nieren en urinewegen

Werkplaats
Basisdeel (theorie) afgerond. 

Profieldeel
- ondersteunt bij wonen en huishouden
- ondersteunt bij persoonlijke zorg en ADL --> ziekteleer
- Ondersteunt bij activiteiten
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkplaats
Basisdeel (theorie) afgerond. 

Profieldeel
- ondersteunt bij wonen en huishouden
- ondersteunt bij persoonlijke zorg en ADL --> ziekteleer
- Ondersteunt bij activiteiten

Slide 1 - Tekstslide

waarom ziekteleer?

Slide 2 - Tekstslide

Signaleren!!!

Slide 3 - Tekstslide

Nieren en urinewegen

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
1. kennis nieren en urinewegen
2. rapporteren 
3. afronden van stof uit het basisdeel
4. Huiswerk volgende week

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Doelen. 
Aan het einde van de les kun jij:

- benoemen uit welke organen het urinewegstelsel bestaat
- de organen aanwijzen in een schematische afbeelding
- benoemen wat incontinentiemateriaal is

Slide 7 - Tekstslide

Urinewegstelsel
doel: 
zorgt ervoor dat afvalstoffen het lichaam via de urine kunnen verlaten

Slide 8 - Tekstslide

uit welke organen bestaat het urinewegstelsel?

Slide 9 - Woordweb

De organen zijn:
Nieren
Urineleiders
Blaas 
Urinebuis

Slide 10 - Tekstslide

Nieren
het filteren van het bloed --> schadelijke stoffen en afvalstoffen worden eruit gehaald
Overtollig water en zout wordt uit het lichaam afgevoerd

deze afvalstoffen worden URINE

Slide 11 - Tekstslide

Per 24 uur wordt 18 liter urine geproduceerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

1 tot anderhalve liter
Afhankelijk van de vloeistoftoevoer produceert een gezond persoon in 24 uur ongeveer 1000 tot 1500 ml urine, die twee tot zesmaal per dag wordt uitgescheiden. Daarbij is de urineproductie niet op ieder moment van de dag even groot. De meeste urine produceert de mens om zes uur in de ochtend.

Slide 13 - Tekstslide

Blaas
verzamelplek voor urine
> halve liter bij volwassenen
ouderen en kinderen minder inhoud
bij 300-400 ml. krijgen de hersenen een signaal dat je moet plassen

Slide 14 - Tekstslide

urineleider
Loopt van de nieren naar de blaas. 
Ongeveer 30 cm lang. 
Als de blaas vol is dan dicht zodat urine niet terug kan stromen naar de nieren.

Slide 15 - Tekstslide

urinebuis
Van de blaas naar de plek waar urine lichaam verlaat
Mannen langere urinebuis dan vrouwen

Slide 16 - Tekstslide

Incontinentie
Continent-> het kunnen ophouden van urine / ontlasting
Incontinentie-> het NIET (MEER) op kunnen houden van urine / ontlasting

Slide 17 - Tekstslide

incontinentie
Heel vervelend voor de cliënt
Schaamte ongemak!
Houdt hier rekening mee!

Slide 18 - Tekstslide

Oorzaken incontinentie
operatie
verzwakte bekkenbodemspieren
niet (meer) voelen van de prikkel
niet (meer) begrijpen 

Slide 19 - Tekstslide

Incontinentiemateraal
Geen luiers!
Regelmatig verschonen
Incontinentiemateriaal gebruiken dat is geadviseerd
Wel naar toilet laten gaan

Slide 20 - Tekstslide

Verschillende soorten en maten

Slide 21 - Tekstslide

welke stelling over incontinentie is NIET WAAR
A
Goede huidverzorging is belangrijk
B
Incontinentiemateriaal verschoon je op vaste momenten
C
het bed bescherm je met een matje
D
Goede hygiëne is belangrijk

Slide 22 - Quizvraag

Incontinentiemateriaal verschoon je NIET op vaste momenten
als het eerder nodig is doe je dat!
- Niet onnodig lang laten liggen / zitten in urine

Slide 23 - Tekstslide

het bed bescherm je met een matje
meestal wel waar maar:
dit mag alleen niet wanneer de zorgvrager last heeft van doorligplekken...

Slide 24 - Tekstslide

Goede huidverzorging is belangrijk
Urine en ontlasting kunnen de huid irriteren waardoor deze kapot gaat

Slide 25 - Tekstslide

Goede hygiëne is belangrijk
Tegengaan nare geurtjes
Huid wassen en daarna insmeren met huid beschermende crème 

Slide 26 - Tekstslide

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 27 - Sleepvraag

De functie van de blaas is ...
A
Filteren van urine
B
Urine vormen
C
Tijdelijk opslaan van urine
D
Voert urine af

Slide 28 - Quizvraag

De organen waaruit het urinewegstelsel bestaat zijn:
A
Nieren, Bijnieren urineleiders, blaas
B
Urineleider, Urinebuis, Urineblaas
C
Nieren, urineleiders, urinebuis en blaas
D
Nieren, urinebuis, Blaas en vagina of penis

Slide 29 - Quizvraag

Doel gehaald?

Slide 30 - Tekstslide

Vragen

Slide 31 - Tekstslide

Rapporteren
SOEP / SOAP

Slide 32 - Tekstslide

Hulpmiddel bij rapporteren 
SOAP methode 
Kan helpen om rapportage concreet en duidelijk op te schrijven 

Slide 33 - Tekstslide

Wat is SOAP?
Subjectief: informatie afkomstig van de cliënt of mantelzorg.
Objectief: directe observatie van de situatie met feitelijke waarnemingen.
Analyse: de conclusie op basis van de subjectieve en objectieve gegevens.
Plan: het plan dat is of gaat worden uitgevoerd.

De SOAP-werkwijze structureert het rapporteren, het geeft overzicht en biedt veel mogelijkheden om beter te observeren en te analyseren en daarmee vervolgens betere zorg te leveren.

Slide 34 - Tekstslide

oefenen met een rapportage!
Lees de tekst op bladzijde 295 en schrijf hiervoor een rapportage.

Slide 35 - Tekstslide

Volgende week
aandoeningen urinewegstelsel.
Lees (HARDOP) bladzijde 297-299

Slide 36 - Tekstslide