NN6 2HAVO/VWO H5. GramZD Samengestelde zinnen

Samengestelde zinnen
Nieuw Nederlands 6e editie
1 havo/vwo
Grammatica zinsdelen H5. Samengestelde zinnen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Samengestelde zinnen
Nieuw Nederlands 6e editie
1 havo/vwo
Grammatica zinsdelen H5. Samengestelde zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
- Hoofdtelwoorden

- Rangtelwoorden

- Onbepaald

- Bepaald

Slide 2 - Tekstslide

Wat bedoelen we met 'een samengestelde zin'?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
Je kunt herkennen:

                                 - hoofd- en bijzinnen in samengestelde zinnen
                                       
                

Slide 4 - Tekstslide

Theorie
Een zin met één persoonsvorm is een enkelvoudige zin.

                  
       VB:     De leerling zit achter de laptop.
                   De jongen mag niet meer op de tractor rijden.
                   Het meisje wilde graag shoppen met haar vriendinnen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de beste manier om de persoonsvorm te vinden?

Slide 6 - Open vraag

Theorie
Een zin met meerdere persoonsvormen noem we een samengestelde zin.

VB: De jongen mag niet meer op de tractor rijden omdat hij 
       deze gisteren in de sloot parkeerde.
       Het meisje wilde graag shoppen met haar vriendinnen, 
       maar door de coronacrisis was dit onmogelijk.

Slide 7 - Tekstslide

Theorie
Een samengestelde zin heeft altijd een hoofdzin
Een hoofdzin is een zelfstandige zin.

Een samengestelde zin kan een bijzin hebben.
Een bijzin is afhankelijk van een hoofdzin.

                                  De jongen mag niet meer op de tractor rijden 
                                                         omdat hij deze gisteren in de sloot parkeerde.


Slide 8 - Tekstslide

Theorie
Een samengestelde zin heeft altijd een hoofdzin.

Een samengestelde zin kan uit meerdere hoofdzinnen bestaan.

Een samengestelde zin uit een hoofdzin en één of meerdere bijzinnen hebben.

Een samengestelde zin kan uit meerdere hoofdzinnen bestaan met ook nog één of meerdere bijzinnen.


Slide 9 - Tekstslide

Theorie
Hoe herken je een hoofdzin en hoe een bijzin in een zin?

Stappenplan
1.  Zoek de pv
2. Zoek het ow
3. Kan het woordje 'niet' of 'nooit' niet tussen pv en ow --> hoofdzin
     Kan het woordje 'niet' of 'nooit' wel tussen pv en ow --> bijzin


Slide 10 - Tekstslide

Theorie
Hoe herken je een hoofdzin en hoe een bijzin in een zin?

Antwoord
--> In een hoofdzin kun je niets tussen ond en pv zetten; in een bijzin wel (bijvoorbeeld “nooit”/ “niet”)

De jongen (ow) mag (pv) niet meer op de tractor rijden 
                         omdat hij (ow) deze gisteren [niet] in de sloot parkeerde (pv).


Slide 11 - Tekstslide

Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 12 - Quizvraag

Jan ziet Elly achter het raam en Wieke ziet Jan op de fiets.

A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 13 - Quizvraag

De tuin is nat, doordat het regent.

A
hoofdzin + hoofzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 14 - Quizvraag

Het meisje slaat haar zusje en zij stompt haar broertje, omdat ze stom doen.


A
hoofdzin + hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin + bijzin
C
hoofdzin + bijzin + bijzin

Slide 15 - Quizvraag

Leerdoelen
Je kunt herkennen:

                                 - hoofd- en bijzinnen herkennen in                        
                                    samengestelde zinnen
                                       

Slide 16 - Tekstslide

Bedenk een samengestelde zin
Geef aan uit welke delen (hoofdzinnen/bijzinnen) deze bestaat.

Slide 17 - Open vraag

Huiswerk
Nieuw Nederlands 6e editie
1 havo/vwo

Grammatica zinsdelen H5. Samengestelde zinnen

Slide 18 - Tekstslide