Werkwoorden op -re (présent + P.C.)

Werkwoorden op -re
In de présent en de passé composé
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werkwoorden op -re
In de présent en de passé composé

Slide 1 - Tekstslide

Regelmatige ww op -re
Veel werkwoorden in het Frans eindigen op -re
Bijvoorbeeld:
  • attendre (wachten)
  • descendre (naar beneden gaan, uitstappen)
  • entendre (horen)
  • répondre (antwoorden)
  • vendre (verkopen)
  • rendre (teruggeven)
  • perdre (verliezen)

Slide 2 - Tekstslide

Apprendre par coeur
Werkwoorden op -re in de présent:
Je vends
Tu vends
Il / Elle vend
Nous vendons
Vous vendez
Ils / Elles vendent

Slide 3 - Tekstslide

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils / elles
réponds
répondons
répond
réponds
répondez
répondent

Slide 4 - Sleepvraag

Welk vorm is goed?

attendre - j'
A
j'attende
B
j'attendis
C
j'attends
D
j'attendre

Slide 5 - Quizvraag

Welk vorm is goed?

perdre - tu
A
tu perdes
B
tu perdis
C
tu perds
D
tu perdu

Slide 6 - Quizvraag

Welk werkwoord past niet in het rijtje?
A
perdre
B
écouter
C
attendre
D
vendre

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal

U antwoordt
A
vous répondons
B
vous répondissez
C
vous répondrez
D
vous répondez

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal?

Zij verkopen
A
ils vendre
B
ils vendons
C
il vend
D
ils vendent

Slide 9 - Quizvraag

Apprendre par coeur
De werkwoorden op -re in de passé composé:
J'ai vendu
Tu as vendu
Il/Elle/On a vendu
Nous avons vendu
Vous avez vendu
Ils/Elles ont vendu

Slide 10 - Tekstslide

Tu (rendre)

Slide 11 - Open vraag

Jean et Martin (vendre)

Slide 12 - Open vraag

il (répondre)

Slide 13 - Open vraag

Nous (perdre)

Slide 14 - Open vraag