Er zijn veel manieren waarop rijke landen hulp kunnen bieden aan ontwikkelingslanden. Sommige vormen van hulp werken beter dan andere in de strijd tegen de armoede. En rijke landen geven ook hulp om er zelf beter van te worden. In deze paragraaf leer je meer over ontwikkelingssamenwerking.
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4
In deze les zitten 8 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 12 min
Onderdelen in deze les
6.6 Ontwikkelingssamenwerking
6.6Ontwikkelingssamenwerking
Er zijn veel manieren waarop rijke landen hulp kunnen bieden aan ontwikkelingslanden. Sommige vormen van hulp werken beter dan andere in de strijd tegen de armoede. En rijke landen geven ook hulp om er zelf beter van te worden. In deze paragraaf leer je meer over ontwikkelingssamenwerking.
Slide 1 - Tekstslide
Noodhulp
Een oorlog of natuurramp veroorzaakt enorm veel schade. Er is dan noodhulp nodig om de ergste gevolgen op te vangen. Deze hulp is nodig totdat de inwoners weer voor de eigen basisbehoeften kunnen zorgen. Noodhulp valt onder de
tussen ontwikkelingslanden en rijke landen.
Deze hulp bestaat vaak uit noodzakelijke goederen, zoals tenten, dekens, voedsel, medicijnen enzovoort. Bij ontwikkelingssamenwerking geven rijke landen hulp in overleg met de ontwikkelingslanden.
Slide 2 - Tekstslide
Structurele hulp
Boeren kunnen hun land bevloeien als er een goede watervoorziening is (afb. 38). Dit hoeven geen grote installaties te zijn, een kleine waterpomp is soms voldoende. Ook op andere manieren kunnen boeren de opbrengsten van het land blijvend verhogen. De rijke landen kunnen door ontwikkelingssamenwerking zorgen voor het geld en de kennis die nodig zijn. Het gaat hier om structurele hulp. Deze hulp leidt tot een blijvende verbetering van de welvaart.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Gebonden hulp
De Nederlandse overheid heft belastingen. Daarvan betaalt de overheid de hulp aan de ontwikkelingslanden (afb. 37). Een deel van dit geld moeten de ontwikkelingslanden in Nederland uitgeven, dat heet gebonden hulp. Deze hulp is goed voor de werkgelegenheid en winst in Nederland.
Slide 5 - Tekstslide
Ongebonden hulp
Ontwikkelingslanden hebben liever ongebonden hulp, dus hulp zonder bijkomende voorwaarden. Met ongebonden hulp kiezen ontwikkelingslanden zelf wat het beste voor hen is. Nederland betaalt een deel van de hulp via internationale organisaties die de armoede bestrijden, vooral de Verenigde Naties (VN) en de Wereldbank.
De ontwikkelingshulp die rechtstreeks naar de arme landen gaat, heet bilaterale hulp.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Importheffing
Er wordt al jaren onderhandeld over de afschaffing van invoerrechten op producten uit ontwikkelingslanden. Deze onderhandelingen worden gevoerd in de WTO, de Wereldhandelsorganisatie. Afschaffing van invoerrechten op producten uit ontwikkelingslanden betekent dat hun export en werkgelegenheid stijgen. Maar afschaffing van de invoerrechten is moeilijk, omdat rijke landen bang zijn voor werkloosheid in hun eigen land. Steeds vaker onderhandelen landen rechtstreeks over invoerrechten en de onderlinge handel. Daarna sluiten ze een handelsovereenkomst.