H8 - §8.3 Geluidssterkte

Welkom in de les
Vandaag:
  • Terugblik
  • lesdoelen §8.3
  • instructie §8.3
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§8.3 Geluidssterkte
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • Terugblik
  • lesdoelen §8.3
  • instructie §8.3
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§8.3 Geluidssterkte

Slide 1 - Tekstslide

Vragen §8.2

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 51

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 56

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 63

Slide 6 - Tekstslide

Je leert....
  • de geluidssterkte meten met een dB-meter;
  • de grafiek aflezen van een oscilloscoop;
  • rekenen met de dB-schaal bij een verdubbeling van het aantal geluidsbronnen;
  • de gevaren van hard geluid omschrijven;
  • met een grafiek bepalen hoelang in je een omgeving met harde geluiden mag zijn;
  • aflezen uit een grafiek welke geluiden je kunt horen;
  • het verschil tussen dB en dB(A) uitleggen;
  • gehoorbeschadiging aflezen in een audiogram;

Slide 7 - Tekstslide

De eenheid van trillingstijd is ...
De eenheid van frequentie is ...
Seconden (s)
Hertz (Hz)

Slide 8 - Sleepvraag

Wat betekent trillingstijd?

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent frequentie?

Slide 10 - Open vraag

Wat hoort bij wat?
hoge frequentie
lage frequentie

Slide 11 - Sleepvraag

Hoeveel trillingen zie je op de afbeelding?

Slide 12 - Open vraag

Geluidssterkte
Hoe harder een geluid, hoe hoger het aantal decibel.
Dit wordt gemeten met een decibelmeter.

Geluidssterkte wordt ook wel aangegeven met Amplitude.
grootheid: geluidssterkte 
eenheid: decibel (dB)

Slide 13 - Tekstslide

Geluidssterkte
Geluidssterkte meet je in decibel (dB)


Slide 14 - Tekstslide

Regel
  • Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, stijgt het geluidsniveau met 3 dB.
110 dB
110 + 3 = 113 dB
113 + 3 = 116 dB
"Go MAX"
"Go Go MAX"
"Go Go Go Go MAX"

Slide 15 - Tekstslide

Geluidssterkte
Hoe hoger de amplitude, hoe harder het geluid
oscilloscoop

Slide 16 - Tekstslide

Een stemvork trilt met een hele lage amplitude (geluidssterkte). Het geluid zal...
A
heel hard zijn
B
heel zacht zijn
C
heel hoog zijn
D
heel laag zijn

Slide 17 - Quizvraag

Frequentie en amplitude
Zacht
Hard
Laag
Hoog

Slide 18 - Sleepvraag

Gehoordrempel
Gehoordrempel: 
- geluidsniveau waarboven je 
geluid net kunt horen.

Slide 19 - Tekstslide

Pijngrens
Pijngrens: 
- geluidsniveau waarboven 
geluid pijn gaat doen.

Slide 20 - Tekstslide

Gehoorschade
Dit is het audiogram van een 
dirigent.
a. Voor welke frequentie is het gehoor van 
de dirigent het meest beschadigd?
b. Hoe groot is de gehoorbeschadiging bij de
frequentie?
c. Levert deze gehoor beschadiging veel
last op voor de dirigent.

Slide 21 - Tekstslide

Gehoorschade
Een gehoorapparaat versterkt de tonen waar in het audiogram een dip zit.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Aan de slag!
Lezen §8.3 uit je boek

Maak de "gewone"opgaven 
en de ⨀ - route

kies eventueel uit:
✱ - route



Zs

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen §8.3 uit je boek

Maak de "gewone"opgaven 
en de ⨀ - route

kies eventueel uit:
✱ - route



Zf

Slide 25 - Tekstslide

Amplitude van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 26 - Quizvraag


A
Het geluid wordt hoger
B
Het geluid wordt harder
C
Het geluid wordt lager
D
Het geluid wordt zachter

Slide 27 - Quizvraag

In een fabriek is soms schadelijk geluid.
Wat is schadelijk geluid?
A
Geluid dat boven de gehoor-drempel licht
B
Geluid dat uit een mp3-speler komt
C
Schadelijk geluid is hetzelfde als hinderlijk geluid.
D
Geluid dat je gehoor kan beschadigen.

Slide 28 - Quizvraag

Hoe kleiner de ampiltude, hoe ..... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter

Slide 29 - Quizvraag

Geluidssterkte meet je met een ........
A
Decibelmeter
B
Oscilloscoop
C
Toongenerator

Slide 30 - Quizvraag

Je kunt...
  • de geluidssterkte meten met een dB-meter;
  • de grafiek aflezen van een oscilloscoop;
  • rekenen met de dB-schaal bij een verdubbeling van het aantal geluidsbronnen;
  • de gevaren van hard geluid omschrijven;
  • met een grafiek bepalen hoelang in je een omgeving met harde geluiden mag zijn;
  • aflezen uit een grafiek welke geluiden je kunt horen;
  • het verschil tussen dB en dB(A) uitleggen;
  • gehoorbeschadiging aflezen in een audiogram;

Slide 31 - Tekstslide

Ja dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll