Contexten

context 1: Het syndroom van Klinefelter 
Wat is er aan de hand? 
Bij wie?
Wanneer treedt het op? 
Wat zijn de symptomen 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

context 1: Het syndroom van Klinefelter 
Wat is er aan de hand? 
Bij wie?
Wanneer treedt het op? 
Wat zijn de symptomen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

context 1: Het syndroom van Klinefelter 
Non-disjunctie in meiose I of meiose II
Komt alleen bij mannen voor. Waardoor eigenlijk? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

context 1: Het syndroom van Klinefelter 
mozaïekvariant: oorzaak dat mannen toch vruchtbaar kunnen zijn? 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

context 2: liever een slappeling 
Gen voor hoornlengte:
Ho+Ho+ : lange hoorns, leven kort -> zeer aantrekkelijk 
Ho+ HoP : middellange hoorns, leven lang -> minder aantrekkelijk
HoPHoP : korte hoorns, leven lang & weinig nakomelingen  -> minst aantrekkelijk 

  1. waardoor verwachting dat binnen enkele generaties HoP-allel verdwenen? 
  2. waardoor heterozygoten meer nakomelingen dan homozygoten? 
  3. verklaring dat korte hoorn rammen langer leven. 
  4. waarom lange hoorns aantrekkelijk voor ooien? 

Slide 6 - Tekstslide

  1. Langgehoornde mannetjes krijgen meer nakomelingen dan mannetjes met gemiddelde hoornlengte of korte hoorns. Daardoor komen er steeds minder nakomelingen met HoP-allelen.
  2. Heterozygote schapen met middellange hoorns krijgen meer nakomelingen dan kortgehoornde schapen en leven langer dan langgehoornde schapen, waardoor ze uiteindelijk ook meer nakomelingen krijgen dan langgehoornde schapen.
  3. De rammen met korte hoorns besteden minder tijd en energie aan bronstgedrag, hebben mogelijk minder stress en hebben meer tijd om te rusten en te eten.
  4. Rammen met lange hoorns zijn sterker dan rammen met korte stompjes. Daardoor leveren ze ook een sterker nageslacht.
context 2: liever een slappeling 
waardoor 
  •  waardoor heterozygoten meer nakomelingen dan homozygoten? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

context 3: ziekte van Huntington
late onset disease
teveel repeats in HHT--> 
(36-120 ipv 10-25)
                   teveel huntingtine --> 
                     verstoring impulsgeleiding 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

context 3: ziekte van Huntington
genotype persoon: 
  1. ...
  2. ...
  3. ...
  4. ...
  5. ...
  6. ...
  7. ...

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

context 3: ziekte van Huntington
a. Hoeveel van haar kinderen (generatie II in de stamboom) hebben de ziekte van Huntington?

b. Welke andere personen in deze familie hebben de ziekte van Huntington, of zullen in de toekomst de symptomen van de ziekte kunnen krijgen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

context 3: ziekte van Huntington
Bij Europeanen komt (de aanleg voor) de ziekte van Huntington voor bij 0,5 op de 1000 geboorten.
--> Leg uit dat het kleine aantal geboorten van baby’s met het afwijkende huntingtine-allel waarschijnlijk niet een gevolg is van een geboorteplanning gedurende de laatste eeuwen. 
--> Leg ook uit dat er tegenwoordig wel sprake kan zijn van een selecterende werking van het afwijkende allel.

Slide 11 - Tekstslide

laatste eeuwen: kinderen al verwekt voordat ziekte tot expressie komt. Hierdoor krijgt / verwekt een hh-persoon en een Hh/HH persoon evenveel kinderen.

sinds geboorteplanning:
op basis van DNA-onderzoek kan men achterhalen of men het H-gen draagt. 
Als dat zo is, dan kan men kiezen voor anticonceptie/IVF+embryoselectie 

context 4: Eén X is genoeg 
gen voor vachtkleur
X-chromosomaal, uitschakeling van X-chromosoom willekeurig
XD: oranje. en Xd: zwart 

waardoor is schildpadpoes nooit een kater? 

