blok 1,2,3,4 spelling klas 2 B

Meervoud van fee
A
feen
B
feeen
C
feeën
D
feees
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Meervoud van fee
A
feen
B
feeen
C
feeën
D
feees

Slide 1 - Quizvraag

geef een voorbeeld van een klankveranderend werkwoord.

Slide 2 - Open vraag

Geef een voorbeeld van klankvast werkwoord.

Slide 3 - Open vraag

Hoe schrijf je dvd in het meervoud
A
dvd's
B
dvds
C
dvdes

Slide 4 - Quizvraag

hoe schrijf je baby in het meevoud
A
babys
B
baby's
C
babis
D
babies

Slide 5 - Quizvraag

Hoe schrijf je fietspad en wandelpad?

Slide 6 - Woordweb

Hoe schrijf je idee in het meervoud
A
ideeën
B
ideeen
C
idees

Slide 7 - Quizvraag

hoe schrijf je het verkleinwoord van CD?
A
CDetje
B
CDs
C
CDtje
D
CD'tje

Slide 8 - Quizvraag

Hoe schrijf je noord en brabant?
A
Noord-Brabant
B
Noord-brabant
C
noord-brabant
D
Noordbrabant

Slide 9 - Quizvraag

Wat is correct geschreven?
A
VVD'er
B
VVDér
C
VVDs
D
VVD's

Slide 10 - Quizvraag

Welke is correct geschreven?
A
ministerpresident
B
minister president
C
minister-president

Slide 11 - Quizvraag

Wat is correct?
A
Vmbo leerling
B
VMBOleerling
C
VMBO-leerling
D
VMBO leerling

Slide 12 - Quizvraag

Wat is correct?
A
ex-vrouw
B
exvrouw
C
vrouw van ex

Slide 13 - Quizvraag

Wat is correct?
A
broodmaaltijd-avondmaaltijd
B
brood-en avondmaaltijd
C
broodmaaltijd-en avond-

Slide 14 - Quizvraag

De gemeente heeft narcissen....
A
geplant
B
geplandt
C
geplande
D
gepland

Slide 15 - Quizvraag

Mijn moeder heeft na de verhuizing ons huis
A
ingericht
B
ingerichdt
C
ingerichd

Slide 16 - Quizvraag

De meeste mensen hebben een huisje
A
geboekd
B
geboekt
C
geboekdt
D
geboeken

Slide 17 - Quizvraag

De vakanties zijn over drie regio's .....
A
verdeeld
B
verdeelt

Slide 18 - Quizvraag

Ik heb vandaag Engels......
A
geleert
B
geleerd

Slide 19 - Quizvraag

Mijn...........vinger deed gisteren nog zeer.
A
verbrandde
B
verbranden
C
verbrande
D
verbrandden

Slide 20 - Quizvraag

In de herfst ...de tuinman de bomen.
A
snoeidt
B
snoeien
C
snoeid
D
snoeit

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van denken?

Slide 22 - Woordweb

Wat is de stam van denken?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Woordweb