Presentatie voorbereiden

Presentatie voorbereiden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Media, Vormgeving en ICTMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Presentatie voorbereiden

Slide 1 - Tekstslide

in deze les leer je:
  • Hoe je een presentatie voorbereidt.
  • Hoe je een presentatie voor op het digibord maakt.
  • Hoe je een presentatie meeneemt naar school.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe lang duurt een presentatie ongeveer?
A
2 tot 5 minuten
B
10 tot 15 minuten
C
30 tot 45 minuten
D
45 minuten tot een uur

Slide 3 - Quizvraag

Hoe lang duurt dat eigenlijk?
Afhankelijk van de opdracht en het doel duurt een presentatie tussen de 2 en de 15 minuten. 
Het is soms best lastig om lang over een onderwerp te praten, daarom is oefenen heel goed!

Slide 4 - Tekstslide

Maak het spreekwoord af:
Een plaatje zegt meer dan duizend......

Slide 5 - Open vraag

Plaatjes
Een plaatje zegt meer dan duizend woorden.
Hiermee wordt bedoeld dat je sommige dingen veel beter uitlegt met een plaatje dan met tekst. Onthoudt dat als je een presentatie maakt.

Slide 6 - Tekstslide

Waar of niet waar:
Je mag geen filmpje laten zien tijdens je presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Filmpjes
Een filmpje kan juist goed duidelijk maken wat je wilt vertellen. Natuurlijk moet je ook veel zelf vertellen.

Slide 8 - Tekstslide

Kun jij zien waarmee deze presentatie gemaakt is?
A
Prezi
B
Excel
C
PowerPoint
D
Word

Slide 9 - Quizvraag

PowerPoint
PowerPoint is een programma op de computer. je kunt er presentaties mee maken.

Slide 10 - Tekstslide

Je maakt een presentatie over de ingrediënten van sushi. In deze dia zet je bijna alles wat je wilt vertellen. Je moeder zegt: "Je moet nooit te veel tekst in een dia zetten." Waarom niet?
A
dan ga je voorlezen wat er staat
B
dan luistert niemand meer naar je
C
dan duurt de presentatie te lang
D
dat kost te veel tijd

Slide 11 - Quizvraag

Te veel tekst
Bij een goede presentatie vertel je een verhaal, je leest niet voor. Op een goede dia staan maar een paar woorden. Deze woorden maken duidelijk wat je gaat vertellen.

Slide 12 - Tekstslide

Je maakt een presentatie in PowerPoint. Je wil graag dat je presentatie er mooi uitziet. Daarom gebruik je een thema. Al je dia's krijgen dan dezelfde.........
A
geluiden
B
tekst
C
plaatjes
D
stijl

Slide 13 - Quizvraag

Thema's
Met een thema krijgt iedere dia dezelfde achtergond, hetzelfde lettertype en dezelfde kleuren. Je presentatie ziet er dan meteen goed uit.

Slide 14 - Tekstslide

Je hebt een presentatie gemaakt op de computer. Hoe kun je deze presentatie handig meenemen naar school?
Wel handig
Niet handig
delen via internet
op een USB-stick zetten
mailen naar je docent
uitprinten
foto's maken van de presentatie

Slide 15 - Sleepvraag

Meenemen naar school
Je kunt je presentatie op verschillende maniner meenemen naar school. Bijvoorbeeld door het in OneDrive te zetten. Je kan de presentatie dan overal waar internet is openen.

Slide 16 - Tekstslide

Waar of niet waar:
Je mag tijdens een presentatie spiekbriefjes gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Spiekbriefjes
Spiekbriefjes kunnen je helpen als je het even niet meer weet. Je kan nou eenmaal niet alles onthouden!
Probeer wel zo veel mogelijk uit je hoofd te doen.

Slide 18 - Tekstslide

Als je je presentatie hebt gemaakt, ga je oefenen. Waar moet je op letten als je oefent?
Wel op letten
Niet op letten
Onthoud ik mijn tekst
Heb ik een goed onderwerp gekozen
Blijf ik binnen de tijd
Werkt mijn presentatie
Gebruik ik genoeg moeilijke woorden

Slide 19 - Sleepvraag

Waar let je op?
Tijdens het oefenen let je op een aantal dingen.Moeilijke woorden is daar niet een van. Het is niet belangrijk dat je laat zien dat je moeilijke woorden kent.

Slide 20 - Tekstslide

Na je presentatie mogen je klasgenoten vragen stellen. Hoe kun je je hierop voorbereiden?
A
Zeg dat er geen vragen gesteld mogen worden
B
Vraag aan je familie welk vragen zij zouden stellen
C
Bedenk de vragen zelf
D
Bedenk van te voren welke vragen er gesteld kunnen worden.

Slide 21 - Quizvraag

Vragen naderhand
Probeer je zo goed mogeijk voor te bereiden op vragen. Het geeft niet als je niet alle vragen weet. 

Slide 22 - Tekstslide