Slide 12 - Tekstslide

Het gen voor de vachtkleur ligt in het X-chromosoom. Een kater heeft slechts één X-chromosoom en daardoor ook maar één kleur.
context 4: Eén X is genoeg 
gen voor vachtkleur
X-chromosomaal, uitschakeling van X-chromosoom willekeurig
XD: oranje. en Xd: zwart 

P: XDY x XdXd
F1: XDXd en XdY

poes 1: oranje, poes 2: zwart, poes 3: 2/3 oranje, poes 4: 2/3 zwart 
Wanneer XD het vroegst uitgeschakeld? 

Slide 13 - Tekstslide

Als het XD-chromosoom is ingeschakeld, ontstaat er een oranje kleur.

De poes waarbij het XD-chromosoom het vroegst is uitgeschakeld, moet dus zo min mogelijk oranje hebben. Dit is het geval als zij helemaal zwart is.
opdracht 61: lapjeskatten 
gen voor vachtkleur
X-chromosomaal, uitschakeling van X-chromosoom willekeurig
XD: oranje. en Xd: zwart 
gen voor witte vlekken
S: witte vlekken, s: geen witte vlekken. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 61: lapjeskatten 
– Mopsy: een oranje poes zonder vlekken;
– Ploeske: een zwarte poes met witte vlekken;
– Tommie: een zwarte kater zonder vlekken;
– Todd: een zwarte kater met witte vlekken;
– Vlekkie: een oranje kater met witte vlekken;
– Japie: een zwarte kater met witte vlekken.
Al deze poezen en katers kunnen met elkaar paren en ze zijn allemaal even vruchtbaar.
Een testkruising met een kat zonder vlekken gaf aan dat Ploeske, Vlekkie en Japie alle drie nakomelingen kregen met zowel witte als geen vlekken. Todd kreeg alleen nakomelingen met vlekken.
TESTKRUISING MET ss
Genotypen van de katten? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mopsy: Mopsy kan zowel genotype XDXDss als XDXdss hebben. Als Xd vroeg in de embryonale ontwikkeling wordt uitgeschakeld ontwikkelt Mopsy zich tot oranje poes.
Ploeske: Ploeske kan zowel XDXdSs als XdXdSs hebben. Als XD vroeg in de embryonale ontwikkeling wordt uitgeschakeld ontwikkelt Ploeske zich tot zwarte poes met witte vlekken.
Tommie: XdYss
Todd: XdYSS (Bij de testkruising had hij nakomelingen met alleen vlekken.)
Vlekkie: XDYSs (Bij de testkruising had hij nakomelingen met zowel vlekken als geen vlekken.)
Japie: XdYSs (Bij de testkruising had hij nakomelingen met zowel vlekken als geen vlekken.)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 61: lapjeskatten 
– Mopsy: een oranje poes zonder vlekken;
– Ploeske: een zwarte poes met witte vlekken;
– Tommie: een zwarte kater zonder vlekken;
– Todd: een zwarte kater met witte vlekken;
– Vlekkie: een oranje kater met witte vlekken;
– Japie: een zwarte kater met witte vlekken.
Al deze poezen en katers kunnen met elkaar paren en ze zijn allemaal even vruchtbaar.
Een testkruising met een kat zonder vlekken gaf aan dat Ploeske, Vlekkie en Japie alle drie nakomelingen kregen met zowel witte als geen vlekken. Todd kreeg alleen nakomelingen met vlekken.
TESTKRUISING MET ss
--> Welke poes en welke kater kies je om een nest te krijgen met zo veel mogelijk lapjespoezen? 

Slide 17 - Tekstslide

lapjeskat:
XDXd S.
dus Mopsy x Todd
opdracht 61: lapjeskatten 
– Mopsy: een oranje poes zonder vlekken;
– Ploeske: een zwarte poes met witte vlekken;
– Tommie: een zwarte kater zonder vlekken;
– Todd: een zwarte kater met witte vlekken;
– Vlekkie: een oranje kater met witte vlekken;
– Japie: een zwarte kater met witte vlekken.
Al deze poezen en katers kunnen met elkaar paren en ze zijn allemaal even vruchtbaar.
Een testkruising met een kat zonder vlekken gaf aan dat Ploeske, Vlekkie en Japie alle drie nakomelingen kregen met zowel witte als geen vlekken. Todd kreeg alleen nakomelingen met vlekken.
TESTKRUISING MET ss
--> Mopsy is XDXDss, Todd is XdYSS --> kans op lapjespoezen?

Slide 18 - Tekstslide

lapjeskat:
XDXd Ss --> 100%