Zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Waarom zijn de moeilijke werkwoorden moeilijk?

1. omdat ze andere regels hebben dan makkelijke werkwoorden
2. omdat het leenwoorden zijn
3. omdat ze niet zijn uitgelegd

Wat is de verleden tijd van het werkwoord hebben?

1. hebben
2. hadden
3. heeft
4. hedden

Vul de juiste vorm in van het werkwoord. Jesse ... (willen) verkering met Myrthe. (t.t.)

Vul de juiste vorm in van het werkwoord.
Marie ... (hebben) het warm. (t.t)

Vul de juiste vorm in van het werkwoord.
(Zullen) .... wij vanmiddag spelen? (t.t.)

Wat was was voordat was was was?

Als er je/jij achter het werkwoord staat, komt er een -t achter het moeilijke werkwoord.

1. waar
2. niet waar

Als 'hij' voor het werkwoord 'willen' staat, komt er dan een -t achter het werkwoord?

1. JA
2. NEE

Goed of fout?
Jij heb een mooi gezicht.

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
Kan jij mij die pen aangeven?

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
Kun jij mij dat potlood aangeven?

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
Wie is de Mol is mijn lievelingsprogramma.

1. Goed
2. Fout

Vul het werkwoord in.
(willen)
Jij .... verkering met Coco. (t.t)

Wat is de verleden tijd van willen?

Wat is de verleden tijd van zullen?