Herstel van Europa

4. De wereld na de oorlog
4.4 Herstel van Europa


Wat gaan we het over hebben?
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

4. De wereld na de oorlog
4.4 Herstel van Europa


Wat gaan we het over hebben?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom de EGKS werd opgericht en wat het verschil is tussen de EGKS en de EEG
Aan het eind van deze les weet je hoe de EU is ontstaan en wat haar taken zijn. 
Aan het eind van deze les kun je een mening vormen over het nu van de EU. 

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht. 
Een aantal vragen over de Europese Unie. Bedenk wat het volgende antwoord zou kunnen zijn. 
Luister goed!!

Slide 3 - Tekstslide

De Europese Unie heeft meer inwoners dan de Verenigde Staten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Waar! 
De EU heeft ongeveer 500 miljoen inwoners. 
De VS telt circa 300 miljoen inwoners.

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn 25 landen lid van de EU
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Onjuist
De EU telt 28 landen

Slide 7 - Tekstslide

Er worden in de EU 23 verschillende (officiële) talen gesproken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Inderdaad
Goed: De Europese Unie heeft 23 officiële talen: 
Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Iers, Italiaans, Lets, Litouws, Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en Zweeds. 

Deze talen worden gebruikt  bij alle officiële EU-aangelegenheden.

Slide 9 - Tekstslide

Noorwegen is lid van de EU
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Onjuist
 Noorwegen is geen lid van de EU. 

Noorwegen heeft ooit een aanvraag gedaan, maar de bevolking was hier tegen. Noorwegen heeft enorme inkomsten door de oliewinning.

Slide 11 - Tekstslide

Met de euro kun je in de hele EU betalen .
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Onjuist
Nee, dat kan niet in Bulgarije, Denemarken, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zweden (10 van de 27 kunnen dat dus niet.) 

Op 1 januari 2007 is de euro ook in Slovenië het wettig betaalmiddel geworden. Op 1 januari 2008 volgden Cyprus en Malta, en op 1 januari 2009 werd de euro ook de officiële munt in Slowakije. Sinds 1 januari 2011 heeft ook Estland de euro ingevoerd.

Slide 13 - Tekstslide

Engels is de voertaal die de ambtenaren van de EU gebruiken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Onjuist
Vaak wel, maar niet altijd. 

Het ligt aan het departement waar ze werken (en de taal van de eurocommissaris of hoge ambtenaren). Soms is dat Engels, soms Frans, soms Duits.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de Champions League mogen alleen clubs uit de Europese Unie meedoen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Onjuist
Nee, clubs uit heel Europa, dus ook Noorwegen en Rusland, mogen meedoen aan de Champions League. 
Er doet zelfs een land van buiten Europa mee: Israël.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de hoogste berg in de EU?
A
Mount Everest
B
Mont Blanc
C
De Alpen
D
Mont Ventoux

Slide 18 - Quizvraag

B, de Mont Blanc
De Mont Blanc is met 4808,45 meter de hoogste berg in de Alpen. Het hoogste punt van de Mont Blanc bevindt zich in Frankrijk.

Slide 19 - Tekstslide

Welk Europees land heeft de meeste inwoners?
A
Frankrijk
B
Polen
C
Duitland
D
Rusland

Slide 20 - Quizvraag

Duitsland
Duitsland met ruim 82 miljoen inwoners. 
Polen heeft een kleine 40 miljoen en Frankrijk ruim 64 miljoen inwoners.
Rusland is geen EU land. 

Slide 21 - Tekstslide

Welke landen deden vanaf het begin mee aan de Europese Samenwerking?
A
België, Nederland en Luxemburg
B
België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland
C
België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland
D
Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland

Slide 22 - Quizvraag

B
België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland werkten vanaf 1951 samen in de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS)

Slide 23 - Tekstslide


Benelux

  • Nederland, België en Luxenburg vormen samen een gemeenschappelijke markt. Dit houdt in dat de landen samen invoertarieven hanteren, en onderling geen invoertarieven meer hebben
Uitleg Benelux

Slide 24 - Tekstslide


EGKS
  • De Benelux is een voorbeeld geweest voor de andere landen

  • In 1950 stelden Frankrijk en West-Duitsland voor om de gemeenschap voor kolen en staal (EGKS) op te richten.

  • Kolen en staal waren waren nodig om een leger te bouwen, daarom kwam de productie daarvan nu onder gemeenschappelijk toezicht
Uitleg EGKS

Slide 25 - Tekstslide

welke 6 landen behoorden tot de EGKS?
A
Frankrijk,België en Duitsland
B
Frankrijk, Nederland en West Duitsland
C
België, West Duitsland en de Benelux
D
Geen van bovenstaande antwoorden

Slide 26 - Quizvraag

Het marshallplan geeft voornamelijk ...... steun
A
Politieke
B
Sociale
C
Financiële
D
Culturele

Slide 27 - Quizvraag

Plaats de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdvolgorde met het bijbehorende jaartal: Oprichting EGKS, oprichting EEG, EEG-lidmaatschap Griekenland, EEG-lidmaatschap G.B., oprichting Benelux

Slide 28 - Open vraag


De EEG
  • In 1958 besluiten de EGKS-landen om hun samenwerking verder uit te breiden
  • Na voorbeeld van de Benelux kwam er een gemeenschappelijke markt + gemeenschappelijke tarieven voor de buitenwereld
  • Het nieuwe verbond kreeg de naam: Europese Economische Gemeenschap (EEG)
  • Er werd een dagelijks bestuur ingesteld, de Europese Commissie (in Brussel)
  • In de jaren ‘50 en ‘60 enorme economische groei--> EEG werd heel populair
Uitleg EEG

Slide 29 - Tekstslide

Uitbreiding

Slide 30 - Tekstslide


Raad van Europa
  • In 1949 richtten tien landen de Raad van Europa op
  • Doel: Parlementaire democratie, rechtsstaat en mensenrechten verdedigen. 
  • Vandaag zitten bijna alle landen van Europa in deze raad, dus niet alleen de landen van de Europese Unie

  • Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens moet bepalen of de lidstaten de mensenrechten naleven
uitleg

Slide 31 - Tekstslide

Triomf van de democratie
  • Het ging na de oorlog erg goed met de democratische landen in Europa, ook Duitsland genoot van de welvaart
  • Het succes van de Duitse economie na de Tweede Wereldoorlog wordt ook wel het wirtschaftswunder genoemd
  • In de jaren '70 kregen ook Zuid-Europese landen een democratisch bestuur, daarom mochten ook zij toetreden tot de EEG
  • De EEG groeit later uit tot de Europese Unie


Uitleg

Slide 32 - Tekstslide

Vanaf 1993 
EEG wordt Europese Unie 
Er kwamen verdere uitbreidingen van de Europese Samenwerking. 
Meer landen wilden lid worden van de EU

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht
bekijk het volgende filmpje en beantwoord daarna de vragen. 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Waarom besloten veel Europese landen na WOII samen te gaan werken?



Slide 36 - Open vraag

Op welke drie gebieden ging de EU vanaf 1992 samenwerken?

Slide 37 - Open vraag

Wat zijn de drie taken van het Europese Parlement?

Slide 38 - Open vraag

Door welke twee groepen wordt de Europese Commissie gecontroleerd?

Slide 39 - Open vraag

Elke belangen vertegenwoordigt de Raad van Ministers vooral?

Slide 40 - Open vraag

En Engeland?

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Wat vinden jullie van de Europese Unie? Beargumenteer je antwoord.

Slide 43 - Open vraag