Rekenen D2 Paragraaf 2.5 en 2.6

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 2 les 3
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 2 les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoofdstuk 2 Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
Paragraaf 2.5 en 2.6


Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
P2.1 + 2.2
P2.3 + 2.4
P2.5 + 2.6
P2.7 + 2.8
P2.9 + GO
TOETS
P3.1 + 3.2
P3.3 + 3.4
P3.5 + GO
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten en introductie
Opstarten van de les en korte introductie
Kennis activeren
Uitleg par. 2.5 Plattegronden
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 2.5
Kennis checken
Nabespreken (selectie van) opdrachten par. 2.5
Kennis activeren
Uitleg par. 2.6 Schaal en schaallijn
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 2.6
Kennis checken
Nabespreken (selectie van) opdrachten par. 2.6
Kennis toetsen
Toetsen examenopdrachten met score
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Korte introductie les 3

Paragraaf 2.5 Plattegronden


Leerdoelen

  • Ik kan plattegronden en kaarten lezen.



Paragraaf 2.6 Inhoud


Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met schaal en schaallijn op een kaart.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe reken je in de praktijk?
Dana werkt als sociaal werker in hetzelfde buurthuis als Nordin. Ze mogen in opdracht van de gemeente Vlaardingen een ontwerp maken voor de herinrichting van het veld naast het buurthuis. Het veld heeft een afmeting van 30 bij 20 meter. Dana en Nordin besluiten samen met de jongeren om er een sportveld van te maken. Op de plattegrond heeft het sportveld een afmeting van 3,5 bij 5 centimeter. De schaal is 1:5. 

a. Bereken wat de werkelijke afmeting van het sportveld in meters wordt.
b. Bereken of het sportveld kan worden aangelegd naast het buurthuis.


timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





a. Bereken de werkelijke afmeting van het sportveld.
A
7 x 10 meter
B
10,5 x 15 meter
C
14 x 20 meter
D
17,5 x 25 meter

Slide 6 - Quizvraag

1 cm is in werkelijkheid 5 meter.

3,5 x 5 = 17,5 meter
5 x 5 = 25 meter, dus 
17,5 x 25 meter









b. Kan het sportveld worden aangelegd naast het buurthuis?
A
Ja, het sportveld past precies.
B
Ja, er is zelfs nog wat ruimte over.
C
Nee, het sportveld is iets te groot.
D
Nee, het sportveld is veel te groot.

Slide 7 - Quizvraag

Het sportveld wordt 17,5 x 25 meter. Het veld naast het buurthuis is 20 x 30 meter.
Er is dus nog een ruimte van 2,5 x 5 meter over.

Aan het werk via de korte route
  • Blijf ingelogd in ZOOM.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten in de planning.
  • Lever de gemaakte opdrachten in.
  • Meld je voor de examenopdracht!
Voortgang
Ik volg tijdens de les de voortgang van je opdrachten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 2.5 Plattegronden

Leerdoelen


  • Ik kan plattegronden en kaarten lezen.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. Het Vijverpark ligt in vak C3.
B. Het Vijverpark ligt in vak D3.

Slide 10 - Tekstslide

Het Vijverpark ligt in vak D3.
Nordin: De Veerweg loopt van het noordoosten naar het zuidwesten.
Dana: De Veerweg loopt van het noordoosten naar het noordwesten.

Slide 11 - Tekstslide

Nordin heeft gelijk. 

Je rijdt in vak B de Burgemeester Keijzerweg op. Ga je vervolgens
linksaf of rechtsaf als je naar het Vondelpark wil?

Slide 12 - Tekstslide

Je gaat dan rechtsaf.
Je rijdt in vak D de Veerweg op en je wil naar de Zonnebloemstraat. Sla je dan na het kruispunt rechtsaf en na drie straten linksaf? Of andersom?

Slide 13 - Tekstslide

Je gaat eerst linksaf en na drie straten ga je rechtsaf.

Aan het werk via de basisroute
  • Maak opdracht 2 en 3 van paragraaf 2.5
 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Aan het werk via de basisroute
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





2a. Wat is de lengte van de garage?
A
4 meter
B
5 meter
C
6 meter
D
7 meter

Slide 16 - Quizvraag

De lengte van de garage is de helft van de totale lengte, dus 1200 : 2 = 600 cm = 6 m.




2b. Wat is de oppervlakte van de garage?
A
10 m2
B
12 m2
C
18 m2
D
50 m2

Slide 17 - Quizvraag

De oppervlakte is ongeveer 
600 x 300 cm = 1800 cm2 = 18 m2.

Aan het werk via de basisroute
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





3a. Welke straten lopen evenwijdig aan de Stormstraat?
A
De Talmastraat en de Colijnstraat.
B
De Kuyperstraat en de Verschuurstraat.
C
De Van Oldenbarneveldtlaan en de Mgr. Schaepmanstraat
D
De Verschuurstraat en de Aalbersestraat

Slide 19 - Quizvraag

Evenwijdige straten kruisen elkaar niet.




