

Slide 13 - Tekstslide

Marktonderzoek
Om te weten of je winkelformule aansluit bij je doelgroep of wie je concurrenten zijn, verzamel je informatie over je doelgroep en je concurrenten. 

Dit kan met behulp van een marktonderzoek.

Slide 14 - Tekstslide

Marktonderzoek
Marktonderzoek is het systematisch verzamelen en analyseren van informatie over markten: zoals informatie over je doelgroep.

Informatie kun je verzamelen door bijvoorbeeld
vakliteratuur te lezen en enquêtes te houden.

Field research en deskresearch

Slide 15 - Tekstslide

Fases marktonderzoek
Als je marktonderzoek doet, doorloop je een aantal fasen.

De fasen van een marktonderzoek zijn:
• Probleemstelling
• Onderzoeksopzet
• Bronnen vaststellen
• Informatie verzamelen
• Verwerken
• Analyseren
• Rapporteren

Slide 16 - Tekstslide

De onderzoeksgroep
Meestal kun je niet de hele onderzoeksgroep onderzoeken, daarom moet je keuzes maken.


Voordat je met het marktonderzoek begint, stel je een onderzoeksgroep samen.

Slide 17 - Tekstslide

Populatie
De mensen die bij de groep horen waarnaar je onderzoek doet, vormen samen de populatie. Bij de meeste onderzoeken is het niet mogelijk om alle mensen uit de populatie te betrekken in je onderzoek. 

De groep is meestal veel te groot. Je benadert daarom slechts een deel van de populatie. De groep mensen of bedrijven waarbij je het onderzoek uitvoert is de onderzoeksgroep

Slide 18 - Tekstslide

Steekproef
De onderzoeksgroep komt bij elkaar via een steekproef.

Het is belangrijk dat de steekproef een betrouwbaar beeld van de gehele groep geeft, anders zijn de resultaten niet echt bruikbaar. 

Een onderzoek is betrouwbaar als een ander hetzelfde onderzoek kan uitvoeren en dan (bijna) dezelfde resultaten zal krijgen.

Slide 19 - Tekstslide

Methoden van marktonderzoek
Marktonderzoek bestaat in vele soorten en maten. De methoden die je voor je marktonderzoek kiest hangt af van je onderzoeksopzet.

Slide 20 - Tekstslide

Zes methoden van marktonderzoek

Slide 21 - Tekstslide

Deskresearch
Onderzoek kun je vanachter je bureau doen door bestaande informatie te verzamelen (Deskresearch).

Je raadpleegt en onderzoekt verschillende documenten, bestaande onderzoeken, informatie van internet en informatie van boeken.

Slide 22 - Tekstslide

Fieldresearch is primair onderzoek

Fieldresearch is primair onderzoek omdat je zelf de gegevens verzamelt, en daardoor informatie uit de eerste hand hebt

Slide 23 - Tekstslide

Methoden voor het verzamelen voor secundaire data: Deskresearch
Meestal wordt in een marktonderzoek gestart met deskresearch. 

Als je hebt besloten om gebruik te maken van deskresearch, kun je nog kiezen uit verschillende bronnen.

Slide 24 - Tekstslide

Eisen Bronnen
Bronnen die je gaat raadplegen moeten:

Actueel

Relevant 

Betrouwbaar

Slide 25 - Tekstslide

Verschillende bronnen
Bij deskresearch kan je veel verschillende bronnen gebruiken. Veelgebruikte vormen van secundair onderzoek zijn:

Slide 26 - Tekstslide

Exploratief onderzoek
Bij exploratief onderzoek verzamelt de onderzoeker op een systematische manier gegevens om nieuwe feiten en/of verbanden te ontdekken

Slide 27 - Tekstslide

Onderzoek (vak)literatuur
Over markten, doelgroepen en marketing wordt heel veel geschreven. In boeken, (vak)tijdschriften, via nieuwsbrieven en op internet is veel schriftelijke informatie te vinden.

