Omgaan met anderen

1 / 22
volgende
Slide 1: Video
StudielessenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Naar aanleiding van het filmpje:
waar denken jullie dat deze les over gaat?

Slide 2 - Woordweb

Communiceren
Eigenlijk communiceer je altijd, de hele dag door!
Soms met woorden , maar vaker met je gezicht en je lichaam.
Je kunt niet niet communiceren. 
Je doet het zelfs met je houding. 

Slide 3 - Tekstslide

Omgaan met anderen
Doel: Welke normen en waarden zijn wenselijk in deze klas? 

Slide 4 - Tekstslide

Sleepopdracht
Je hebt 4 soorten communicatie:
  1. Eenzijdige communicatie
  2. Tweezijdige communicatie
  3. Verbale communicatie
  4. Non-verbale communicatie

Je krijgt 4 stellingen te zien. Welke stelling past bij welke communicatievorm? 

Slide 5 - Tekstslide

Eenzijdige communicatie
Tweezijdige communicatie
Verbale communicatie
Non- verbale communicatie
Communiceren zonder woorden
Alles wordt met 
woorden gezegd
Je kunt direct reageren op een ander
Nieuws luisteren via de radio

Slide 6 - Sleepvraag

Noem een voorbeeld van
verbale communicatie

Slide 7 - Woordweb

Noem een voorbeeld van
non-verbale communicatie

Slide 8 - Woordweb

Wat is belangrijk bij communiceren?

Slide 9 - Woordweb

Halo-effect
Het halo-effect houdt in dat je iemand in alles wat hij doet beoordeelt op basis van 1 positieve eigenschap
Diegene kan niets fouts doen in jouw ogen. 

Slide 10 - Tekstslide

Horn-effect
Het horn-effect houdt in dat je iemand in alles wat hij doet beoordeelt op basis van 1 negatieve eigenschap. Je kunt de goede dingen die die persoon doet, niet meer zien.


Slide 11 - Tekstslide

Klassikale vraag
Wat kunnen "gevaren" zijn als je een halo-effect of horn-effect ervaart bij iemand?

Slide 12 - Tekstslide

Miscommunicatie

Slide 13 - Tekstslide

Miscommunicatie
Miscommunicatie ontstaat op het moment dat de ontvanger een boodschap anders ontvangt dan dat de zender deze bedoeld heeft.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is miscommunicatie?
A
Als de ander de boodschap juist heeft begrepen
B
Als de ander de boodschap anders heeft begrepen

Slide 15 - Quizvraag

Hoe ontstaat miscommunicatie?
A
Als de ontvanger anders codeert dan de zender decodeert.
B
Als ontvanger anders decodeert dan de zender codeert .
C
Als beide op dezelfde manier coderen / decoderen
D

Slide 16 - Quizvraag

Referentie kader
Alle regels, normen en waardes die, vaak onbewust, bepalen hoe je iets beoordeelt

Slide 17 - Tekstslide

Normen
ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen


Waarden
achterliggende idealen die als waardevol worden aangeduid; dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep.

Slide 18 - Tekstslide

Normen en waarden
Wat wij als normaal zien (de norm), komt voort uit een overtuiging die wij hebben (de waarde).

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden
We vinden het normaal dat je iemand aankijkt als je met elkaar praat. Dat zien we als beleefd en daarmee tonen we dat we eerlijk / oprecht zijn. De waarden zijn in dit geval beleefdheid en eerlijkheid. 

Omdat we blijkbaar waarde hechten aan beleefdheid en eerlijkheid, zien we zaken als iemand aankijken tijdens een gesprek als vanzelfsprekend (=norm). 



Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden
1. Norm: Als je voor een lokaal staat, wacht je even tot de andere klas uit het lokaal zijn, alvorens je zelf naar binnen stapt.
Waarde: geduld

2. Norm: Als je het niet met iemand eens bent, ga je niet gelijk schelden of slaan.
Waarde: Verdraagzaamheid, Zelfbeheersing




Slide 21 - Tekstslide

Welke norm vind jij belangrijk voor in de klas? Schrijf de norm en waarde op, zoals net in het voorbeeld.

Slide 22 - Open vraag