Thema 2 - Organen en cellen

Thema 2
Organen en cellen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2
Organen en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1
Organen en orgaanstelsels

Slide 2 - Tekstslide

Organen
  • Deel van een organisme dat een bepaalde taak uitvoert
  • Orgaanstelsel: groep organen die samenwerken aan dezelfde taak

Slide 3 - Tekstslide

Dwarsdoorsnede romp
In je boek op blz 97 staan ook dwarsdoorsneden van de buikholte.

Kan je de namen noemen van de organen?

Slide 4 - Tekstslide

Basisstof 2
Organen van planten
Wortels, stengels, bladeren, vatenstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Wortelstelsel
  • Water en mineralen opnemen uit de bodem
  • Plant stevig vastzetten in de grond
  • Reservestoffen opslaan

Slide 6 - Tekstslide

Voedingsstoffen
  • Mineralen zijn voedingsstoffen voor een plant
  • Wortels bevatten reservestoffen

Slide 7 - Tekstslide

Winter

Slide 8 - Tekstslide

Stengels
  • Transport van stoffen en stevigheid geven aan plant
  • Houtachtige en kruidachtige stengels

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Bladeren
  • Hoofdnerf en zijnerven bestaan uit vaatbundels
  • Materiaal tussen de nerven heet bladmoes, hier vindt fotosynthese plaats

Slide 12 - Tekstslide

Vatenstelsel
Transport van stoffen door de plant: 
  • water en mineralen van de wortels naar andere delen
  • glucose van bladeren naar andere delen

Slide 13 - Tekstslide

Basisstof 3
Weefsels
Weefsels mensen en planten

Slide 14 - Tekstslide

Cellen
  • Kleinste levende eenheden in het lichaam
  • Bouwstenen van elk organisme
  • Alleen zichtbaar onder microscoop

Slide 15 - Tekstslide

Weefsel
  • Groep cellen met dezelfde vorm en functie
  • In veel weefsels tussencelstof

Slide 16 - Tekstslide

Huidmondjes
  • In opperhuid van blad, vooral aan de onderkant
  • Opname koolstofdioxide en afgifte zuurstof
  • Verdamping water via huidmondjes

Slide 17 - Tekstslide

Jaarringen
  • Cambium: laag cellen net onder schors, vormt nieuw hout
  • Lente licht, zomer donker
  • Oudste hout in midden

Slide 18 - Tekstslide

Basisstof 4
Cellen

Slide 19 - Tekstslide

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
  • Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA
  • Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt

Slide 20 - Tekstslide

Plantaardige cel
  • Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)
  • Plastiden: organel, bladgroenkorrels,  kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
  • Celwand: stevig laagje om cel heen, is gemaakt van tussencelstof

Slide 21 - Tekstslide

Plastiden
  • Bladgroenkorrels: hierdoor zijn planten groen, hier vindt fotosynthese plaats
  • Kleurstofkorrels: gele, oranje of rode kleur
  • Zetmeelkorrels: kleurloos, hier wordt zetmeel opgeslagen
  • Plastiden kunnen van een type in ander type veranderen

Slide 22 - Tekstslide

Benoem de type cel (letters) en de organellen (getallen)

Slide 23 - Tekstslide

Antwoorden:
A. Dierlijke cel
B. Plantaardige cel
1. Celmembraan 
2. Cytoplasma
3. Celkern / kernplasma
4. Kernmembraan
5. Bladgroenkorrel
6. Vacuole
7. Celwand

Slide 24 - Tekstslide

Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.
Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel
Plastiden
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Zetmeelkorrels
Celkern

Slide 25 - Sleepvraag

Andere organellen (VG)
  • Sommige organellen niet zichtbaar onder lichtmicroscoop
  • Elektronenmicroscoop maakt mitochondriën en ribosomen zichtbaar
  • Mitochondriën: maken uit suikers energie voor cellen
  • Ribosomen: maken eiwitten in de cellen

Slide 26 - Tekstslide

Leren onderzoeken 1, 2, 3
Microscopie

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

maken preparaat

Slide 29 - Tekstslide

Basisstof 5
De celkern

Slide 30 - Tekstslide

Celkern
  • DNA in celkern, code bestaat uit vier letters (A, T, C, G)
  • Een DNA streng rolt zich op en vormt een chromosoom, 46 chromosomen in elke celkern van onze lichaamscellen
  • Stukken DNA coderen voor een erfelijke eigenschap, dit wordt een gen genoemd

Slide 31 - Tekstslide

De bouw van DNA

Slide 32 - Tekstslide

Basisstof 6
Celdeling

Slide 33 - Tekstslide

Celdeling
  • In 'moedercel' wordt DNA gekopieerd
  • DNA wordt verdeeld over twee helften, vormt twee celkernen
  • Cel deelt zich, er zijn nu twee 'dochtercellen'
  • Er vindt plasmagroei plaats
  • Één dochtercel gaat zich specialiseren, ander blijft stamcel

Slide 34 - Tekstslide

Celcyclus

Slide 35 - Tekstslide

Stamcel
  • Is nog niet gespecialiseerd
  • Kan zich delen en daarna specialiseren
  • Stamcel van embryo kan zich nog tot alles specialiseren, bij volwassenen alleen tot bepaalde type cellen
  • Stamceltherapie

Slide 36 - Tekstslide

Weet je nog waar we het over hebben gehad?
  • Organen, organenstelsels
  • Wortels, stengels, bladeren, vaten
  • Cellen, weefsels mensen en planten
  • Dierlijke en plantaardige cellen, celorganellen en functie
  • Lichaamscel, celkern, chromosomen, DNA, genen
  • Celdeling, moedercel en dochtercellen, stamcellen

Op de volgende dia vind je een uitlegvideo:

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Op de volgende dia vind je een link met oefentoetsen

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Slide 41 - Link