Slide 28 - Tekstslide

Onderzoek bij instanties die statistieken verzamelen
Er zijn veel verschillende instanties die gegevens verzamelen. 

Het centraal Bureau voor de statistiek (CBS) is de bekendste. 

Slide 29 - Tekstslide

Fieldresearch
Als blijkt dat deskresearch niet de gewenste informatie oplevert, start je met het verzamelen van gegevens door fieldresearch (veldwerk).

Je kunt interviews, enquêtes, observaties of testen houden bij je onderzoeksgroep, maar je kunt ook informatie verzamelen bij andere groepen zoals (potentiele) klanten, leveranciers, medewerkers of concurrenten.

Slide 30 - Tekstslide

Methode voor het verzamelen van primaire data: Fieldresearch
Als je hebt besloten om (ook) zelf primaire data te verzamelen, ga je aan de slag met fieldresearch.


Slide 31 - Tekstslide

Observatie
Bij observatie neem je het gedrag waar van de onderzoeksgroep. 

+: Je krijgt een goede indruk hoe mensen op iets reageren
-: Je weet niet waarom omdat je geen vragen kunt stellen

Slide 32 - Tekstslide

Interview
Een interview is een gesprek tussen iemand die vragen stelt en de respondent, dat is de geïnterviewde. 

Bij een interview stel je face to face vragen aan deelnemers.

+: Met open vragen krijg je veel antwoorden.
-: Kost veel tijd en je kunt maar een beperkt aantal mensen vragen.

Slide 33 - Tekstslide

Panelgesprek
Een panel is een vaste groep mensen die met enige regelmaat deelneemt aan het onderzoek, bijvoorbeeld door een enquête in te vullen of deel te nemen aan een groepsdiscussie. 

+: Je hoeft niet steeds op zoek naar nieuwe kandidaten
-: Het is moeilijk om een representatief panel samen te stellen.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Enquête
Een enquête is een hulpmiddel dat je kunt gebruiken om informatie te krijgen van grote groepen mensen

-> Telefonisch, schriftelijk, persoonlijk of online. 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Non-respons
Als je een enquête houdt, kan het zijn dat niet alle mensen reageren of dat de reactie niet compleet is. 

Opdracht:
Ga op onderzoek uit! Hoe kan je de Non-respons verkleinen?

Slide 38 - Tekstslide

Non-respons verkleinen

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Welke soort enquête heb je de hoogste respons?
A
Via internet
B
Mondelijk
C
Schriftelijk
D
Telefonisch

Slide 41 - Quizvraag

In een kwantitatieve enquête worden veel gesloten vragen gebruikt. Waarom is dat zo?

Slide 42 - Open vraag

Uitbesteden of zelf doen?

Slide 43 - Tekstslide

Opdracht
Beantwoord de volgende vraag:

Wat is het verschil tussen een gestructureerd interview en een ongestructureerd interview?

Slide 44 - Tekstslide

Soorten vragen
Bij een enquête of een interview kan je open of gesloten vragen stellen.

Slide 45 - Tekstslide

Open of gesloten vragen
Open vragen zijn vragen waar je geen ja of nee of een ander kort antwoord op kan geven. 

Gesloten vragen is een vraag met beperkte antwoordmogelijkheden. 

Slide 46 - Tekstslide

Eisen gesloten vragen

Slide 47 - Tekstslide

Voorbeeld gesloten vragen

Slide 48 - Tekstslide

Controle vragen
Je kunt in een enquête control vragen opnemen. Dit zijn vragen waarmee je controleert of de respondenten echt op de vragen antwoordt. 



Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Opdracht

Slide 51 - Tekstslide

Doelen behaald van deze les?
Aan het einde van de les..

.. leer je methoden voor het verzamelen van primaire data.
.. leer je het verschil tussen gesloten en open vragen.

Slide 52 - Tekstslide

Challenge week 5

Slide 53 - Tekstslide

Deadline .. ... 
Voorkant

 Inhoudsopgave

Challenge 1 t/m 8

Reflectie


Slide 54 - Tekstslide