ICT woordenschat typen

ICT woordenschat typen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

ICT woordenschat typen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het meervoud van dit apparaat?
(lidwoord + woord)

Slide 7 - Open vraag

Hoe heet dit?
(lidwoord + woord)

Slide 8 - Open vraag

Wat is dit?

A
de tv
B
het beeldscherm
C
de beeldscherm
D
de muis

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van ...?
Twee ...
A
de muissen
B
de miuzen
C
de muizen
D
het muizen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van ...?
Twee ...

Slide 11 - Open vraag

Wat is het meervoud van ...?
Vijf ...

Slide 12 - Open vraag

Welke vinger is dit?
Één ...

Slide 13 - Open vraag

Wat is het meervoud van ...?
Twee ...

Slide 14 - Open vraag

Deze docent ... naar het bord.
(wijzen)
A
wijs
B
wijst
C
wijz
D
wijzt

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van ...?
Twee ...

Slide 16 - Open vraag

Wat is het meervoud van ...?
Twee ...

Slide 17 - Open vraag

Welk sieraad draag je om je ...?
A
armband
B
oorbel
C
bril
D
ring

Slide 18 - Quizvraag

Ik ... de tekst met tien vingers.
(typen)

Slide 19 - Open vraag

Wat is dit?
(lidwoord + woord)

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verschil tussen 'shift' en 'caps lock'?

Slide 21 - Open vraag

Dit is een ... waar je
... kunt leren typen.
A
website - gratis
B
document - gratis
C
gratis - website
D
gratis - document

Slide 22 - Quizvraag