3b. Welke straat ligt in het verlengde van de Talmastraat?
A
De Colijnstraat.
B
De Kuyperstraat.
C
De Stormstraat.
D
De Verschuurstraat.

Slide 20 - Quizvraag

De Verschuurstraat verlengt de Talmastraat.
Je volgt de Monseigneur Schaepmanstraat in noordoostelijke richting. 
Je slaat na drie straten rechtsaf de Kuyperstraat in.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00
Pauze

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 2.6

Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met een schaal en schaallijn op een kaart.



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de schaal in cm van schaallijn A? 
A
B
C
Elk blokje op de schaallijn is 1 cm.

Slide 24 - Tekstslide

7000 m : 2 = 3500 m x 1000 = 350.000 cm.

De schaal is dus 1 : 350.000.
Wat is de schaal in cm van schaallijn B? 
A
B
C
Elk blokje op de schaallijn is 1 cm.

Slide 25 - Tekstslide

15 m : 3 = 5 m x 100 = 500 cm

De schaal is dus 1 : 500.
Wat is de schaal in cm van schaallijn C? 
A
B
C
Elk blokje op de schaallijn is 1 cm.

Slide 26 - Tekstslide

1000 km : 10 = 100 km 
100 km x 100.000 = 10.000.000 cm

De schaal is dus 1 : 10.000.000

Aan het werk via de basisroute
  • Maak opdracht 7 en 8 van paragraaf 2.5
 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Aan het werk via de basisroute
timer
7:00
In de tekening is de afstand van de route 5 cm.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


7a. Beschrijf de route die Elma loopt van huis naar de huisartsenpraktijk.
  • Elma stapt haar huis uit en gaat linksaf.
  • Ze volgt de Millingenstraat in oostelijke richting.
  • Die steekt over en volgt de Loosdorpstraat.
  • Dan neemt ze de eerste straat rechts.
  • Hier zit de huisartsenpraktijk.






Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





7b. Hoeveel meter is de afstand in werkelijkheid?
A
25 meter
B
125 meter
C
250 meter
D
1250 meter

Slide 30 - Quizvraag

1 cm = 25 meter

5 cm = 5 x 25 meter = 125 meter

Aan het werk via de basisroute
timer
5:00
Op de tekening is de lengte van de tuin 7 cm en de breedte 4,5 cm. De lengte van het zwembad is 3 meter en de breedte 2 meter.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





8a. Wat is de omtrek van de tuin in werkelijkheid?
A
13 meter
B
23 meter
C
28 meter
D
38 meter

Slide 32 - Quizvraag

7 cm + 7 cm + 4,5 cm + 4,5 cm = 23 cm

1 cm is 1 m, dus 23 cm is 23 meter.




8a. Hoeveel m2 is de oppervlakte van het zwembad?
A
6 m2
B
9 m2
C
12 m2
D
15 m2

Slide 33 - Quizvraag

1 cm = 1 meter

3 x 2 cm, is dus 3 x 2 m = 6 m2
timer
5:00
Pauze

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 2.5 en 2.6 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door een berekening te maken en die op te schrijven. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdrachten. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Examenopdracht
timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





8a. Hoeveel m2 is de oppervlakte van de poster?
A
0,5145 m2
B
5,145 m2
C
51,45 m2
D
514,5 m2

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





8b. Hoe vaak past deze foto op de vergroting?
A
7 keer
B
21 keer
C
35 keer
D
49 keer

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 8a [3p]

Bereken de lengte en breedte van de vergroting in cm.
De lengte is 7 x 15 = 105 cm.
De breedte is 7 x 7 = 49 cm

Bereken dan de oppervlakte van de vergroting in cm2
105 cm x 49 cm = 5145 cm2

Bereken dan de oppervlakte van de vergroting in m2
5145 : 100 : 100 = [1p] 0,5145 [1p] m2 [1p]
Wat weet je al?
Je weet wat de lengte en de breedte van de foto is in cm.
De lengte is 15 cm en de breedte is 7 cm.

Je weet de schaal.
De schaal is 1 staat tot 7, want de maten worden 7 keer zo groot.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 8b [2p]

Bereken de oppervlakte van de foto in cm.
De oppervlakte is 15 cm x 7 cm = 105 cm2

Bereken hoe vaak de foto in de vergroting past
5145 : 105 = [1p] 49 keer [1p]


Wat weet je al?
Je weet de lengte en de breedte van de foto in cm.
De lengte is 15 cm en de breedte is 7 centimeter.

Je weet de oppervlakte van de vergroting in cm.
De oppervlakte van de vergroting is 5145 cm2.
aantal
          1
          ?
oppervlakte in cm2
        105
       5145

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Heb je je leerdoelen gehaald?
Leerdoelen paragraaf 2.5
  • Ik kan plattegronden en kaarten lezen.

Leerdoelen paragraaf 2.6
  • Ik kan rekenen met schaal en schaallijn op een kaart.









Volgende week

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies